Geschiedenis

Een vak op school. Een ander woord voor historie. Interessant! Saai! ’t Wordt steeds meer, steeds langer… 😉

Wanneer is iets geschiedenis? Als het voorbij is.

Wat is geschiedenis? Moet wat er verteld wordt echt gebeurd zijn? Dat vind ik wel! Enkele minder belangrijke details mogen afwijken, wat mij betreft, maar de hoofdlijn moet stáán. (Vergelijk hoe er met getuigenverklaringen wordt omgegaan.)

Ik heb een boekje aangeschaft: In den beginne en verder, met als ondertitel: een bijbels-theologische reflectie op de schepping.

Ik heb het boekje in de boekwinkel vrij uitvoerig ‘gescand’, omdat ik geen zin had om een ‘kat in de zak’ te kopen. Ik kan niks met uitspraken over de schepping waarin mij wordt verteld dat het scheppingsverhaal een sage is (‘het verhaal gaat …’), en dat ik me ook niet zo druk moet maken over of de opstanding van Jezus wel echt is geweest, want we zijn immers toch in Gods hand? Nou, als Jezus niet echt uit de dood is opgestaan, heb ik, als ik christen blijf, een probleem (zie 1 Korintiërs 15:12-19); dan ben ik beslist niet in Gods hand. Hij kan mij dan immers niet eens vasthouden? Hoe iemand dat ‘met droge ogen’ kan beweren (gebeurd in een interview in een krant) ontgaat mij volledig.

Eén opmerking citeer ik hier uit het boekje: Al met al zijn er dus geen concrete aanwijzingen die suggereren dat Genesis 1 – anders dan de rest van Genesis tot en met 2 Koningen – niet bedoelt echte gebeurtenissen te vertellen. Dit wordt bevestigd door wat diverse andere bijbelteksten zeggen over Gods scheppingswerk. Zij verkondigen dat God hemel en aarde gemaakt heeft en dat Hij dit in zes dagen heeft gedaan (zie m.n. Ex. 20:11; 31:17).

Dit boekje ga ik goed bestuderen. Ik heb het ‘wel even gehad’ met de wijzen van deze wereld, en ook met heel wat van de wijzen ‘in de kerk’; zie Prediker 8:16-17.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Vertaalverschillen

In ‘Vertaalverschillen’ besteed ik aandacht aan grote verschillen in betekenis van eenzelfde vers of gedeelte uit de Bijbel tussen verschillende vertalingen. Dit stukje komt misschien wel nooit ‘af’. 😉

Een bevallige vrouw houdt vast aan haar eer,
zoals geweldplegers vasthouden aan hun rijkdom.

Een vrouw verwerft haar eer door haar bevalligheid,
een man zijn rijkdom door zijn kracht.

Twee keer Spreuken 11:16, het eerste citaat uit de Herziene Statenvertaling, het tweede uit de Nieuwe Bijbelvertaling.

En wat een betekenisverschil! De tweede vertaling krijgt ‘de meeste stemmen’, als je op internet rondkijkt in andere vertalingen dan deze twee. Maar is die beter? En waarom wel of niet?

Een ander voorbeeld: bekijk eens 2 Samuel 13:39 in enkele vertalingen:

Verlangde David er naar om Absalom weer te zien? Dat wel… maar wilde hij hem bestrijden, of juist weer bij zich hebben? Kijk hier (pdf, pagina’s 45-50) voor een verklaring voor de vertaling die in de Nieuwe Bijbelvertaling geboden wordt.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Vier uw feesten

Dit zinnetje is ‘geplukt’ uit Nahum 2:1 (Willibrordvertaling 1995 – Nahum 1:15 in de HSV). Ik kwam erop doordat ik ging zoeken op ‘verjaardagen’ en ‘Bijbel’. Op sommige dagen komt een mens wel eens op bepaalde gedachten. 😉

Ik wist al dat sommige mensen hun verjaardag niet vieren, omdat ze vinden dat dat niet christelijk is. Daarover is heel wat informatie te vinden, met Bijbelteksten erbij.

Erg overtuigend vond ik die teksten voor dit doel niet. In de Bijbel wordt zó vaak iemands leeftijd genoemd, dat ze die in ieder geval bijhielden.

Maar tegenstanders van het vieren van verjaardagen wijzen erop dat in de Bijbel slechts twee verjaardagen worden genoemd (en nu komen dus die teksten waarover ik het hierboven al had): die van de farao die later Jozef als onderkoning kreeg (Genesis 40:20), en die van Herodes (Matteüs 14:6, Marcus 6:21). Beide verjaardagen werden deels gevierd door iemand te doden. In het eerste geval ‘de bakker’, in het tweede geval Johannes de Doper.

Voor zover ik weet is het misbruik dat je ergens van kunt maken doorgaans geen reden om de zaak zelf af te schaffen, zie 1 Korintiërs 10:31. Bovendien zijn enkele belangrijke basisuitvindingen gedaan door de zonen van Lamech (de nazaat van Kaïn, niet van Set), zie mijn stukje Maakt het voor een christen uit wie iets bedacht heeft? en die gebruiken de meesten van ons toch ook…

En bij een verjaardag past heel goed dit liedje:

Verjaardag is een fijne dag,
wij vieren samen feest.
Wees dankbaar dat je leven mag,
wat is God goed geweest.

( ‘Ook uit de mond der kinderen’, deel 1)

Meer lezen over het vieren van verjaardagen? Kijk eens hier.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

… gooi je parels niet voor de zwijnen

“Geef wat heilig is niet aan de honden, en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met hun poten vertrappen, zich omkeren, en jullie verscheuren.”

Dat heeft onze Heer Jezus gezegd; het staat opgetekend in Matteüs 7:6. Maar wat bedoelt Hij er mee?

Mijn eigen gedachte was altijd dat je het goede nieuws, het evangelie, niet aan iedereen moet verkondigen, in ieder geval niet op elk moment. Spotters, bijvoorbeeld, kun je beter vermijden; zie o.a. Spreuken 9:7-9.

Uiteraard ben ik ook op internet gaan zoeken naar verklaringen, en heb twee verwijzingen gevonden die ik wil delen: een verklaring van Onze Taal, en een heel uitgebreid stuk uitleg over hoe deze tekst in de Bijbel in Gewone Taal vertaald is, en waarom.

Vooral het laatstgenoemde stuk vond ik interessant, mede omdat het een verklaring geeft waarin de tekst (“Geef wat heilig is …”) aansluit bij het voorafgaande gedeelte, over het ‘niet oordelen’ – Matteüs 7:1-5, en dus niet op zichzelf staat. In het kort komt het hierop neer – ik citeer: “Binnen de context blijft het een losstaand vers. Toch kun je Matteüs 7:6 lezen als een soort reactie op het voorafgaande. In de verzen ervoor gaat het erom dat je geen oordeel moet hebben over anderen en ze zeker niet moet veroordelen. Dit vers lijkt daaraan toe te voegen: Ja, maar je moet wel een bepaalde inschatting maken. Er zijn mensen die niets met God te maken willen hebben, die een bedreiging vormen voor de verkondigers van het goede nieuws. Die moet je uit de weg gaan.“. Maar als je tijd hebt, lees dan het hele artikel!

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Een predikant is ook maar een mens

Cliché?

Zeker weten?

Dat predikanten ook maar mensen zijn is genoegzaam bekend. En dat woord ‘genoegzaam’ gebruik ik omdat er zo’n prachtig woord bestaat waar dit woord in zit: ‘zelfgenoegzaamheid’. Zo’n mooi woord, zo’n bederf van de onderlinge verhoudingen… je hebt namelijk aan jezelf genoeg…

Natuurlijk kunnen predikanten last hebben van zelfgenoegzaamheid, en het kan heus geen kwaad ze daarop te wijzen; dat hoeft overigens niet per se ‘en plein public’, oftewel voor het oog van iedereen. Zeker niet als je het nog maar net ‘ontdekt’ hebt.

Maar ik wil het nu hebben over zelfgenoegzaamheid van ons, gemeenteleden, die pastoraal bezoek krijgen van een predikant, en die vaak naar zijn preken (moeten) luisteren. We hebben daar nog wel eens kritiek op, soms ook veel, en soms (helemaal) vanuit onze eigen situatie geredeneerd. (Een ‘nieuw-hermeneutische’ benadering, zeg maar.)

Wat doet dat met een predikant? Jos Douma heeft hier zijn antwoord geschreven op de vragen: “Welke reacties ontvangt u op uw preken? Wat doet dat met u?”. De moeite waard om even te lezen! Ook al zou je als gemeentelid gelijk hebben, het is goed om te weten hoe het bij je predikant kan landen. En misschien besluit je dan wel om je kritiek anders in te kleden, of achterwege te laten.

Er is niks mis met positieve, opbouwende kritiek; ook niet met harde kritiek, overigens. Lees maar eens Openbaring 2 en Openbaring 3. Van de meeste daar aangesproken gemeenten zegt Christus eerst iets positiefs, van sommige andere niet – maar in die laatste is de situatie dan ook heel slecht. Vraag je eens af of de situatie in jouw gemeente zó slecht is, dat je meteen met harde kritiek moet komen; lees eerst 1 Korintiërs 3:12-15, en beslis dan of het over ‘minder goed’ of ‘slecht’ gaat en pas je kritiek daarbij aan.

In de meeste gevallen zal het er dan op neerkomen dat je je predikant eerst eens moet laten weten wat je goed vindt aan hem; daarna kun je je verbeterpunten wel aandragen.

Zolang een predikant Gods Woord verkondigt kun je – denk ik – altijd met iets positiefs beginnen. En ieder christen moet de geesten onderzoeken, en kan dat ook: zie 1 Johannes 4:1-3. Je hebt immers de Bijbel…

In mijn keuken heeft (ook) een kaartje gehangen met de tekst ‘Liefde betekent elkaar een veilig gevoel geven.’. Ik denk dat je dat van God ook best naar je predikant toe mag doen, hem een veilig gevoel geven…

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Geheimen van een succesvolle film of serie

Wat maakt een film of serie nou zo aantrekkelijk om ernaar te kijken? Of een boek om er een film of serie van te maken?

Om te beginnen moet je iets hebben waardoor mensen überhaupt willen kijken – er zijn immers heel veel series en films.

Je moet de aandacht trekken.

En, als het om een serie gaat, de aandacht vasthouden.

Dat ligt allemaal nogal voor de hand, toch? Je hoeft geen cineast te zijn om dat te weten – ik weet het ook. 😉

Maar – je wilt geld verdienen met je serie – wat garandeert nou dat jouw serie succesvol wordt?

Nou komt het!

Er moet een afgewogen mix van de volgende ingrediënten in gestopt worden: overspel, seksscènes (niet té expliciet), gokken, occultisme, vijandschap, jaloezie, woede, gekonkel, ruzie, rivaliteit, afgunst, flink wat alcohol.

Niet overdrijven, want dan haken de kijkers te gauw af. Er moet wel spanning in zitten. Dingen moeten langzamerhand erger worden, maar niet té erg. En, ook heel belangrijk: de gevolgen van al dit ‘gedoe’ moeten niet te gauw tot vervelende consequenties leiden, het ‘gedoe’ mag gedurende een bepaalde periode niet openbaar worden, beter geformuleerd: het mag niet in de publiciteit komen.
Ik heb zelf een aantal afleveringen gekeken van ‘House of Cards’. Het thema leek me wel interessant: hoe gaat het er aan toe in de politiek in de Verenigde Staten van Amerika. Uiteindelijk ben ik na een stuk of tien afleveringen gestopt met kijken. Dat had ik eerder moeten doen. Het duurt vast heel lang voor ik bepaalde beelden die ik gezien heb weer kwijtraak…

Kijk nog eens naar het lijstje hierboven, bij ‘afgewogen mix’. Ik heb dat lijstje afgeleid van het volgende lijstje: ontucht, zedeloosheid, losbandigheid, afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, ruzie en rivaliteit, afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen. En, inderdaad – dat dacht je natuurlijk al – dat lijstje staat in de Bijbel! En wel in Galaten 5:19-21. Lees dat stukje maar even helemaal.

(Opmerking 4 november 2017: De opnames van ‘House of Cards’ zijn tijdens het zesde seizoen gestopt – misschien vind je het interessant om uit te zoeken welke van de hierboven genoemde redenen daarvan de oorzaak zijn…)

En lees daarna ook een stukje van wat erachteraan komt, nl. Galaten 5:22-23. Met dat laatste kun je natuurlijk geen film of serie maken!

Dat is niet helemaal waar, er zijn wel wat rolprenten gemaakt rond het ‘goede’. Probeer er maar eens een paar te vinden, bekijk ze eens en beoordeel dan voor jezelf welk soort je liever hebt: die gemaakt met Galaten 5:19-21 of die gemaakt met Galaten 5:22-23 als leidraad.

Kun je moeilijk kiezen?

Dan heb ik nog wel een verhaaltje voor je. Stel, je zou op de een of andere manier in de slaapkamer van mensen bij je in de buurt – die je vrij goed kent – kunnen kijken, en op van alles en nog wat kunnen inzoomen. Zou je dat fijn vinden?

Ja? Dan denk ik dat je al een heel eind heen bent… Serieus: zoek hulp! Ga naar je huisarts, en laat je doorverwijzen naar b.v. een psycholoog.

Nee? Waarom zou je dan wel op televisie, op internet, in de bioscoop, of hoe en waar dan ook naar mensen kijken – die je niet kent – in soortgelijke omstandigheden? O, je vindt dat geen probleem? Misschien ben je dan nog wel méér toe aan zo’n verwijzing door je huisarts…

Ach, zo’n soapserie, zo’n romantische comedy… da’s toch onschuldig vermaak? Wil je het ècht weten? Houd ’t lijstje van hierboven er eens bij als je kijkt, alle woorden onder elkaar, en zet streepjes achter elk woord waarbij je op het scherm beelden voorbij ziet komen.

Hé, beste lezer, lieve lezeres, ben je ’toevallig’ christen? Lees dan ook nog ff verder in Galaten 5: de verzen 24 en 25.

Tenslotte nog een vraag om over na te denken: is er verschil tussen het spelen van (en kijken naar) b.v. vloeken, jaloezie, moord, expliciete seksscènes, diefstal, bedrog, etc.? En waar zit ‘m het verschil in?

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Doe geen moeite!

Dat hoor je hier in de buurt wel eens als iemand je komt bezoeken, en je hem of haar iets te drinken aanbiedt. Zo iemand zegt dat dan vaak uit beleefdheid.

Ik weet dat (van die beleefdheid) nooit zeker (en ik weet ook niet of dàt dan weer met mijn ‘asperger’ te maken heeft), dus ik bied het vaak twee of drie keer aan, zeg erbij dat ze wat mij betreft niet uit beleefdheid hoeven te weigeren, en als ze dan nog steeds niks willen drinken, wil ik achteraf niet (via via? foei!) te horen krijgen “Die vent biedt je ook niks aan als je langskomt! Kom je daar uit de goedheid van je hart…”. 😉

Vanwege mijn werk word ik – nog steeds, ondanks dat ik sinds 1 juli 2018 een vaste baan heb – vaak gebeld door Engelstalige tussenpersonen, bemiddelaars tussen eindklanten en ‘consultants’, zoals ik. Ze vragen dan bijna altijd “How are you?”, maar willen het antwoord niet weten. Als echte automatiseerder moet ik zoiets af en toe toch letterlijk opvatten, en antwoord dan “I’m fine, and you?”. Slimmeriken antwoorden dan met zoiets als “Thank you for asking, I’m not bad.” en gaan vervolgens over tot het doel van het gesprek, nl. of ik beschikbaar ben voor een klus. (Waarom mailen ze me daar niet gewoon over? Vind ik veel handiger… 🙂 )

Er is natuurlijk niks mis met beleefdheid: “Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen.” (uit Filippenzen 4:5). Vroeger was men daar, denk ik, beter in dan nu. Een mooi voorbeeld uit de Bijbel: Abraham wil een graf kopen om zijn overleden vrouw Sara te kunnen begraven, lees maar eens Genesis 23. Mooi, die onderhandelingen: Abraham die zegt de hoofdprijs te willen betalen, en Efron die hem daarbij volledig tegemoetkomt, als Abraham het (niet serieuze) aanbod om het stuk grond voor niks over te nemen afwijst. Maar het is wel een gewoonte die je moet kennen, om ‘m te kunnen waarderen, en er op de juiste manier mee om te gaan. Bij latere onderhandelingen zal er vast wel een keer een advocaat bij geweest zijn die iemand als Efron op zijn eigen woorden vastgezet heeft, want tegenwoordig heeft men volgens mij nergens meer de gewoonte om iets voor niets aan te bieden in de hoop dat de ander begrijpt dat-ie toch wel geacht wordt ervoor te betalen. 😉

Overigens was deze gewoonte in de tijd van koning David nog in zwang, zie 2 Samuel 24:21-24.

Uit later tijd is er een fabel, over een leeuw met drie raadsleden: een jakhals, een raaf en een wolf. Op een gegeven moment komt een kameel bescherming zoeken bij koning leeuw. De leeuw vindt de kameel een aardig dier, dus mag hij blijven. Maar enige tijd later raakt de leeuw vrij ernstig gewond, en is dan niet meer in staat te jagen. Z’n raadslieden, die altijd meeaten van de ’tafel’ van de leeuw, bedenken een plan: ieder biedt zich aan als eten voor de leeuw, waarbij de andere twee dan moeten protesteren. De kameel zal zich dan ook aanbieden, en voilà: het probleem van het eten is opgelost. Mocht de koning nog scrupules kennen, dan lossen de raadslieden die wel voor hem op: de kameel wordt, nog bijna voordat hij uitgesproken is, verscheurd…

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Dit zijn de woorden die de HEER richtte tot Elia, de Tisbiet

Waar zouden we die tekst moeten zoeken? Ergens in 1 Koningen, toch? Ja, zo ongeveer staat het er wel! Kijk maar eens in 1 Koningen 17:2.

Maar daarvoor staat nòg een vers in dit hoofdstuk: het eerste. Ja, logisch! Als je al eens vaker een stukje van mij op deze site hebt gelezen zul je wel weten dat er ergens nog wel iets achter zit…

En dat is ook zo. Want wat staat er in dat eerste vers? Dat Elia op eigen initiatief tegen Achab, de koning van het tienstammenrijk, zegt dat het een hele tijd niet zal regenen en er ook geen dauw zal zijn. En hij vertelt Achab dat hij in dienst van God is. Dit is een van de weinige plaatsen in de Bijbel, voor zover ik weet, waar niet vóór het optreden van een profeet staat dat hij de woorden van God doorgeeft – bij Elia staat het er na deze gebeurtenissen steeds wel bij.

Is het daarom verkeerd? Absoluut niet! Zie Jakobus 5:17, waar het juist als voorbeeld wordt gebruikt, en waar we er bovendien op gewezen worden dat Elia vóór zijn aankondiging aan Achab tot God gebeden heeft. En er zijn nog veel meer bijzondere dingen met en door Elia gebeurd.

Wat ook mee zou kunnen spelen in de manier van beschrijven is dat de schrijver van dit Bijbelboek zelf geen profeet is geweest. Vergelijk het maar eens met hoe de profeten hun geschriften en hun uitspraken beginnen.

Het ging mij (weer) om goed lezen…

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Door uw schuld is de HEER kwaad op mij geworden

Het opschrift van dit stukje is afkomstig uit Deuteronomium 4:21. Mozes mag het beloofde land niet in: Deuteronomium 4:22. Hij verwijst in zijn toespraak naar de geschiedenis van het water van Meriba, Numeri 20:2-13.

Mozes heeft het volk misschien wel vergéven dat ze hem zo kwaad gemaakt hebben dat hij zichzelf (èn God) vergat, maar vergéten is hij het niet. En hij noemt deze periode ook gewoon in zijn toespraak.

Vinden wij dat dat kan?

Wij willen nog wel eens ‘moeilijk doen’ over het feit dat we wèl kunnen vergeven, maar niet vergeten. En dat ‘moeilijk doen’ slaat er dan op dat we eigenlijk vinden dat we wat ons aangedaan is niet alleen moeten (kunnen) vergeven, maar ook vergeten.

Maar is dat wel zo Bijbels?

Ik weet van mezelf dat ik bepaalde dingen die me zijn aangedaan vergeten ben (voor ‘vergeten zijn’ en ‘vergeten hebben’ zie b.v. het taaladvies van Onze Taal). Maar soms is er iemand anders die het nog wel weet, en dan blijkt af en toe dat het toch nog ergens in een schuilhoek van mijn geheugen bewaard gebleven is.

Wat we moeten meewegen bij ons oordeel hierover is, denk ik, wat de gevolgen van iemands misstap tegen ons zijn. Als je die gevolgen nog vaak tegenkomt in je leven, zal vergeten (erg) moeilijk zijn.

Moet je een ander per se het jou aangedane leed vergeven? Dat denk ik wel, in ieder geval moet je er je best voor doen. Ik zal proberen dat uit te leggen. (En dat kan ik niet zonder de Bijbel, zie Jesaja 55:11, waar staat dat Gods woord niet leeg terugkeert.) Lees eerst maar eens de gelijkenis van de onbarmhartige dienaar. En dan ook het Onze Vader. Dan zie je, als je goed leest, dat ‘je best ervoor doen’ niet goed genoeg is. Maar wat moet je dan, als je ècht niet kunt vergeven? Ga naar God: zie o.a. Psalm 50:15. En bedenk: je kunt wel bidden om vergevingsgezindheid, maar als je haat en/of wrok in je hart blijft toelaten, helpt zulk bidden niet! Bid dat God dat allemaal wegneemt, en vecht er zelf voor! Lees bijvoorbeeld Filippenzen 2:12-18, waar o.a. staat dat we ons moeten inspannen voor onze redding. Dan nog zou het goed kunnen dat het je niet lukt; anderen mogen je ook niet dwingen om te vergeven, zie bijvoorbeeld Slachtoffer incest niet dwingen dwingen tot vergeven. Maar blijf in contact met God!

Terug naar Mozes. Mag hij zulke dingen zeggen? Stelt hij zich dan niet als slachtoffer op?

Ik zou niet weten waarom hij het niet zou mogen zeggen. De gevolgen zijn, op het moment van zijn toespraak, toch nog steeds voelbaar? En kijk eens naar het doel van zijn toespraak! Hij zegt het niet (alleen) uit frustratie. Lees maar eens een stuk van het vervolg van zijn toespraak: Deuteronomium 4:23-31. Mozes gebruikt zichzelf als voorbeeld om het volk te waarschuwen.

Verder denk ik dat vergevensgezindheid ècht heel belangrijk is. Zie het stukje hierboven over de gelijkenis van de onbarmhartige dienaar en het Onze Vader. Maar ná het vergeven zou er plaats moeten komen voor nieuw vertrouwen. Ik weet uit eigen ervaring dat dat erg moeilijk is, vooral als ik niet de indruk heb dat mijn vergevensgezindheid nog een ander doel heeft dan dat ik van mijn wrok af ben, met andere woorden: de ander heeft geen flauw idee dat ik hem iets te vergeven heb.

Volgens mij mag je dus best over de gevolgen van iemand anders zijn zonde in jouw leven praten, maar dan wel met de beperkingen van de hoofdregels van het evangelie: God liefhebben boven alles, en je naaste als jezelf, zie Marcus 12:29-31 voor de volledige tekst.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

… en hij bracht zijn gelofte ten uitvoer

Deze titel is gebaseerd op het Bijbelgedeelte Richteren (Rechters) 11:34-40, over de dochter van Jefta.

Na de oorlog tegen de Ammonieten komt zij haar vader als eerste tegemoet, en dan is hij opeens heel verdrietig, want hij heeft een gelofte gedaan: hij heeft God beloofd dat hij het eerste dat hem uit zijn huis tegemoet komt, uit dankbaarheid als brandoffer aan God zal offeren (Richteren 11:30-31).

Maar: mensen mogen toch niet aan God worden geofferd? Nee, in principe niet… (zie Leviticus 27:1-8, waar ervan uitgegaan wordt dat de tegenwaarde van een mensenleven betaald moet worden).

Maar in dit geval moest Jefta’s dochter wèl sterven, zie Leviticus 27:28-29. Of dat ook daadwerkelijk is gebeurd, of dat zij verder mocht blijven leven, maar niet mocht trouwen, dat weet ik niet. Ik vermoed dat ze gedood is, zoals volgens de hierboven genoemde wet moest gebeuren. In de Herziene Statenvertaling staat “En hij voltrok aan haar zijn gelofte, die hij had gedaan.” – ik vind dat woord ‘voltrekken’ wel samenhangen met een soort ‘vonnis’… Al wijst vers 40 in de (Herziene) Statenvertaling er op dat ze is blijven leven. De Willibrordvertaling en de Naardense Vertaling doen dat niet.

In ieder geval herdenken de meisjes van Israël Jefta’s dochter elk jaar gedurende vier dagen.

In Spreuken 20:25 wordt gewaarschuwd tegen het ondoordacht doen van een gelofte. Misschien heeft Salomo bij deze spreuk wel aan Jefta gedacht…

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Over Bijbel en geloof