Tagarchief: vergevensgezindheid

Jona

Herken je je in Jona? Ik wel. Ik heb af en toe zo gruwelijk de ‘p’ in als het om acties van bepaalde mensen gaat… vooral als ze er dan ook nog ‘lekker’ mee door blijven gaan. Dan gun ik ze niet dat God ze hun daden vergeeft.

Geen last van? Denk eens aan iets heel ergs dat iemand jou, je familie en/of je vrienden aan zou kunnen doen; en dat hij of zij niet stopt na één keer. Of stel je voor dat één van die gruwelijke dictators na het vermoorden van miljoenen mensen zich bekeert tot God. Of denk aan iemand die een of meer anderen misbruikt heeft en ‘fijn’ doorleeft, vooral als het ook nog eens om een ‘christen’ gaat…

Als je dat goed op je netvlies hebt staan, lees dan het Bijbelboek Jona eens helemaal (het gaat om slechts vier korte hoofdstukken…).

Ninevé was de hoofdstad van Assyrië (Assur). Had Assyrië Israël dan al zoveel aangedaan? De Jona van het Bijbelboek Jona is vermoedelijk dezelfde als de Jona die voorkomt in 2 Koningen 14:25. In die tijd, de tijd van Jerobeam II, had Israël vooral last van Aram (Syrië). Als je kijkt bij de koningen die ná Jerobeam II komen, wordt het een ander verhaal.

Assyrië is in de tijd van Jona wel al lange tijd een grootmacht, zie b.v. dit artikel. Waarom wilde Jona de Ninevieten dan dood hebben? Het lijkt me sterk dat dat alleen is omdat het om ‘heidenen’ ging. Vermoedelijk was de druk van Assyrië in Israël al wel voelbaar. (De Assyriërs stonden bekend als gruwelijk wreed.) In ieder geval, hij heeft zó’n hekel aan deze vijanden van zijn volk, dat hij ze Gods genade niet gunt. Hij verwijt God dat Hij zo genadig is: “Ik wist het wel: u bent een God die genadig is en liefdevol, geduldig en trouw, en tot vergeving bereid.” (zie Jona 4). God legt Jona uit waarom Hij zich bekommert om de Ninevieten (en hun dieren!): die wonderboom, daar heeft Jona helemaal niks voor hoeven doen; toch is hij boos als die doodgaat; God heeft de Ninevieten en hun dieren gemaakt (al zegt Hij dat niet met zoveel woorden, Jona zal het vast wel begrepen hebben), dus is het logisch dat God zich het lot van al die mensen en dieren aantrekt.

Hij heeft ze de dood laten aankondigen, en daarop hebben ze gereageerd, zie Jona 3. Bekeerden ze zich tot God? Dat weet ik niet. Maar ze gingen wèl anders leven.

Zo af en toe heb ik er moeite mee dat de wraak niet meteen komt, maar dat had je al wel begrepen uit de inleiding, denk ik. Vooral als mensen maar doorgaan met hun slechte gedrag – als je nou nog verandering zag… Maar God zegt dat we geduld moeten hebben, omdat Hij het voor ons zal opnemen, zie Romeinen 12:19. Geduld maakt deel uit van de vrucht van de Geest: Galaten 5:22-23. Zelfbeheersing ook…

En wat misschien ook wel helpt is in de spiegel kijken: ben ik béter dan die andere mensen? Jezus heeft een gelijkenis verteld waarin mij zo’n spiegel wordt voorgehouden: zie Matteüs 18:21-35. En denk aan het Onze Vader!

Móét je per se vergeven? Ik heb daar eerder al eens iets over geschreven, zie ‘Door uw schuld is de HEER kwaad op mij geworden‘. Ik denk dat het belangrijk is te bidden om vergevingsgezindheid.

Jezus is gekomen om de hele wereld te redden: Johannes 3:16-18. Dat is dus inclusief mijzelf…

Genade: wel goedkoop, maar niet gratis (Visje).

Moeilijk te accepteren, soms…

Twee uitspraken van Rikkert Zuiderveld (uit De slimme Rikkert) als ‘uitsmijter’:

  • Wie genade heeft ontvangen en meent daardoor bij de gever in het krijt te staan, heeft de genade nog niet ontvangen.
  • Wie moeilijk kan vergeven, heeft een reden temeer het te doen, aangezien vergeving de weg effent naar een wereld waarin vergeven niet meer nodig is.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

6 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Door uw schuld is de HEER kwaad op mij geworden

Het opschrift van dit stukje is afkomstig uit Deuteronomium 4:21. Mozes mag het beloofde land niet in: Deuteronomium 4:22. Hij verwijst in zijn toespraak naar de geschiedenis van het water van Meriba, Numeri 20:2-13.

Mozes heeft het volk misschien wel vergéven dat ze hem zo kwaad gemaakt hebben dat hij zichzelf (èn God) vergat, maar vergéten is hij het niet. En hij noemt deze periode ook gewoon in zijn toespraak.

Vinden wij dat dat kan?

Wij willen nog wel eens ‘moeilijk doen’ over het feit dat we wèl kunnen vergeven, maar niet vergeten. En dat ‘moeilijk doen’ slaat er dan op dat we eigenlijk vinden dat we wat ons aangedaan is niet alleen moeten (kunnen) vergeven, maar ook vergeten.

Maar is dat wel zo Bijbels?

Ik weet van mezelf dat ik bepaalde dingen die me zijn aangedaan vergeten ben (voor ‘vergeten zijn’ en ‘vergeten hebben’ zie b.v. het taaladvies van Onze Taal). Maar soms is er iemand anders die het nog wel weet, en dan blijkt af en toe dat het toch nog ergens in een schuilhoek van mijn geheugen bewaard gebleven is.

Wat we moeten meewegen bij ons oordeel hierover is, denk ik, wat de gevolgen van iemands misstap tegen ons zijn. Als je die gevolgen nog vaak tegenkomt in je leven, zal vergeten (erg) moeilijk zijn.

Moet je een ander per se het jou aangedane leed vergeven? Dat denk ik wel, in ieder geval moet je er je best voor doen. Ik zal proberen dat uit te leggen. (En dat kan ik niet zonder de Bijbel, zie Jesaja 55:11, waar staat dat Gods woord niet leeg terugkeert.) Lees eerst maar eens de gelijkenis van de onbarmhartige dienaar. En dan ook het Onze Vader. Dan zie je, als je goed leest, dat ‘je best ervoor doen’ niet goed genoeg is. Maar wat moet je dan, als je ècht niet kunt vergeven? Ga naar God: zie o.a. Psalm 50:15. En bedenk: je kunt wel bidden om vergevingsgezindheid, maar als je haat en/of wrok in je hart blijft toelaten, helpt zulk bidden niet! Bid dat God dat allemaal wegneemt, en vecht er zelf voor! Lees bijvoorbeeld Filippenzen 2:12-18, waar o.a. staat dat we ons moeten inspannen voor onze redding. Dan nog zou het goed kunnen dat het je niet lukt; anderen mogen je ook niet dwingen om te vergeven, zie bijvoorbeeld Slachtoffer incest niet dwingen dwingen tot vergeven. Maar blijf in contact met God!

Terug naar Mozes. Mag hij zulke dingen zeggen? Stelt hij zich dan niet als slachtoffer op?

Ik zou niet weten waarom hij het niet zou mogen zeggen. De gevolgen zijn, op het moment van zijn toespraak, toch nog steeds voelbaar? En kijk eens naar het doel van zijn toespraak! Hij zegt het niet (alleen) uit frustratie. Lees maar eens een stuk van het vervolg van zijn toespraak: Deuteronomium 4:23-31. Mozes gebruikt zichzelf als voorbeeld om het volk te waarschuwen.

Verder denk ik dat vergevensgezindheid ècht heel belangrijk is. Zie het stukje hierboven over de gelijkenis van de onbarmhartige dienaar en het Onze Vader. Maar ná het vergeven zou er plaats moeten komen voor nieuw vertrouwen. Ik weet uit eigen ervaring dat dat erg moeilijk is, vooral als ik niet de indruk heb dat mijn vergevensgezindheid nog een ander doel heeft dan dat ik van mijn wrok af ben, met andere woorden: de ander heeft geen flauw idee dat ik hem iets te vergeven heb.

Volgens mij mag je dus best over de gevolgen van iemand anders zijn zonde in jouw leven praten, maar dan wel met de beperkingen van de hoofdregels van het evangelie: God liefhebben boven alles, en je naaste als jezelf, zie Marcus 12:29-31 voor de volledige tekst.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage