Categoriearchief: genade

Tot vrijheid geroepen

Tot vrijheid geroepen. Is dat een paradox?

Kort geleden hoorde ik bij ons in de kerk een preek over Galaten 5, en dan in het bijzonder over het eerste deel van vers 13 (NBV): “Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn.”.

De predikant legde uit wat die vrijheid betekent, namelijk dat we vrij zijn van de wet. En dan niet in de zin dat we nu alles maar kunnen doen en laten waar we zin in hebben.

Is dat niet flauw? Dan zijn er dus grenzen aan die vrijheid. Inderdaad, maar als je even verderkijkt, is dat ook wel logisch. Lees bijvoorbeeld 1 Korintiërs 8:9, 1 Petrus 2:16, Judas:4. Dus is ’tot vrijheid geroepen’ inderdaad een paradox, een schijnbare tegenstelling.

Jouw vrijheid eindigt waar die van een ander begint.” Zo worden vaak de grenzen van vrijheid aangegeven. Maar dat bedoelde, denk ik, de predikant niet. Volgens mij zijn wij geroepen om samen vrij te zijn. Daarom en daarop worden toch de ‘broeders en zusters’ door Paulus aangesproken? De hele wet wordt vervuld in dat we onze naaste liefhebben als onszelf, zie Galaten 5:14. Als we elkaar bijten, mogen we wel oppassen dat we geen kannibalen worden, zie vers 15.

De predikant liet ons kijken naar het rijtje in de verzen 19 t/m 21. Daar herkent je ongelovige buurman zichzelf echt niet in, zei hij. Ook binnen de kerk vind je die dingen. Zo grof? Niet per se; jezelf zoeken, egoïstisch zijn, je tegen elkaar afzetten, weglopen in plaats van doen wat je moet doen, hoort er ook bij; het gaat om de houding. De predikant verwees naar de redenering van de duivel, waar we als mensheid in het begin al ingetrapt zijn, zie Genesis 3:1-5. Het zonder God willen doen…

In de verzen 22 en 23 van Galaten 5 vinden we waar we (nog) in moeten groeien.

De zaken die daar genoemd worden vind je overigens ook buiten de kerk.

Wie denkt dat de scheidslijn tussen goed en kwaad parallel loopt aan die tussen christenen en niet-christenen, is of naïef of christen, en waarschijnlijk allebei.

(Rikkert Zuiderveld, De slimme Rikkert)

Vrucht van de Geest. Gaan we dan zitten wachten op wat de Geest doet? Nee, dat is volgens de predikant niet de bedoeling.

Het is, denk ik, weer typisch zoiets merkwaardigs uit de Bijbel: wij worden opgeroepen iets te doen, en de Geest de ruimte te geven, en de Geest werkt het in ons.

Dàt, en dat we niet meer worden afgerekend op ons (niet) houden van de wet, is dat geen genade?

Laten we daarom onze God liefhebben, en onze medemens (elkaar!) als onszelf. Als we God op de eerste plaats ‘zetten’, kunnen we samen vrij zijn.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

Achab

Waarom een stukje over Achab? Ik verwonder me al heel lang over de overweldigende genade die God Achab geboden heeft. Hij heeft heel veel waarschuwingen van God gehad, met als doel dat hij zich zou bekeren.

In 1 Koningen16:28 wordt de naam Achab voor het eerst genoemd in de Bijbel; Achab wordt koning in de plaats van zijn overleden vader Omri. Na deze Achab wordt in de Bijbel nog iemand met dezelfde naam genoemd (zie Jeremia 29:21-22), maar dit stukje gaat (dus) over Achab de zoon van Omri, koning van het tienstammenrijk.

Nadat aangegeven is hoelang Achab geregeerd heeft, wordt verteld dat hij deed wat slecht was in de ogen van de HEER, meer dan allen die er vóór hem geweest waren. Wie zijn die ‘allen’? Volgens mij begint het bij Salomo, zie 1 Koningen 11:1-13. In de verzen 26-40 van dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het koningschap van het huis van David beperkt zal worden, doordat het grootste deel van het rijk naar Jerobeam (de zoon van Nebat) zal gaan. In 1 Koningen 12:20-33 wordt het begin van het koningschap van Jerobeam beschreven. Jerobeam stelt de kalverendienst in (zie vers 28), en dat wordt zijn koningshuis noodlottig, evenals dat van Basa (Baësa), de moordenaar en opvolger van Jerobeams zoon Nadab. Na een periode van burgeroorlog (zie de tijdsaanduidingen in 1 Koningen 16:15 en 23) wordt Omri koning. En zo zijn we in grote lijnen Achabs voorgangers bijlangs gegaan.

Achab neemt Izebel, dochter van Etbaäl, de koning van Sidon, tot vrouw; en hij begint de Baäls te dienen, en maakt gewijde palen. Ter illustratie van de sfeer van het tijdperk ‘Achab’ wordt vermeld dat Chiël (Hiël) Jericho weer opbouwt, en dat hem dat zijn zonen kost (1 Koningen 16:34), als gevolg van de vloek die Jozua het volk heeft doen uitspreken (Jozua 6:26). Kennelijk was hij niet op de hoogte van die vloek… (Izebel wordt in de brief aan Tyatira genoemd.)

Hoewel Achab het dus een stuk bonter maakte dan zijn voorgangers, maakt God niet meteen een eind aan zijn koningshuis;  God heeft geduld met hem, en stuurt hem een harde waarschuwing: Elia vertelt Achab dat er de komende jaren geen dauw of regen zal komen, tenzij hij (Elia) het zegt.

En Elia krijgt pas in het derde jaar opdracht van God om tegen Achab te gaan zeggen dat er regen zal komen. Als ze elkaar ontmoeten verwijt Achab Elia dat hij Israël in het ongeluk stort; Elia retourneert het ‘compliment’, met duidelijk daarbij de reden waarom juist Achab degene is die Israël in het ongeluk stort. Ook tegenwoordig zie je dat nog: mensen doen domme dingen, en geven God de schuld… Maar dat is al een heel oude gewoonte: zie Spreuken 19:3. En wat je tegenwoordig óók vaak ziet is dat degene die (de) ellende veroorzaakt – afval van God, zoals Achab, en/of eigenwillige godsdienst, zoals Jerobeam de zoon van Nebat -, degene(n) die hem daarin met de Bijbel in de hand tegenstaat/tegenstaan als ‘scheurmaker(s)’ neerzet.

In 1 Koningen 18:19 draagt Elia Achab op ervoor te zorgen dat het hele volk samenkomt op de berg Karmel, met alle profeten van de Baäl en alle profeten van Asjera. Achab doet dat, en dan toont de HEER dat alleen Hij God is, zie 1 Koningen 18:37-39.

En dan komt er eindelijk weer regen! Elia bewijst Achab, door de hand van de HEER, eer door voor hem uit te lopen als hij met zijn wagen naar huis gaat.

Maar Izebel laat zich niet overtuigen, en Achab laat haar Elia bedreigen.

In 1 Koningen 20 wordt beschreven dat Benhadad, koning van Aram, met nog een hele groep koningen bij hem, oorlog voert tegen Achab. Een profeet zegt tegen Achab dat de HEER die hele troepenmacht in Achabs handen zal geven, zie vers 13. Dat krijgt hij zomaar, uit genade, opdat hij inziet dat ‘Ik Ben’, ‘Ik Zal Er Zijn’, is wie Hij zegt dat Hij is: de Machtige, die altijd Zijn woord houdt. De profeet waarschuwt Achab dat Aram terug zal komen in het komende jaar, zie vers 22; Achab kan zich daar maar beter op voorbereiden. En ook deze keer belooft de HEER Achab de overwinning, zie vers 28.

Maar Achab gaat niet op de juiste manier met de overwinning om: zie 1 Koningen 20:30-34. God zegt hem daarvoor straf aan, zie vers 42. Heeft Achab barmhartiger willen zijn dan God? Waarom zou hij zo gehandeld hebben als hij deed?

In 1 Koningen 21 wordt beschreven hoe Achab de wijngaard van Nabot in zijn bezit krijgt. Achab doet Nabot een riant aanbod, maar zo werkt het in Israël niet, zie Leviticus 25; Nabot zegt (dus) tegen Achab dat het niet kan. Dan gaat Achab thuis liggen mokken, en laat Izebel het vuile werk voor hem opknappen; Izebel kende vast Gods wetten met betrekking tot landbezit niet – en het is natuurlijk de vraag of ze zich er iets van zou hebben aangetrokken als ze die wèl had gekend. Maar het wordt Achab als schuld aangerekend, ook al heeft Izebel de uitvoering gedaan, zie 1 Koningen 21:19-24. Je als volwassene als een kind gedragen wordt alléén op prijs gesteld als het om geloof gaat… (zie Matteüs 18:3). Maar omdat Achab berouw toont, zegt God tegen Elia dat de rampen pas na Achabs dood over zijn koningshuis zullen komen.

In 1 Koningen 22 zien we Achabs einde. Ondanks het feit dat Micha, de profeet van de HEER, exact vertelt hoe Achab voor de gek gehouden wordt door zijn eigen profeten, gelooft Achab het niet, en wordt in de strijd gedood.

Hoe dom kunnen wij, mensen, zijn?!

Reageren kan via het contactformulier; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 juni 2019.
^
Homepage

… die al uw krankheden geneest …

Deze week hebben we mijn schoonvader begraven; de doodsoorzaak was kanker.

De overdenking in de dankdienst voor zijn leven ging over Psalm 103:1-5, gelezen in de NBG1951-vertaling.

Loof de HERE, mijn ziel,
en al wat in mij is, zijn heilige naam;
loof de HERE, mijn ziel,
en vergeet niet een van zijn weldaden;
die al uw ongerechtigheden vergeeft,
die al uw krankheden geneest,
die uw leven verlost van de groeve,
die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid,
die uw ziel verzadigt met het goede,
zodat uw jeugd zich vernieuwt als die van een arend.

Wat een wonder, zo’n geloof!

Je lijdt aan een enge ziekte, die je lichaam van binnenuit kapotmaakt; je sterft er zelfs aan. En dan word je begraven. Dat laatste maak je zelf niet bewust mee – gelukkig niet -, maar je weet dat men dat met je lichaam gaat doen, na je heengaan.

Ik gebruik hierboven expres het woord ‘heengaan’. Want mijn schoonvader is, evenals mijn vrouw en nog heel veel anderen, bij God. Hun zonden zijn vergeven, hun ziekten genezen, hun leven verlost van het graf. Ze loven God met alles wat in hen is, ze worden gekroond met goedheid en liefdevolle zorg, hun ziel wordt verzadigd met het goede, en hun jeugd vernieuwt zich.

Om dat allemaal te geloven moet je een levend geloof hebben, zie Hebreeën 11, in het bijzonder vers 13.

En waarom moeten christenen dan eerst nog sterven? Lees eens 1 Korintiërs 15, vanaf vers 35.

En lees meer over de stad die genoemd wordt in Hebreeën 11 in Openbaring 21 en 22.

Is er ook maar iets in deze wereld dat een zo geweldig perspectief biedt?

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

Wees dankbaar

… dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt.

1 Tessalonicenzen 5:18.

Dat is niet altijd gemakkelijk. Nog geen twee jaar geleden overleed mijn vrouw. Dat doet nog steeds zeer, elke dag, maar vooral bij bijzondere gelegenheden. Laatst waren we bij een diploma-uitreiking, daar merkten we dat ook.

Maar in de toespraak van een van de schoolleiders vooraf viel mij op dat hij de geslaagde jongelui en de andere aanwezigen meegaf dat dankbaar zijn heel belangrijk is. Het is een houding waarmee je het leven beter aankunt.

Dankbaarheid, en dat onder alle omstandigheden.

Vanochtend werd ik wat later wakker dan gebruikelijk, gisteravond was ik naar de kerkdienst en het feest ter gelegenheid van het huwelijk van een neef (zoon van een zus van mijn vrouw); z’n vrouw is nu dus mijn nicht. Dankbaar dat God hen samengebracht heeft… dat zijn ze zelf ook, dat kwam heel duidelijk in de preek naar voren.

Terwijl ik bij beide gelegenheden aanwezig was dacht ik aan mijn eigen situatie. Ik ben dankbaar dat ik mijn vrouw al die ons samen gegeven tijd van God heb mogen hebben. En voor haar en voor onszelf ben ik blij dat ze nu bij Hem mag zijn.

Maar … ik werd wakker. In een fijn bed, in een (meestal) rustige buurt, in een prima huis, met een prachtig uitzicht. Daar ben ik dankbaar voor.

Daarna heb ik de was in de wasmachine gedaan. Dankbaar dat ik daar een apparaat voor heb, en dat ik dat wassen niet met de hand hoef te doen. En dat er elektriciteit is, en water, en zeep…

Toen ben ik naar twee supermarkten geweest. Naar de eerste vóór negen uur, dat scheelt parkeergeld in de stad, bij de andere supermarkt geldt geen betaald parkeren. Er was ruime keuze, brood, fruit, groente, vlees, zuivel, vis, … Overvloed, iets om dankbaar voor te zijn.

Thuisgekomen eerst met m’n nog thuiswonende zoon ontbeten. Gezellig, lekker. Afgesloten met een stuk lezen uit de Bijbel, en met dankgebed. Ik ben dankbaar dat dat in vrijheid en in rust en vrede kan in dit land.

Daarna mijn dagelijkse halfuurtje hometrainen afgedraaid, met een boek in de hand. Goed voor de gezondheid, en ik ben dankbaar dat God mij die geeft, en dat ik in de gelegenheid ben om er zelf iets aan te doen.

Dan lekker scheren en douchen, in een eenvoudige maar complete badkamer. Lekker warm en koud water. Heerlijk. Daar ben ik dankbaar voor.

Eenmaal weer beneden constateerde ik dat de wasmachine al een tijdje klaar was, en dat ik daarvoor en voor het mooie weer dankbaar kon zijn: de was hangt inmiddels buiten.

Het liep tegen een uur of elf, en ik had zin in koffie. Ook daarvoor heb ik een apparaat, en binnen vrij korte tijd was ik voorzien van een kopje van dit voor mij heerlijke spul.

Dankbaarheid. Als ik naar alle ellende kijk die ik mee(ge)maak(t heb) en (ge)zie(n heb), dan heb ik er niet zoveel zin in om dankbaar te zijn. Maar als ik op alle dingen let waar ik geen recht op heb, en die ik zomaar van God krijg omdat Hij vindt dat ik ze mag hebben – tja, dan wordt het wel ‘een beetje’ anders. Ik ben dankbaar voor Zijn genade.

Wees dankbaar!

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

De regenboog

Ik maak Mijn verbond met u, dat niet meer alle vlees door het water van een vloed zal worden uitgeroeid, en dat er geen vloed meer zal zijn om de aarde te gronde te richten.
En God zei: Dit is het teken van het verbond dat Ik geef tussen Mij en u, en alle levende wezens die bij u zijn, alle generaties door tot in eeuwigheid: Mijn boog heb Ik in de wolken gegeven; die zal dienen als teken van het verbond tussen Mij en de aarde. Het zal gebeuren, als Ik wolken boven de aarde breng en de boog in de wolken gezien wordt, dat Ik aan Mijn verbond zal denken, dat er is tussen Mij en u en alle levende wezens van alle vlees. Het water zal niet meer tot een vloed worden om alle vlees te gronde te richten.
Als deze boog in de wolken is, zal Ik hem zien, en denken aan het eeuwig verbond tussen God en alle levende wezens van alle vlees dat op de aarde is.
God zei dus tegen Noach: Dit is het teken van het verbond dat Ik gemaakt heb tussen Mij en alle vlees dat op de aarde is.

Genesis 9:11-17.

regenboog
Deze foto is gemaakt tussen het overlijden en de begrafenis van mijn vrouw, toen we het gebouw verlieten waar haar lichaam opgebaard lag.

Hij heeft de aarde gegrondvest op zijn fundamenten,
die zal voor eeuwig en altijd niet wankelen.
U had hem met de watervloed als met een gewaad bedekt,
het water stond tot boven de bergen.
Door Uw bestraffing vluchtten ze,
ze haastten zich weg voor het geluid van Uw donder.
De bergen rezen op, de dalen daalden neer
op de plaats die U ervoor bestemd had.
U hebt een grens gesteld, die ze niet zullen overgaan,
ze zullen de aarde nooit meer bedekken.

Psalm 104:5-9.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

Jona

Herken je je in Jona? Ik wel. Ik heb af en toe zo gruwelijk de ‘p’ in als het om acties van bepaalde mensen gaat… vooral als ze er dan ook nog ‘lekker’ mee door blijven gaan. Dan gun ik ze niet dat God ze hun daden vergeeft.

Geen last van? Denk eens aan iets heel ergs dat iemand jou, je familie en/of je vrienden aan zou kunnen doen; en dat hij of zij niet stopt na één keer. Of stel je voor dat één van die gruwelijke dictators na het vermoorden van miljoenen mensen zich bekeert tot God. Of denk aan iemand die een of meer anderen misbruikt heeft en ‘fijn’ doorleeft, vooral als het ook nog eens om een ‘christen’ gaat…

Als je dat goed op je netvlies hebt staan, lees dan het Bijbelboek Jona eens helemaal (het gaat om slechts vier korte hoofdstukken…).

Ninevé was de hoofdstad van Assyrië (Assur). Had Assyrië Israël dan al zoveel aangedaan? De Jona van het Bijbelboek Jona is vermoedelijk dezelfde als de Jona die voorkomt in 2 Koningen 14:25. In die tijd, de tijd van Jerobeam II, had Israël vooral last van Aram (Syrië). Als je kijkt bij de koningen die ná Jerobeam II komen, wordt het een ander verhaal.

Assyrië is in de tijd van Jona wel al lange tijd een grootmacht, zie b.v. dit artikel. Waarom wilde Jona de Ninevieten dan dood hebben? Het lijkt me sterk dat dat alleen is omdat het om ‘heidenen’ ging. Vermoedelijk was de druk van Assyrië in Israël al wel voelbaar. (De Assyriërs stonden bekend als gruwelijk wreed.) In ieder geval, hij heeft zó’n hekel aan deze vijanden van zijn volk, dat hij ze Gods genade niet gunt. Hij verwijt God dat Hij zo genadig is: “Ik wist het wel: u bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid.” (zie Jona 4). God legt Jona uit waarom Hij zich bekommert om de Ninevieten (en hun dieren!): die wonderboom, daar heeft Jona helemaal niks voor hoeven doen; toch is hij boos als die doodgaat; God heeft de Ninevieten en hun dieren gemaakt (al zegt Hij dat niet met zoveel woorden, Jona zal het vast wel begrepen hebben), dus is het logisch dat God zich het lot van al die mensen en dieren aantrekt.

Hij heeft ze de dood laten aankondigen, en daarop hebben ze gereageerd, zie Jona 3. Bekeerden ze zich tot God? Dat weet ik niet. Maar ze gingen wèl anders leven.

Zo af en toe heb ik er moeite mee dat de wraak niet meteen komt, maar dat had je al wel begrepen uit de inleiding, denk ik. Vooral als mensen maar doorgaan met hun slechte gedrag – als je nou nog verandering zag… Maar God zegt dat we geduld moeten hebben, omdat Hij het voor ons zal opnemen, zie Romeinen 12:19. Geduld maakt deel uit van de vrucht van de Geest: Galaten 5:22-23. Zelfbeheersing ook…

En wat misschien ook wel helpt is in de spiegel kijken: ben ik béter dan die andere mensen? Jezus heeft een gelijkenis verteld waarin mij zo’n spiegel wordt voorgehouden: zie Matteüs 18:21-35. En denk aan het Onze Vader!

Móét je per se vergeven? Ik heb daar eerder al eens iets over geschreven, zie ‘Door uw schuld is de HEER kwaad op mij geworden‘. Ik denk dat het belangrijk is te bidden om vergevingsgezindheid.

Jezus is gekomen om de hele wereld te redden: Johannes 3:16-18. Dat is dus inclusief mijzelf…

Genade: wel goedkoop, maar niet gratis (Visje).

Moeilijk te accepteren, soms…

Twee uitspraken van Rikkert Zuiderveld (uit De slimme Rikkert) als ‘uitsmijter’:

  • Wie genade heeft ontvangen en meent daardoor bij de gever in het krijt te staan, heeft de genade nog niet ontvangen.
  • Wie moeilijk kan vergeven, heeft een reden temeer het te doen, aangezien vergeving de weg effent naar een wereld waarin vergeven niet meer nodig is.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

6 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Gratis aangeboden: levensverzekering

Ik heb een vertegenwoordiger van DZVG ontmoet. Hij bood mij namens DZVG een gratis levensverzekering aan! Als ik doodga, krijg ik een nieuw leven. (“Net als in een computerspelletje!”, dacht ik.)

Als ik meer klanten aanbreng, zit er voor mij wat extra’s aan… Ik moet natuurlijk wel wat mogelijkheden hebben in mijn nieuwe leven. 😉

Dus: heb je belangstelling?! Reageer dan!

Reageren kan via het contactformulier; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Een christen doet de hele week zijn best, om op zondag te horen dat het niet gelukt is

Dat is een uitspraak van Rikkert Zuiderveld, opgetekend in De slimme Rikkert (uitgeverij Brandaan).

En hier is er nog een van hem: “Wie genade heeft ontvangen en meent daardoor bij de gever in het krijt te staan, heeft de genade nog niet ontvangen.”.

‘Zèlf doen!’: dat is vaak hèt probleem van christenen. Wat we zelf moeten doen is aanvaarden dat Jezus het al voor ons gedaan heeft…

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

… beter op de drempel van Gods huis dan wonen in de tenten der goddelozen

Deze regel is afkomstig uit Psalm 84. Voor mij persoonlijk betekent dit gedicht heel veel. Het is de favoriete Psalm van mijn overleden vrouw.

Van verlangen smacht mijn ziel naar de voorhoven van de HEER. Mijn hart en mijn lijf roepen om de levende God.

Ook in b.v. Psalm 42 is dit verlangen te vinden, in de verzen 2 en 3.

Zelfs vogels vinden een plaats in het huis van God – die beestjes zijn er eigenlijk altijd! “Dat zou ik ook wel willen…” zegt de dichter met iets andere woorden.

Vers 7 ziet er in de Willibrordvertaling zo uit: “en trekt hij dan door een dorre vallei, dan wordt ze een groene oase met lenteregens gezegend.“. Enig idee hoe dor zo’n vallei kan zijn? Als je het begin van dit stukje nog even bekijkt, denk ik dat je wel begrijpt dat ik er wel enig idee van heb (maar ik denk dat het nog véél erger kan). Over wat jij ervan weet, kan ik niet oordelen: misschien ken ik je niet eens; en zelfs indien wel, “Alleen je eigen hart kent je diepste verdriet, …” (Spreuken 14:10).

Maar zo’n vallei kan dus ‘een groene oase met lenteregens gezegend’ worden… Maar hoe dan? Daarvoor moeten we in het voorafgaande vers kijken: “Gelukkig de mens die zijn kracht vindt bij U: hij droomt van opgaan naar U;“. Soms denk ik dat ik wel eens zo’n lenteregen voel…

En ik vraag God vaak om naar mijn gebed te luisteren (zie vers 9).

Ik kan beter op de drempel van Gods huis zijn, dan in de tenten van de goddelozen. Want wat hebben die mij te bieden? Er staat wel meer over goddelozen in de Bijbel, maar ik vind het vers in Spreuken dat meteen ná het bovengenoemde vers over het kennen van je diepste verdriet komt wel duidelijk genoeg: Spreuken 14:11 “Het huis van goddelozen wordt verwoest…”. Misschien niet zo snel als ik wel zou willen, maar “… de Heer zegt: ‘Het is aan mij om wraak te nemen, ik zal vergelden.’” – Romeinen 12:19, en wat God zegt, doet Hij! Waarom Hij zo lang wacht? De goddelozen krijgen kansen om zich te bekeren! (Zie o.a. Ezechiël 18:32.) Genade: niet goedkoop maar wel gratis (Visje).

“Want God, de HEER, is een zon en een schild. Genade en glorie schenkt de HEER, zijn weldaden weigert hij niet aan wie onbevangen op weg gaan. HEER van de hemelse machten, gelukkig de mens die op u vertrouwt.”

Zingen? Kijk eens in een kerkboek, liedboek, zangbundel, of zoek (op YouTube) naar Psalmen voor nu.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage