Tagarchief: dankbaarheid

Wees dankbaar

… dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt.

1 Tessalonicenzen 5:18.

Dat is niet altijd gemakkelijk. Nog geen twee jaar geleden overleed mijn vrouw. Dat doet nog steeds zeer, elke dag, maar vooral bij bijzondere gelegenheden. Laatst waren we bij een diploma-uitreiking, daar merkten we dat ook.

Maar in de toespraak van een van de schoolleiders vooraf viel mij op dat hij de geslaagde jongelui en de andere aanwezigen meegaf dat dankbaar zijn heel belangrijk is. Het is een houding waarmee je het leven beter aankunt.

Dankbaarheid, en dat onder alle omstandigheden.

Vanochtend werd ik wat later wakker dan gebruikelijk, gisteravond was ik naar de kerkdienst en het feest ter gelegenheid van het huwelijk van een neef (zoon van een zus van mijn vrouw); z’n vrouw is nu dus mijn nicht. Dankbaar dat God hen samengebracht heeft… dat zijn ze zelf ook, dat kwam heel duidelijk in de preek naar voren.

Terwijl ik bij beide gelegenheden aanwezig was dacht ik aan mijn eigen situatie. Ik ben dankbaar dat ik mijn vrouw al die ons samen gegeven tijd van God heb mogen hebben. En voor haar en voor onszelf ben ik blij dat ze nu bij Hem mag zijn.

Maar … ik werd wakker. In een fijn bed, in een (meestal) rustige buurt, in een prima huis, met een prachtig uitzicht. Daar ben ik dankbaar voor.

Daarna heb ik de was in de wasmachine gedaan. Dankbaar dat ik daar een apparaat voor heb, en dat ik dat wassen niet met de hand hoef te doen. En dat er elektriciteit is, en water, en zeep…

Toen ben ik naar twee supermarkten geweest. Naar de eerste vóór negen uur, dat scheelt parkeergeld in de stad, bij de andere supermarkt geldt geen betaald parkeren. Er was ruime keuze, brood, fruit, groente, vlees, zuivel, vis, … Overvloed, iets om dankbaar voor te zijn.

Thuisgekomen eerst met m’n nog thuiswonende zoon ontbeten. Gezellig, lekker. Afgesloten met een stuk lezen uit de Bijbel, en met dankgebed. Ik ben dankbaar dat dat in vrijheid en in rust en vrede kan in dit land.

Daarna mijn dagelijkse halfuurtje hometrainen afgedraaid, met een boek in de hand. Goed voor de gezondheid, en ik ben dankbaar dat God mij die geeft, en dat ik in de gelegenheid ben om er zelf iets aan te doen.

Dan lekker scheren en douchen, in een eenvoudige maar complete badkamer. Lekker warm en koud water. Heerlijk. Daar ben ik dankbaar voor.

Eenmaal weer beneden constateerde ik dat de wasmachine al een tijdje klaar was, en dat ik daarvoor en voor het mooie weer dankbaar kon zijn: de was hangt inmiddels buiten.

Het liep tegen een uur of elf, en ik had zin in koffie. Ook daarvoor heb ik een apparaat, en binnen vrij korte tijd was ik voorzien van een kopje van dit voor mij heerlijke spul.

Dankbaarheid. Als ik naar alle ellende kijk die ik mee(ge)maak(t heb) en (ge)zie(n heb), dan heb ik er niet zoveel zin in om dankbaar te zijn. Maar als ik op alle dingen let waar ik geen recht op heb, en die ik zomaar van God krijg omdat Hij vindt dat ik ze mag hebben – tja, dan wordt het wel ‘een beetje’ anders. Ik ben dankbaar voor Zijn genade.

Wees dankbaar!

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

Er is genoeg voor iedereen

Vandaag is het Dankdag. Hoe komen we erbij om Dankdag te houden? Ik heb enkele websites opgezocht met informatie:

Dankdag houden blijkt al een vrij oud gebruik te zijn, al denkt niet iedereen gelijk over wanneer het begonnen is. Dit lijkt me overigens typisch een geval waarbij dat ook niet echt belangrijk is.

Maar wat als je op de vlucht bent, geen dak boven je hoofd hebt, onvoldoende kleding, en/of niet genoeg te eten? Dan is zo’n titel als boven dit stukje staat, ‘Er is genoeg voor iedereen’, wel een aanfluiting. En dan is er ook nog zo’n vrolijk liedje over (zoek maar eens op YouTube).

Overigens ben ik van mening dat er op deze aarde genoeg voedsel is voor alle aardbewoners. Kijk maar eens hoeveel grond er alleen al in ons land braakligt. Misschien moet één en ander wat beter verdeeld worden? Daar kun je zelf meestal maar een klein beetje aan doen; soms werk je voor een organisatie die er invloed op kan uitoefenen, maar de meeste mensen kunnen alleen maar af en toe wat geld geven om de verdeling te verbeteren. En vergeet niet ervoor te bidden!

God licht af en toe een tipje van de sluier op als het gaat om hoeveel Hij geeft om en op de aarde, en hoe mooi het gaat worden na de terugkomst van Jezus Christus.

Lees maar eens hoe Elia aan eten kwam toen hij Achab had aangezegd dat er een hele tijd geen regen zou vallen, en hoelang hij kon lopen op één maaltijd. En lees hoe Mozes heel lang zonder eten en drinken kon. En hoe Jezus na veertig dagen vasten honger had toen Hij door de duivel verzocht werd (Matteüs 4:2, Lucas 4:2). Voorbeelden van mensen die met een klein beetje heel lang toekonden.

Maar er zijn ook voorbeelden dat God een (enorme) overvloed geeft. Elisa mag een arme weduwe helpen (2 Koningen 4:1-7), God geeft via hem leven, en leven terug (2 Koningen 4:8-37); honderd mensen houden over van een klein beetje, dat Elisa hun door zijn bediende laat voorzetten (2 Koningen 4:42-44). Jezus deelt veel eten uit terwijl Hij met weinig begint, dankzij de zegen van Zijn Vader (Matteüs 14:15-21, 15:32-39, Marcus 6:30-44, 8:1-9, Lucas 9:10-17, Johannes 6:5-15). En er zijn meer voorbeelden van overvloed.

Jezus vertelt ons dat we ons niet druk moeten maken om kleding en voedsel: Lucas 12:22-24. Dat is namelijk niet het belangrijkste, zie wat ervóór staat: Lucas 12:1-21. Natuurlijk kun je niet zonder eten en drinken (al kan dat soms wel heel lang…). Maar vertrouwen op God is belangrijker.

Jezus zegt ook dat het belangrijk is dat we zelf geven; als we dat doen, krijgen we ook wat: zie Lucas 6:38. Een “goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat…”. Heb je dat weleens geprobeerd? Ik bewaar mijn koffie in een plastic bus. Ik schud het poeder uit de originele verpakking. Dan schud ik de plastic bus, en zakt de koffie een eind in. Dan kan er meer in! Als je ’t dan ook nog aandrukt, en er een kop op doet… zo heb je een idee wat Jezus je wil geven. Maar dan moeten we zelf geven… en dat betekent: vertrouwen op God, want soms geef je je eten van morgen weg…

Hij Die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen.

1 Tessalonicenzen 5:24.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

6 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen; geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Vallen is niet erg, blijven liggen wel

Deze uitspraak heb ik op een kaart staan, een reclamekaart van Omdenken. Hij hangt in de keuken aan een kastdeur, net als een aantal andere zaken waarvan ik het nuttig of handig vind om eraan herinnerd te worden (maar die hangen niet allemaal aan dezelfde deur 🙂 ).

Het zou ook een kaart van Visje kunnen zijn, bedacht ik. En, de tekst staat ook min of meer zo in een oud doopsformulier (pdf)… Maar dan gaat het over de zonde: “En wanneer wij soms uit zwakheid in zonden vallen, moeten wij aan Gods genade niet wanhopen en al evenmin in de zonden blijven liggen.”.

Als ik om me heen kijk in kerkelijk Nederland, heb ik sterk de indruk dat het geen kwaad kan dat ik uitleg wat dit zinnetje uit dat oude doopsformulier betekent.

Wat is in zonden vallen? Dan doe je iets waarvan God heeft gezegd dat je het niet moet doen, of je laat iets na waarvan God heeft gezegd dat je het juist wèl moet doen. Kortom, je mist je doel / het doel… God wordt niet geëerd.

Wat doe je normaal gesproken als je gevallen bent? Dan sta je weer op, dat ligt nogal voor de hand. En als je dat zelf niet kunt, dan vraag je of iemand je helpt. Zelf opstaan van vallen in zonde(n) kunnen wij als mensen niet, daar hebben we Jezus voor nodig. Je kunt om Zijn hulp bidden. Sterker nog, als je christen bent, móét je dat doen.

Dus, dan is blijven liggen verkeerd…

Sowieso is lang(er) blijven liggen niet zo verstandig, maar in de zonde(n) blijven liggen is iets wat je absoluut niet moet willen. Dan leef je willens en wetens in voortdurende overtreding van Gods geboden. Dat gaat aan je vreten (zie b.v. Psalm 32, in het bijzonder de verzen 3-6), en op de duur ga je méér goede daden nalaten, en méér geboden overtreden.

En dan heb ik aan het eind van dit stukje deze vragen: kunnen we, mogen we ‘blijven liggen in zonde’ van onze broers en zussen accepteren om erger te voorkomen? En wat heeft dat te maken met dankbaarheid voor de gekregen genade/gratie?

Natuurlijk kun je je daar concrete situaties bij indenken. Maar het gaat mij nu niet om die situaties. Het gaat mij om het principe, zie b.v. Marcus 10:1-12, waar onze Heer Jezus verwijst naar het begin van de schepping.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Ik moet niks!

Stel, je komt een kerk binnen, en er wordt je verteld: “Geloof in Jezus, en je wordt gered!”; en dan vraag je, want je weet hoe die christenen zijn 😉 : “Moet ik dan verder niks?” en dan krijg je als antwoord: “Nee, helemaal niks!”.

Geweldig, toch?

Je kunt gewoon doorgaan met wat je doet, je wordt geaccepteerd zoals je bent, niemand die vraagt “Ben je nou eindelijk opgehouden die en die te slaan?” 😉 . Hoe mooi is dat!

Het is in veel kerken mode om je welkom te heten met dat je niks moet. Waarom gebeurt dat? Om te voorkomen dat je afgeschrikt wordt… Het moet niet te moeilijk worden, toch?

Maar houden ze je dan niet voor de gek? Ik vind van wel!

Maar … wat is dat voor een belachelijk standpunt?! Je mag toch bij Jezus komen zoals je bent?

Daar zit, denk ik, het misverstand. Je mag bij Jezus komen, zoals je bent. Maar wat doe je als je met Hem gepraat hebt?

Lees maar eens Johannes 8:1-11.

En laat je dus niet wijsmaken dat je niks moet! Dat zou niet echt van dankbaarheid getuigen…

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Geld maakt niet gelukkig, gelukkig maken ze geld!

Het tweede deel van deze uitspraak relativeert het eerste deel, haalt het eigenlijk zelfs onderuit. In feite staat er dan dat geld wèl gelukkig maakt…

Heb je dat wel eens uitgeprobeerd? Ik bedoel: heb je geld wel eens de kans gegeven je gelukkig te maken? En hoe beviel het? Of: hoe bevàlt het?

Er zijn veel christenen die geen enkele moeite hebben met het meedoen aan een loterij, vooral niet als een deel van de opbrengst van de loten naar een goed doel gaat. Of om ‘een keertje’ te gaan gokken in een casino.

Is daar iets mis mee, dan?

Ja, dat vind ik wel! En ik zal proberen uit te leggen waarom.

Lees eerst maar eens Efeziërs 4:28 en wat daar omheen staat. En Matteüs 4:1-11. En, niet te vergeten, Psalm 127:2.

Eén van je opdrachten hier op aarde is je eigen brood te verdienen, als God je die mogelijkheid heeft gegeven; en als je dan wat inkomsten over hebt, om daarvan iets weg te geven aan wie dat nodig heeft (b.v. aan mensen die niet zelf hun eigen brood kunnen verdienen).

Verder moet je jezelf eens eerlijk aankijken – ga daarbij gerust voor de spiegel staan! – en je afvragen waarom je nou ècht meedoet met zo’n loterij. Wat zou je met het geld doen als je wint? Je zou minstens een deel voor jezelf houden, denk ik. Hoe rijm je dat met je ‘smoesje’ dat je meedoet voor een goed doel?

Er is niks mis mee om van wat je over hebt iets weg te geven, zònder er iets (als een kans in een loterij) voor terug te krijgen.

Bovendien denk ik dat je door mee te doen aan een loterij God op de proef stelt. Heb je de teksten die ik hierboven genoemd heb gelezen? Zo niet, doe dat dan alsnog!

En lees dan ook Hebreeën 13:5. En vraag je af of je tevreden bent met wat je hebt. En of je wel op God vertrouwt voor je ‘dagelijks brood’.

En wat dacht je van de waarschuwing in 1 Timoteüs 6:9-10?

Kolossenzen 3:5 (Het Boek) is wel heel duidelijk: “Door altijd maar meer te willen hebben, aanbidt u een afgod.”.

We hebben het nu over geld gehad. Maar wat is geluk? In de Bergrede (lezen!) geeft Jezus een andere omschrijving van geluk dan ‘rijk zijn’.

Als je het bovenstaande – over geld en geluk – eens goed op je laat inwerken, kun je de volgende gedachtensprong wellicht begrijpen.

Ben jij er voor God, of is God er voor jou?

Ja, ik besef dat het tweede gedeelte van de vraag ook anders uitgelegd kan worden. God ís er voor jou, Hij heeft immers zijn Zoon naar de aarde laten gaan?

Maar zó bedoel ik het hier niet. Wat ik hier bedoel is: moet God (al) jouw wensen vervullen? Zou je daar gelukkig van worden?

In vrijwel elk boek over opvoeding staat dat je (je) kinderen niet alles moet geven waar ze om vragen – voor het geval je dat zelf nog niet begrepen had. Zo zorgt God ook voor ons: Hij geeft ons wat we nodig hebben. En als je eerlijk bent – kijk maar eens goed! – geeft Hij véél meer dan we nodig hebben.

Dan ga je toch eerder aan dankbaarheid denken dan aan ‘meer, meer meer’?

Welke geest beheerst jou? De Geest van God of de geest van Mammon (het geld)? Kies dan vandaag nog wie je dienen wilt (zie b.v. Jozua 24:15)!

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

29 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatst gewijzigd: 1 september 2019.
^
Homepage