Tagarchief: zijn

God heeft mij zo gemaakt

Een uitspraak die ik de laatste tijd wel vaker hoor.

En wat bedoelt de spre(e)k(st)er er dan mee?

Daar bedoelt hij of zij mee dat hij of zij dingen doet omdat hij of zij nou eenmaal zo is. Zie ook Ze moeten me maar nemen zoals ik ben.

Echt een goed excuus vind ik dat niet, om me voorzichtig uit te drukken. Ik ben een zondaar, dat is nooit anders geweest, dus zondig ik, en daar kan ik niks aan doen. De boodschap van de Bijbel is heel anders. Zéker ben ik een zondaar, maar dat is mijn eigen schuld! Lees maar eens wat Zondag 3 van de Heidelbergse Catechismus er over zegt.

Vraag 6:

Heeft God de mens dan zo slecht en verkeerd geschapen?

Antwoord:

Nee, God heeft de mens goed en naar zijn beeld geschapen, dat wil zeggen: in ware gerechtigheid en heiligheid, opdat hij God, zijn Schepper, naar waarheid kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige heerlijkheid leven zou, om Hem te loven en te prijzen.

(Op GKV Belijdenissen kun je onder Heidelbergse Catechismus (pdf) wel verwijzingen naar de Bijbel vinden.)

Vind je dat je moet kunnen handelen naar hoe je bent? Vind je dat niet meer dan logisch? Denk dan hier eens over na: er is één zonde die we (althans de meesten van ons) maatschappelijk nog steeds absoluut onacceptabel vinden, die voortkomt uit hoe iemand is, uit zijn of haar geaardheid. Maar bijna iedereen vindt dat zo iemand niet naar die geaardheid mag handelen. Waarom niet? Omdat hij of zij daar anderen mee beschadigt. (En dan hebben we het er nog niet eens over dat hij of zij zichzelf ook beschadigt. Over jezelf beschadigen: zie wat ik over mezelf heb geschreven in Geheimen van een succesvolle film of serie. ’t Is – hopelijk – geen zware beschadiging, maar toch…)

God heeft zijn regels gegeven voor hoe wij ons moeten gedragen, en we kunnen en mogen ons niet verschuilen achter ‘zo ben ik nou eenmaal gemaakt’. Wie zijn wij, om God ter verantwoording te roepen? Zie bijvoorbeeld Romeinen 9:20.

We kunnen niet doen wat we zèlf willen en ondertussen beweren dat we God liefhebben – zie bijvoorbeeld 1 Johannes 1:5-10 en Johannes 14:15 en Ik moet niks!. Of we het begrijpen of niet, of het moeilijk of gemakkelijk is, ook als we zelf denken dat we er niemand kwaad mee doen, we moeten God liefhebben boven alles (zie Theologie is geen wiskunde)… En bedenk, dat God met de beproeving ook de uitweg biedt (zie 1 Korintiërs 10:13, dat wordt besproken in Beproevingen doorstaan. Kan dat?). Hij heeft ons voor hier en nu op deze aarde geen ‘geluk’ beloofd…

Ik citeer nog een stukje uit de Heidelbergse Catechismus.

Vraag 32:

Maar waarom wordt u een christen genoemd?

Antwoord:

Omdat ik door het geloof een lid van Christus ben en zo deel heb aan zijn zalving, om: als profeet zijn naam te belijden, als priester mijzelf als een levend dankoffer aan Hem te offeren, en als koning in dit leven met een vrij en goed geweten tegen de zonde en de duivel te strijden en na dit leven in eeuwigheid met Hem over alle schepselen te regeren.

Waar ga je voor? Voor het ‘hier en nu’ of voor ‘leven in eeuwigheid’? Lees Romeinen 8:18-39! En bedenk: je kunt stoppen met tegen God ingaan, je kunt stoppen met eigenwillige godsdienst; zolang er leven is, is er hoop – zie bijvoorbeeld Ezechiël 18:21-32. En lees evt. Vallen is niet erg, blijven liggen wel.

Roep mij te hulp in tijden van nood,
ik zal je redden, en je zult mij eren.

Psalm 50:15

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage