Tagarchief: zonde

Doet God of doet de duivel dat?

Hoe is het kwaad in de wereld gekomen? Dat weet ‘iedereen’: de duivel of satan heeft de eerste vrouw verleid (Genesis 3:1-6), haar man volgde haar in haar keuze (ergert je de manier waarop ik dit beschrijf? vraag je eens af waarom je je ergert…), en daarmee was de zonde, het kwaad, in de wereld. Het gevolg van deze keuze was dat er nòg een soort kwaad in de wereld kwam, die kort samengevat kan worden onder het begrip ‘rampen’ (of ‘lijden’).

Over die tweede soort ‘kwaad’ gaat dit stukje, en daarop slaat de vraag: “Doet God dat of doet de duivel dat?”.

Ik ben al ruim een jaar geen lid meer van een gemeente (zie Ikabod?). Dat is nog steeds pijnlijk.

Ruim een maand geleden kwam een gemeentelid, dat tot kort daarvoor vond dat oude en nieuwe hermeneutiek wel naast elkaar konden bestaan in een gemeente, en mij dat ook had geschreven naar aanleiding van mijn ‘afscheid’, bij mij om te vertellen dat hij tot het inzicht gekomen was dat ik de hele tijd gelijk gehad had, waarmee hij bedoelde dat alleen de oude hermeneutiek ‘recht van spreken heeft’: je neemt de hele Bijbel serieus, je legt die niet zó uit als het in jouw straatje te pas komt (dat is waar nieuwe hermeneutiek – hoe je ook danst of huppelt en in wat voor bochten van welsprekendheid je je ook wringt – op neerkomt).

Ik hoop dat de getrouwe (maar o zo trage…) ‘herders’ eindelijk actie gaan ondernemen, anders moet ik het als ‘schaap’ samen met een stuk of wat andere ‘schapen’ zelf gaan doen – een ‘lekenopstand’. Sommige herders zullen dan ‘vanzelf’ wel meekomen… De goede volgorde lijkt me dat echter niet; er lopen al veel te veel ‘herders’ achter hun ‘schapen’ aan in plaats van ze te hoeden.

Maar ik doe nog wel Bijbelstudie, niet alleen voor/met mezelf, maar ook samen met andere mensen – vanwege Corona (een vorm van kwaad…) gaat dat via internet. We willen alle drie graag God dienen zoals Hij dat van ons vraagt. Zo kwam laatst ter sprake wie het kwaad in de wereld brengt. Doet God dat, of mogen we dat niet zeggen, en komt alle kwaad van de duivel? Geeft God de duivel de ruimte om kwaad te doen? Zie bijvoorbeeld Job 1 en 2. Voor sommige mensen is dat een essentieel verschil!

Maar ook al is dat voor jou een essentieel verschil, er staan toch heel wat teksten in de Bijbel die aangeven dat God zelf rampen over de wereld laat komen.

Soms zijn die rampen uitdrukkelijk bedoeld als straf, of als dwangmiddel, of als waarschuwing; de Zondvloed (Genesis 7 en 8), de Spraakverwarring (Genesis 11:1-9), de omkering van Sodom, Gomorra (Genesis 19:1-29) (en Adama en Zeboïm, maar niet Bela/Zoar, zie Genesis 14:2), de hongersnood tijdens de regering van David, zie 2 Samuel 21:1, de hongersnood tijdens de regering van Achab, zie 1 Koningen 17 en 18, en wat dacht je van het boek Openbaring? Lees maar eens vanaf hoofdstuk 5.

Soms komen rampen ‘zomaar’, en/of wordt er niet uitdrukkelijk aangegeven wie ze veroorzaakt, zie bijvoorbeeld Genesis 12:10, Exodus 4:11 (“Of wie maakt iemand stom, doof, ziende of blind? Ben Ik het niet, de HEERE?“), Ruth 1:1, Lucas 13:1-5.

Op 24 augustus was het 5 jaar geleden dat mijn vrouw overleed. Vrij kort daarna overleed een vriend die ik als ‘extra vader’ beschouw(de). Ik krabbel langzaam overeind uit een dal van depressie… Wie heeft deze rampen over mij (om het even bij mijzelf te houden) gebracht? Heeft de duivel dat gedaan, of God? Ik kom er hieronder op terug.

Soms komt het kwaad uit de koker van de satan (zie Lucas 22:3, Handelingen 5:3, 1 Tessalonicenzen 2:18), en soms geeft God hem uitdrukkelijk de ruimte, zie bijvoorbeeld de eerder genoemde hoofdstukken 1 en 2 van Job, en soms wordt het op verschillende plaatsen in de Bijbel verschillend beschreven, zie bijvoorbeeld 2 Samuel 24:1 en 1 Kronieken 21:1.

Soms komt kwaad uitdrukkelijk van God, zie bijvoorbeeld Amos 3:6  – “Of komt er kwaad in de stad voor zonder dat de HEERE dat doet?“. Dat is een retorische vraag, en die kan volgens mij niet worden ‘wegverklaard’ door te zeggen dat deze vraag specifiek bij deze context hoort; God laat Amos dit zeggen als iets vanzelfsprekends. Zie ook Jesaja 45:7 (“Ik … en schep het onheil.”) en Klaagliederen 3:37-38.

Een van de dingen die bij onze gezamenlijke Bijbelstudie naar voren kwam is dat volgens mijn gesprekspartners God altijd waarschuwt vóór een ramp. Ik was het daarmee niet eens, maar toen ik dan zo zonder voorstudie moest aangeven waarom niet, vond ik dat best wel lastig. Ik kwam wel een heel eind, vond ik zelf, maar de essentie heb ik niet geraakt, terwijl die in feite heel erg voor de hand ligt, en waarmee ons discussiepunt meteen geen discussiepunt meer is: kijk maar in Romeinen 1:18-20. Iederéén kan het weten!

Ik zou nog terugkomen op de rampen die mij zijn overkomen. Maakt het uit dat ik weet van wie ze komen? Eigenlijk niet… Ik haal mijn troost uit Zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus, waar enkele Bijbelgedeeltes zó zijn samengevat:

Vraag 27:
Wat verstaat u onder Gods voorzienigheid?
Antwoord:
De almachtige en tegenwoordige kracht van God, waardoor Hij hemel en aarde, met alle schepselen, als met zijn hand in stand houdt en zó regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, eten en drinken, gezondheid en ziekte, rijkdom en armoede en alle dingen, niet bij toeval, maar uit zijn vaderhand ons ten deel vallen.

Wordt het daar makkelijker van? Dat is, denk ik, niet het goede woord. Ik weet dat ik God kan vertrouwen. Wat Hij zegt komt altijd uit. En Hij heeft mij en vele anderen een nieuwe aarde beloofd.

Laatste wijziging: 14 oktober 2020.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

^
Homepage

Zo heb ik het niet bedoeld!

Wat hoor je dat vaak… en daarmee moet de kous dan af zijn. Soms komt er nog bij, of in plaats van deze opmerking: “Als ik wat verkeerd gedaan heb, bied ik daarvoor mijn excuses aan.”. Maar dat is geen excuus, dat is hoe je met fouten omgaat. Lees dat zinnetje nog maar eens goed!

Er staat namelijk hoe je doorgaans, in z’n algemeenheid, met fouten omgaat. Als je daadwerkelijk je excuses aanbiedt voor een fout, of vergeving vraagt voor een misstap, dan moet je concreet zijn. Daar komt geen ‘als’ aan te pas. Je probeert te benoemen wat je fout, je misstap was, en biedt daarvoor je verontschuldigingen aan, en/of als het heel erg is voor degene die je het hebt aangedaan, vraag je om vergeving; niet jouw gevoel is de maatstaf voor je verontschuldiging, maar dat van die ander! En dan kun je ná je excuus nog wel met elkaar napraten (als die ander dat tenminste wil…) over of dat gevoel van die ander wel terecht was.

Is het raar om het gevoel van die ander als maatstaf te nemen? Nou nee, dat dacht ik toch niet! Wat denk je dat God van onze zonden vindt?! Wij zwakken de ernst daarvan wel af, daar zijn we goed in; maar God ergert Zich heel erg aan (onze) zonden. Daar kun je op heel veel plaatsen in de Bijbel het een en ander over lezen. God wordt soms ‘een verterend vuur’ genoemd, zie bijvoorbeeld Deuteronomium 4:24 en Hebreeën 12:29. Enig idee waarom?!

Ruim twee maanden geleden heb ik een ‘open bericht‘ geschreven aan voorgangers binnen de gereformeerde kerken vrijgemaakt. Van sommige mensen heb ik gehoord dat de betreffende preek niet zo bedoeld was. Niet? Waarom schrijft die predikant dat dan zo op? En waarom wordt dat zonder dat er kritisch naar gekeken wordt ook nog eens in andere gemeenten voorgelezen?

Natuurlijk kan het wèrkelijk onbedoeld zo gegaan zijn, en tegenwoordig, in een tijd waarin ieders eigen gevoel eerder de maatstaf is dan het gevoel van de ander, komt dat misschien wel vaker voor dan vroeger. Maar ben je daarom minder schuldig?

Volgens Leviticus 4 ben je dat niet. Zodra je erachter komt dat je gezondigd hebt, moet je naar de priester; voor leiders zijn er aparte aanwijzingen, zie vanaf vers 22.

Tegenwoordig kun je, in ieder geval in onze kerken, niet meer naar de priester. Maar dat je schuldig bent ook al heb je die schuld onbedoeld op je geladen, dàt is niet vervallen met de komst van Jezus. Doe daar eens wat mee! Hou eens op je te verschuilen achter dat je het niet zo bedoeld hebt.

Uiteraard kan iemand je woorden of daden ook (bewust, expres, met opzet of juist onbewust, onopzettelijk) verkeerd uitleggen. Maar doorgaans kun je dat dan vrij eenvoudig aantonen (behalve als je met z’n tweeën in gesprek bent geweest, zonder getuigen 😉 ).

Laten we met z’n allen proberen ons eigen gevoel niet als maatstaf te nemen voor onze naastenliefde; ik heb de indruk dat “Zo heb ik het niet bedoeld!” vooral dáárvandaan komt. “Ik zou graag …” en dan ben je verbaasd als de ander dat anders ziet. Gods Woord is de maatstaf voor onze liefde: zie bijvoorbeeld 1 Johannes 5:2. En denk dan eens aan wat er tegen het einde van het gebed van David in Psalm 19 staat. Soms heb je het gewoon niet door. Maar als je het eenmaal doorhebt (zie Cruijffiaans), wat doe je dan?

Maar dat is voor hoe we het vanaf nu gaan doen; wat gebeurt er met de gemaakte fouten? Hoe je daarmee omgaat staat voor mij aan de basis van of ik je weer wil vertrouwen of niet.

Ligt de lat dan hoog? Absoluut! Waarom dan? Kijk maar: Matteüs 5:481 Petrus 1:16.

Overigens ben ik nog steeds van mening dat de weg die geplaveid is met goede bedoelingen naar de hel leidt.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

“Mijn zonden slaan mij neer.”

Mijn God, ik tel er meer
dan haren op mijn hoofd.

De laatste regels van Psalm 40:5 (berijming Liedboek). We zongen ze vanochtend bij ons in de kerk.

Natuurlijk kun je dan grappen gaan maken over mensen met weinig of geen haar en mensen met juist heel veel haar. Niks mis mee, maar als het gelach daarover verstomd is, blijft er wel een vraag over: voel ik dat net zo als David? of juist niet? En waarom (niet)?

Mijn persoonlijke antwoord is: soms wel, soms niet. Daar heb je ook niet zoveel aan, hè?

Dan verander ik de vraag een beetje: voel je dat ooit wel eens zo als David? of nooit? Waarom (niet)?

In de onberijmde versie van Psalm 40 (NBV) staat het er zo:

U, HEER,
u weigert mij uw ontferming niet,
uw liefde en uw trouw
zullen mij steeds bewaren,

ook nu rampen mij omringen,
talloos vele,
nu mijn zonden mij achtervolgen
en ik geen uitweg zie,
nu ze talrijker zijn dan de haren op mijn hoofd
en de moed mij is ontzonken.

Wil uitkomst brengen, HEER,
HEER, kom mij haastig te hulp.

Ik vraag me wel eens af: wil ik die hulp van God wel? Wil ik wel van mijn zonde(n) af? Wil ik wel helemaal schoongemaakt worden, en dan gevuld worden met de Heilige Geest?

Ik mag leven van genade. Heb ik enig idee hoever dat gaat?

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

… en alle mensen die Korach toebehoorden…

Korach, Datan en Abiram. Ik weet nog hoe spannend dat Bijbelverhaal was als de meester dat vertelde.

De titel is een citaat uit Numeri 16.

(Misschien goed om te vermelden: ik verwijs hier en in ’t vervolg met hyperlinks naar de Herziene StatenVertaling, omdat het Nederlands BijbelGenootschap en de Katholieke BijbelStichting hun vertalingen op internet ‘minder toegankelijk’ hebben gemaakt.)

Enige tijd geleden werd er bij ons gepreekt over Korach, Datan en Abiram. Zou On op tijd gestopt zijn met z’n opstandigheid?

Alle mensen die Korach toebehoorden? Zo staat het er toch? Ja, inderdaad. En in de betreffende preek werd er verder geen kanttekening bij geplaatst… en dat vind ik jammer. Vooral omdat de tien geboden in de mijns inziens ongelukkige vertaling van de NBV erbij werden gehaald: “Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten;“. De vertaling NBG 1951 staat mij meer aan: “want Ik, de HERE, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten,”. Er zit voor mij wel een aardig verschil tussen ‘laten boeten’ en ‘bezoeking doen’. En wat ik ook gemist heb, is een opmerking over Ezechiël 18. Ik weet het, een predikant is ook maar een mens, maar de boodschap van de Bijbel eenzijdig brengen terwijl er meer kanten aan zitten, daar houd ik niet van.

Soms gaan mensen ook met zo’n uitleg aan de haal. Ik hoorde laatst iemand stellig beweren dat we uit de hand van God geen kwaad, geen lijden te verduren krijgen. Dat zou allemaal het werk van de duivel zijn. Maar is dat werkelijk zo? Lees maar eens Als ’t kwaad goede mensen treft.

Daarom lijkt het mij een goed idee dat predikanten ‘alle’ kanten van ‘de zaak’ belichten. Ook al ontgaat ons de logica, het gaat wel om de manier waarop God werkt. We zijn vanaf het begin van de schepping uitverkoren, en toch mogen en kunnen we zelf kiezen…

Terug naar de kinderen van Korach. Als we Numeri 26:11 erbij nemen, zien we dat de kinderen van Korach niet omgekomen waren. En in 1 Kronieken 6 vanaf vers 22  zien we details over de nakomelingen van Korach. Er zijn zelfs enkele Psalmen bekend van de nakomelingen van Korach: denk o.a. maar aan “Van de Korachieten, een psalm.”.

Dat neemt niet weg dat nog steeds moeilijk te begrijpen is waarom de kinderen van Datan en Abiram wèl stierven. En waarom de kinderen van Achan (zie Jozua 7 vanaf vers 16) dood moesten. Dat werd overigens, naar mijn idee, wèl vrij goed uitgelegd in de preek: het heeft te maken met de heiligheid van God.

Veel meer werd er trouwens niet over gezegd, en misschien kan dat theologisch wel niet… Daarom geef ik hier mijn mening, waarvan ik denk dat die gebaseerd is op de Bijbel. Die kinderen hoeven God niet per se óók gehaat te hebben, of in opstand gekomen te zijn, of op de een of andere manier ernstig gezondigd te hebben, zoals hun ouders. Denk bijvoorbeeld aan het kind van David en Batseba dat moest sterven (2 Samuel 12 vanaf vers 14). En denk aan de kinderen van Job die omkwamen – dat had in zekere zin ook met de heiligheid van God te maken. Dat je hier, op deze aarde, moet sterven vanwege de heiligheid van God hoeft, denk ik, niet te betekenen dat je niet in Gods Koninkrijk komt.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

God heeft mij zo gemaakt

Een uitspraak die ik de laatste tijd wel vaker hoor.

En wat bedoelt de spre(e)k(st)er er dan mee?

Daar bedoelt hij of zij mee dat hij of zij dingen doet omdat hij of zij nou eenmaal zo is. Zie ook Ze moeten me maar nemen zoals ik ben.

Echt een goed excuus vind ik dat niet, om me voorzichtig uit te drukken. Ik ben een zondaar, dat is nooit anders geweest, dus zondig ik, en daar kan ik niks aan doen. De boodschap van de Bijbel is heel anders. Zéker ben ik een zondaar, maar dat is mijn eigen schuld! Lees maar eens wat Zondag 3 van de Heidelbergse Catechismus er over zegt.

Vraag 6:

Heeft God de mens dan zo slecht en verkeerd geschapen?

Antwoord:

Nee, God heeft de mens goed en naar zijn beeld geschapen, dat wil zeggen: in ware gerechtigheid en heiligheid, opdat hij God, zijn Schepper, naar waarheid kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige heerlijkheid leven zou, om Hem te loven en te prijzen.

(Op GKV Belijdenissen kun je onder Heidelbergse Catechismus (pdf) wel verwijzingen naar de Bijbel vinden.)

Vind je dat je moet kunnen handelen naar hoe je bent? Vind je dat niet meer dan logisch? Denk dan hier eens over na: er is één zonde die we (althans de meesten van ons) maatschappelijk nog steeds absoluut onacceptabel vinden, die voortkomt uit hoe iemand is, uit zijn of haar geaardheid. Maar bijna iedereen vindt dat zo iemand niet naar die geaardheid mag handelen. Waarom niet? Omdat hij of zij daar anderen mee beschadigt. (En dan hebben we het er nog niet eens over dat hij of zij zichzelf ook beschadigt. Over jezelf beschadigen: zie wat ik over mezelf heb geschreven in Geheimen van een succesvolle film of serie. ’t Is – hopelijk – geen zware beschadiging, maar toch…)

God heeft zijn regels gegeven voor hoe wij ons moeten gedragen, en we kunnen en mogen ons niet verschuilen achter ‘zo ben ik nou eenmaal gemaakt’. Wie zijn wij, om God ter verantwoording te roepen? Zie bijvoorbeeld Romeinen 9:20.

We kunnen niet doen wat we zèlf willen en ondertussen beweren dat we God liefhebben – zie bijvoorbeeld 1 Johannes 1:5-10 en Johannes 14:15 en Ik moet niks!. Of we het begrijpen of niet, of het moeilijk of gemakkelijk is, ook als we zelf denken dat we er niemand kwaad mee doen, we moeten God liefhebben boven alles (zie Theologie is geen wiskunde)… En bedenk, dat God met de beproeving ook de uitweg biedt (zie 1 Korintiërs 10:13, dat wordt besproken in Beproevingen doorstaan. Kan dat?). Hij heeft ons voor hier en nu op deze aarde geen ‘geluk’ beloofd…

Ik citeer nog een stukje uit de Heidelbergse Catechismus.

Vraag 32:

Maar waarom wordt u een christen genoemd?

Antwoord:

Omdat ik door het geloof een lid van Christus ben en zo deel heb aan zijn zalving, om: als profeet zijn naam te belijden, als priester mijzelf als een levend dankoffer aan Hem te offeren, en als koning in dit leven met een vrij en goed geweten tegen de zonde en de duivel te strijden en na dit leven in eeuwigheid met Hem over alle schepselen te regeren.

Waar ga je voor? Voor het ‘hier en nu’ of voor ‘leven in eeuwigheid’? Lees Romeinen 8:18-39! En bedenk: je kunt stoppen met tegen God ingaan, je kunt stoppen met eigenwillige godsdienst; zolang er leven is, is er hoop – zie bijvoorbeeld Ezechiël 18:21-32. En lees evt. Vallen is niet erg, blijven liggen wel.

Roep mij te hulp in tijden van nood,
ik zal je redden, en je zult mij eren.

Psalm 50:15

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Vallen is niet erg, blijven liggen wel

Deze uitspraak heb ik op een kaart staan, een reclamekaart van Omdenken. Hij hangt in de keuken aan een kastdeur, net als een aantal andere zaken waarvan ik het nuttig of handig vind om eraan herinnerd te worden (maar die hangen niet allemaal aan dezelfde deur 🙂 ).

Het zou ook een kaart van Visje kunnen zijn, bedacht ik. En, de tekst staat ook min of meer zo in een oud doopsformulier (pdf)… Maar dan gaat het over de zonde: “En wanneer wij soms uit zwakheid in zonden vallen, moeten wij aan Gods genade niet wanhopen en al evenmin in de zonden blijven liggen.”.

Als ik om me heen kijk in kerkelijk Nederland, heb ik sterk de indruk dat het geen kwaad kan dat ik uitleg wat dit zinnetje uit dat oude doopsformulier betekent.

Wat is in zonden vallen? Dan doe je iets waarvan God heeft gezegd dat je het niet moet doen, of je laat iets na waarvan God heeft gezegd dat je het juist wèl moet doen. Kortom, je mist je doel / het doel… God wordt niet geëerd.

Wat doe je normaal gesproken als je gevallen bent? Dan sta je weer op, dat ligt nogal voor de hand. En als je dat zelf niet kunt, dan vraag je of iemand je helpt. Zelf opstaan van vallen in zonde(n) kunnen wij als mensen niet, daar hebben we Jezus voor nodig. Je kunt om Zijn hulp bidden. Sterker nog, als je christen bent, móét je dat doen.

Dus, dan is blijven liggen verkeerd…

Sowieso is lang(er) blijven liggen niet zo verstandig, maar in de zonde(n) blijven liggen is iets wat je absoluut niet moet willen. Dan leef je willens en wetens in voortdurende overtreding van Gods geboden. Dat gaat aan je vreten (zie b.v. Psalm 32, in het bijzonder de verzen 3-6), en op de duur ga je méér goede daden nalaten, en méér geboden overtreden.

En dan heb ik aan het eind van dit stukje deze vragen: kunnen we, mogen we ‘blijven liggen in zonde’ van onze broers en zussen accepteren om erger te voorkomen? En wat heeft dat te maken met dankbaarheid voor de gekregen genade/gratie?

Natuurlijk kun je je daar concrete situaties bij indenken. Maar het gaat mij nu niet om die situaties. Het gaat mij om het principe, zie b.v. Marcus 10:1-12, waar onze Heer Jezus verwijst naar het begin van de schepping.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Ze moeten me maar nemen zoals ik ben

Dat is een uitspraak die je ook vaak van christenen hoort. En er zit beslist een goede kant aan, denk ik. Want je hoeft jezelf niet te modelleren naar hoe een ander wil dat je bent…

Maar volgens mij zit er ook een foute kant aan deze uitspraak – anders had ik dit stukje niet geschreven. 😉

Hoezo dan? Je bent toch zoals God je gemaakt heeft? Voor een deel wel, ja… voor een deel ook niet! Ieder mens is zondig, zie 1 Johannes 1:10. En dat heeft God niet zo bedoeld.

Maar waarom is deze uitspraak dan zo ‘gevaarlijk’? Omdat-ie vaak gebruikt wordt om dingen goed te praten die niet goed zijn.

Ik herinner me bijvoorbeeld dat ik, toen ik nog bij een volleybalvereniging zat, nooit werd opgesteld in de eerste set van een wedstrijd. Toen ik de aanvoerder vroeg waarom, kreeg ik te horen dat me dat niets aanging. Toen ik iemand van het bestuur vroeg of dit zomaar kon, kreeg ik te horen dat de betreffende man zoveel voor de vereniging deed (en dat ze er dus niks van konden zeggen… – al zei hij dat niet met zoveel woorden). Ik heb mijn lidmaatschap opgezegd, en ben bij een recreatiegroep gaan volleyballen.

Wat in dit voorbeeld niet goed gegaan is, is dat het bestuur mijn aanvoerder de hand boven het hoofd hield, terwijl hij verkeerd bezig was.

In vriendengroepen en ook in kerkelijke gemeentes zie je dat soort dingen ook wel gebeuren. Iemand is ergens heel goed in, en/of doet heel veel goeds, en daarom mag er geen kritiek zijn op zijn of haar fouten. Daardoor gaan tenminste twee dingen verkeerd: (1) iemand is onnodig slachtoffer en (2) iemand is boven kritiek verheven. Dat dat eerste verkeerd is snapt iedereen die een beetje nadenkt, dus daar ga ik het verder niet over hebben. Maar dat tweede? Wat is daar mis mee? In een vriendengroep zet dit de vriendschap (op de duur) onder spanning, en in een kerkelijke gemeente laat je zo iemand ‘dóór zondigen’. En dat deugt absoluut niet, zie Ezechiël 3:17-21, en Ezechiël 33:1-20. Waarom niet? Omdat een zonde, waarvan je weigert je te bekeren, tot de eeuwige dood leidt. En als je ziet dat iemand – en al helemáál iemand die je lief is – dat doet, dan dóé je er toch iets aan?

Beter dat je openlijk terechtgewezen wordt
dan dat je uit liefde wordt gespaard.

(Spreuken 27:5)

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

29 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Een belangrijke brief

Bij het lezen van het boek Gevarenzones voor mannen door Jerry White, © 2000 Nederlandse vertaling Navigator Boeken, kwam ik de volgende brief tegen. Jerry White heeft toestemming gegeven om deze brief te delen, met bronvermelding – zie zijn opmerking onder aan zijn brief.

En ik denk dat het de moeite waard kan zijn deze brief te lezen, ook nú nog.

De citaten uit de bijbel heb ik omgezet naar de Nieuwe BijbelVertaling. Verwijzingen naar ‘oude techniek’ heb ik aangepast.

-0-0-0-

Beste vrienden,

Toen ik tijdens een nacht in juni een uur of drie wakker lag, voelde ik het als mijn persoonlijke plicht om enkele gedachten te delen met de mannen die op onze verzendlijst staan. Dit is geen nieuwsbrief en ook geen gebedsbrief, maar meer een eenvoudige verwoording van enkele ideeën, waarvan ik hoop dat ze jullie denken zullen stimuleren.

Met het oog op enkele recente gebeurtenissen denk ik dat we het vraagstuk van seksuele zuiverheid eerlijk met elkaar moeten bespreken. Ik richt me op mannen, omdat ik zelf een man ben en alleen vanuit dat perspectief kan spreken. Maar als er vrouwen zijn die deze brief lezen, kan dat hen helpen het probleem vanuit mannelijk perspectief te zien.

Seksuele zuiverheid is een duidelijk gebod in de bijbel. ‘Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt, dat u zich onthoudt van ontucht [seksuele immoraliteit]’ (1 Tessalonicenzen 4:3). Er zijn geen excuses voor seksuele onreinheid. Berouw, ja. Vergeving, ja. Excuses, nee. En om de een of andere reden lijken de gevolgen van seksuele zonde, ook al wordt zonde door God niet in verschillende categorieën onderverdeeld, veel diepgaander te zijn dan andere zonden.

Hier zijn een paar principes (…) gedachten (…) observaties:

  1. Seksuele zonde begint altijd als beslissing van het verstand voordat ze lichamelijk in daden wordt omgezet. Het is daarom erg belangrijk dat we onze gedachten beschermen.
  2. Een moeizaam huwelijk vormt nooit een excuus voor seksuele zonde.
  3. Een man die weduwnaar is geworden, gescheiden is of bepaalde seksuele ervaringen heeft, zal waarschijnlijk vaker te maken hebben met verleiding, voornamelijk omdat hij weet wat hij mist.
  4. In gevallen die ik heb meegemaakt, heb ik eigenschappen gezien die kenmerkend lijken te zijn voor mannen die zijn vervallen in seksuele onreinheid:
    • Zij hebben het imago van de macho en een gevoel van dominantie.
    • Zij hebben de veronderstelling gefaald te hebben op het werk, of hun trots heeft op een ander gebied een gevoelige slag gekregen.
    • Zij hebben het gevoel ‘boven de wet’ te staan.
    • Zij zijn niet al te streng voor zichzelf (…) op vele gebieden, zoals eten en lichamelijke beweging.
    • Zij komen onoplettend op plaatsen of in situaties terecht waarin de verleiding enorm groot is.
    • Zij kijken onophoudelijk en ongedisciplineerd naar vrouwen.
  5. Het afleggen van verantwoording is een belangrijk preventief middel, al is het niet het enige.
  6. Zelfs wanneer er verantwoording wordt afgelegd, zal iemand die seksueel wil zondigen een manier vinden om te liegen en anderen en zichzelf te misleiden. Daarom moeten we elkaar ondersteunen met gebed.
  7. Ongeacht onze geestelijke volwassenheid, hoe oud we zijn of hoe goed ons huwelijk is, is iedereen gevoelig voor seksuele verleiding.

Hoe kan ik verantwoording afleggen? Mijn voorstel is dat u iemand, in ieder geval zo nu en dan, directe vragen laat stellen – misschien elke maand. Hier volgen enkele voorbeelden van vragen die gesteld kunnen worden:

  1. Hebt u een seksuele relatie met iemand anders dan uw vrouw?
  2. Laat u zichzelf in met pornografie?
  3. Masturbeert u? (Dit is zonder meer een controversieel onderwerp. Ik zou u willen voorstellen het hoofdstuk over seksuele immoraliteit in mijn boek Honesty, Morality and Conscience aandachtig door te lezen. Veel mensen zijn van mening dat masturbatie geen belangrijk onderwerp is. Ik ben geneigd dat anders te zien.)
  4. Kijkt u naar films of series waarin veel seks te zien is?
  5. Laat u zich gaan in seksuele fantasieën over andere vrouwen?

Maar na dit alles vragen we ons misschien af: ‘Wat zijn goede voorzorgsmaatregelen tegen seksuele zonde?’ Hier volgen enkele adviezen:

  1. Dagelijks tijd doorbrengen met God en zijn Woord en besluiten geestelijk te groeien.
  2. Uzelf toewijden aan de strijd om verlorenen te winnen.
  3. Een goede relatie onderhouden met een of twee andere mannen voor wie u verantwoording aflegt.
  4. De relatie met uw vrouw verdiepen.
  5. Voortdurend op uw hoede zijn met betrekking tot uw gedachteleven en handelingen.
  6. Uzelf vastbesloten en voortdurend opnieuw voornemen dat u niet seksueel zult zondigen.
  7. ‘Defensief’ bidden.

In zijn boek Growing Strong in the Seasons of Life heeft Chuck Swindoll enkele wijze dingen te zeggen met betrekking tot David en Salomo:

Achteruitgang doet zich nooit plotseling voor. Er is niet één tuin die plotseling ‘overwoekerd’ is met onkruid. Er is geen kerk die plotseling ‘scheurt’. Er is geen gebouw dat plotseling ‘in elkaar stort’. Er is geen huwelijk dat plotseling ‘uit elkaar valt’. Er is niet één land dat plotseling enorm aan macht ‘inboet’. Er is niemand die plotseling ‘afglijdt’. Langzaam, bijna onopgemerkt, worden bepaalde dingen geaccepteerd die eens afgewezen werden. Dingen die eens als schadelijk werden beschouwd worden nu heimelijk getolereerd. Aan de buitenkant komt het onschadelijk over, misschien zelfs opwindend, maar de wig die het drijft laat een kloof achter die groter wordt aangezien moreel verval hand in hand gaat met geestelijk verderf. De kloof wordt een ravijn. De ‘weg die juist lijkt’ wordt, in feite, ‘de weg van de dood’. Salomo schreef dat. Hij zou het moeten weten.

Wees op jullie hoede, jullie die staan, wees op je hoede, opdat jullie niet vallen! Wees voorzichtig met het veranderen van jullie normen zodat ze overeenkomen met jullie verlangens. Pas heel goed op dat jullie niet geïnfiltreerd worden met gedachten over je eigen belangrijkheid. Wees bedachtzaam op de vallen van welvaart en succes. Mocht God rijkdom, bekendheid en succes geven, ren daar dan niet bang voor weg en voel je niet schuldig. Blijf eenvoudigweg in balans. Denk aan Salomo, die in vrij korte tijd veranderde van een nederige, wijze man in een ijdele dwaas.

De uwe in Christus,

Jerry White

Opmerking: Voelt u zich vrij om deze brief te kopiëren en te verspreiden. Vermeld alstublieft Gevarenzones voor mannen door Jerry White, © 2000 Nederlandse vertaling Navigator Boeken als bron.

-0-0-0-

De rest van het boek mag niet gekopieerd worden, maar m.b.v. de gegevens hierboven en ISBN 90-76596-01-8 kunt u/kun je vast wel uitzoeken of het leverbaar is. Mijn advies: vraag het bij uw/je plaatselijke boekhandel, en bestel het daar ook – u/jij wilt toch graag dat er een boekhandel blijft in uw stad of dorp?

Een citaat uit de brief hierboven: “Met het oog op enkele recente gebeurtenissen denk ik dat we het vraagstuk van seksuele zuiverheid eerlijk met elkaar moeten bespreken.”. Die brief is van vóór 2000, en toch is de opmerking nog actueel! Geeft u/jou dat óók te denken?

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatst gewijzigd: 1 september 2019.
^
Homepage

Evolutie en theologie

De laatste tijd zijn vrij veel ‘bekende’ christenen bekeerd tot het evolutionisme – om het iets diplomatieker te zeggen: zij geloven dat God het heelal met een oerknal heeft laten beginnen, en dat mensen als soort voortkomen uit niet-menselijke wezens.

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat deze mensen niet zèlf het wetenschappelijke materiaal hebben bekeken – als ik op internet zoek naar ‘bewijzen’ voor evolutie dan lees ik vaak dat die overweldigend zijn, maar het wordt zelden of nooit concreet, en als het dat al wordt, komt het op mij niet zo overtuigend over…

Het feit dat wezens gemaakt zijn naar een (sterk) op elkaar lijkend bouwplan hoeft toch niet te betekenen dat ze uit elkaar voortkomen? Dat denken we toch ook niet van b.v. fiets, bromfiets, motorfiets, autoped/step, éénwieler, segway, etcetera? Als je dat rijtje zo bekijkt, eventueel aangevuld met nog wat dingetjes met wielen, denk ik dat je voor jezelf wel een logische ontwikkelingsvolgorde kunt bedenken. Zoek maar eens op of het zo gegaan is!

Het scheppingsverhaal van Genesis 1 en 2 wordt door ‘evolutiegelovigen’ beschouwd als een verhaal dat aansluit bij de beleving van de mensen uit de tijd van Mozes (die – toch nog? – verondersteld wordt de schrijver van Genesis te zijn).

Theologisch ontstaat er dan een probleem: in zijn brief aan de Romeinen beweert Paulus dat alle mensen zondaars geworden zijn door de overtreding van één mens (en dat door de gehoorzaamheid van één mens alle mensen rechtvaardigen worden), zie Romeinen 5:19 NBV. (Overigens lijkt mij de Herziene Statenvertaling beter qua vertaling van dit vers: Romeinen 5:19 HSV.)

Hoeveel mensen zijn er uit hun niet-menselijke voorouders ontstaan, en wanneer werden die door God als mensen beschouwd?

En als dat met die éne mens die zondigde niet correct in de Bijbel staat, hoe zit het dan met die éne mens die niet zondigde?

Kan God dan eigenlijk wel iemand uit de dood opwekken? Dat is toch wel een belangrijke vraag, in ieder geval voor christenen – zie 1 Korintiërs 15:12-19. En volgens de wetenschap kunnen mensen niet uit de dood opstaan.

En als je gelooft dat het heelal uit een oerknal is ontstaan, hoe gaat het dan verder?

Op een gegeven moment is de zon ‘op’. En dan stopt de aarde ook met bestaan. Maar hoe valt dat te rijmen met de komst van onze Heer Jezus ‘als een dief in de nacht’? Zie 1 Tessalonicenzen 5:1-2. En als Jezus niet uit de dood is opgestaan, komt hij dan überhaupt wel terug?

Theologie is wetenschap, net als geologie en biologie. Je hoeft uiteraard geen theoloog te zijn om (niet) in God te geloven, net zomin als je geoloog of bioloog hoeft te zijn om (niet) in een oerknal te geloven.

Maar het kan geen kwaad heel goed na te denken over wat je gelooft: het zou wel eens belangrijker kunnen zijn dan alleen voor je leven hier en nu.

Geloven is gemakkelijker als je denkt… (… gemakkelijker dan? Hoeft niet…)

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

25 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage