Tagarchief: predikant

Wat kun je als kerken samen doen?

Enige tijd geleden heb ik een gesprek gehad waarin onder andere de vraag naar voren kwam wanneer een predikant ‘afscheid’ moet nemen van een kerkverband.

Daar kun je uiteraard verschillende redenen voor hebben. Als Gods Woord nog wel in jouw gemeente verkondigd mag worden, en er wordt jou als predikant daarbij niks in de weg gelegd, zou je kunnen blijven. Dat kun je vergelijken met het standpunt van de Gereformeerde Bond; en, je wilt je gemeente niet in de steek laten. Je kunt het ook anders zien: als binnen jouw kerkverband dwaalleer (ook) de ruimte krijgt, moet je wegwezen. Tussen deze twee uitersten zijn nog wel wat tussenvormen mogelijk, denk ik – en als ik kijk hoe binnen de GKv predikanten hiermee om(ge)gaan (zijn), klopt dat ook wel. Sommigen zijn al weg, anderen blijven (nog); in veel gevallen is de reden voor dat laatste artikel F.72.4 van de Kerkorde. Je moet (als kerkeraad) eerst revisie aanvragen als je meent dat een besluit in strijd is met Gods Woord.

Daar is veel voor te zeggen; je moet je aan je afspraken houden, ook al zijn ze tot je schade (Psalm 15:4).

Om het concreet te maken: de synode van Meppel 2017 heeft besloten dat alle ambten openstaan voor vrouwen, ingaande direct na het besluit. Jouw kerkeraad en jij zijn het daarmee niet eens, omdat jullie vinden dat dat op bijbelse gronden niet kan, en vragen dus, conform artikel F.72.4, revisie aan.

Maar de synode heeft in feite de weg van revisie afgesloten, door het besluit meteen in werking te stellen, in plaats van het nog eens te laten bekijken door de synode van 2020; in sommige gevallen kan een besluit prima meteen effectief worden, maar met dit besluit kon dat niet: stel namelijk dat de synode van 2020 uitspreekt dat ‘vrouw in ambt’ onbijbels is, dan moeten alle vrouwen die al predikant of ouderling geworden zijn afgezet worden. Naar mijn mening ontslaat de stupiditeit (*) van het synodebesluit jou en je kerkeraad van de verplichting tot het verzoeken om revisie: jij en je kerkeraad zien ‘vrouw in ambt’ als eigenwillige godsdienst; hoelang wil je (en mag je(!)) dat nog verdragen binnen je kerkverband? Hier zie je overigens (nog eens) hoe onbijbels artikel F.72.4 is – zie Christelijke vrijheid beperkt gezag synode. Is eigenwillige godsdienst dan zo erg? Lees maar eens 1 Samuel 15:22-23.

Schriftgetrouwe predikanten binnen de GKv, verenig u! Er zijn al heel wat bijbelgetrouwe collega’s van jullie vertrokken; en er zijn al heel wat bijbelgetrouwe gemeenteleden vertrokken. Jullie hebben je al wel verenigd, als ik zo her en der kijk, maar ga ons voor, doe wat een herder moet doen – en dat is niet bij je gemeente blijven en die volgen, maar die gemeente vóórgaan, achter Christus aan; wees Leiders. En wat mij betreft zijn er twee (hoofd)opties: of we gaan verder als of met een schriftgetrouw kerkverband (maar dat hoeft van mij niet per se, zie verder hieronder), of we maken ons (als gemeente(s)) los van het huidige kerkverband.

En, als we met een ander, al bestaand, kerkverband verder willen, hoe maken we dan een keuze? Wat mij betreft is een belangrijke vraag: hoe is zo’n kerkverband begonnen? Hoe zijn de oprichters met gemaakte fouten omgegaan? Ik weet bijvoorbeeld dat bij de laatste afsplitsingen van de GKv verschillende predikanten in de bron hebben gespuugd waaruit ze lange tijd gedronken hadden; dat ze dat toen deden, net vertrokken uit de GKv, daar kan ik wel in komen. Maar enige tijd daarna? Was het niet netjes geweest als die predikanten hadden aangegeven dat ze wel een beetje (erg) grof geweest zijn toen ze net vertrokken waren? Als dat niet gebeurt, hoef ik niet zo nodig naar zo’n kerkverband; de basis is wat mij betreft dan al niet goed.

En daarmee komen we dan (eindelijk) op de vraag wat je als kerken samen kunt doen; en, voeg ik er meteen aan toe, in wat voor verband.

Moet je een kerkverband hebben? Nee, waarom? Zijn er bijbelse aanwijzingen voor? Nee. En Handelingen 15:1-34 dan? Daar gaat het over één gemeente (Antiochië, zie Handelingen 14:26), die advies vraagt aan de apostelen en ouderlingen in Jeruzalem (want die hebben immers meer ervaring met het geloof). En als Paulus wijst op de ‘gewoonten bij de gemeenten van God’? Waarom zou er sprake moeten zijn van een kerkverband als meerdere gemeenten bij het Woord kunnen en willen leven?

Maar je kunt prima dingen samen doen, omdat je die als gemeente alléén niet kunt. Bijvoorbeeld de opleiding tot predikant, organisaties voor ontwikkelingswerk, zending en evangelisatie, en er zijn er vast nog veel meer. Daar kun je ieder voor zich als gemeente voorwaarden aan stellen; voor de ene vorm van samenwerking gelden andere criteria dan voor de andere.

De hand aan de ploeg?!

(*) Stupiditeit? Waarom zo grof? Nou, het is toch gewoon stom? Een meerderheid van de synode, die onder andere vanwege haar vermeende wijsheid is afgevaardigd vanuit classes, neemt een besluit waartegen domweg(!) geen revisie meer kan worden aangevraagd.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Een predikant is ook maar een mens

Cliché?

Zeker weten?

Dat predikanten ook maar mensen zijn is genoegzaam bekend. En dat woord ‘genoegzaam’ gebruik ik omdat er zo’n prachtig woord bestaat waar dit woord in zit: ‘zelfgenoegzaamheid’. Zo’n mooi woord, zo’n bederf van de onderlinge verhoudingen… je hebt namelijk aan jezelf genoeg…

Natuurlijk kunnen predikanten last hebben van zelfgenoegzaamheid, en het kan heus geen kwaad ze daarop te wijzen; dat hoeft overigens niet per se ‘en plein public’, oftewel voor het oog van iedereen. Zeker niet als je het nog maar net ‘ontdekt’ hebt.

Maar ik wil het nu hebben over zelfgenoegzaamheid van ons, gemeenteleden, die pastoraal bezoek krijgen van een predikant, en die vaak naar zijn preken (moeten) luisteren. We hebben daar nog wel eens kritiek op, soms ook veel, en soms (helemaal) vanuit onze eigen situatie geredeneerd. (Een ‘nieuw-hermeneutische’ benadering, zeg maar.)

Wat doet dat met een predikant? Jos Douma heeft hier zijn antwoord geschreven op de vragen: “Welke reacties ontvangt u op uw preken? Wat doet dat met u?”. De moeite waard om even te lezen! Ook al zou je als gemeentelid gelijk hebben, het is goed om te weten hoe het bij je predikant kan landen. En misschien besluit je dan wel om je kritiek anders in te kleden, of achterwege te laten.

Er is niks mis met positieve, opbouwende kritiek; ook niet met harde kritiek, overigens. Lees maar eens Openbaring 2 en Openbaring 3. Van de meeste daar aangesproken gemeenten zegt Christus eerst iets positiefs, van sommige andere niet – maar in die laatste is de situatie dan ook heel slecht. Vraag je eens af of de situatie in jouw gemeente zó slecht is, dat je meteen met harde kritiek moet komen; lees eerst 1 Korintiërs 3:12-15, en beslis dan of het over ‘minder goed’ of ‘slecht’ gaat en pas je kritiek daarbij aan.

In de meeste gevallen zal het er dan op neerkomen dat je je predikant eerst eens moet laten weten wat je goed vindt aan hem; daarna kun je je verbeterpunten wel aandragen.

Zolang een predikant Gods Woord verkondigt kun je – denk ik – altijd met iets positiefs beginnen. En ieder christen moet de geesten onderzoeken, en kan dat ook: zie 1 Johannes 4:1-3. Je hebt immers de Bijbel…

In mijn keuken heeft (ook) een kaartje gehangen met de tekst ‘Liefde betekent elkaar een veilig gevoel geven.’. Ik denk dat je dat van God ook best naar je predikant toe mag doen, hem een veilig gevoel geven…

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage