Categoriearchief: leesvoer

Die in de hemel woont, zal lachen…

De titel is een stukje uit Psalm 2, maar dat had je vast al wel door. In de NBV21 staat het zo: “Die in de hemel troont lacht, …”. Dat staat in de tegenwoordige tijd, niet in de toekomende tijd. Voor zover ik weet kan de Hebreeuwse werkwoordsvorm beide betekenissen hebben. Al moet ik zeggen dat ik nu wel de voorkeur geef aan de tegenwoordige tijd.

Maar daar hebben we toch nu niks aan?! Poetin is Oekraïne binnengevallen, en trekt zich niets aan van demonstraties in eigen land (boetes, huisarrest, gevangenisstraf, …?) en van sancties vanuit het buitenland. Hij heeft hard gewerkt om Rusland minder vatbaar te maken voor sancties, terwijl de Europese Unie – waar wij bij horen, dus – voor een groot deel economisch van hem afhankelijk is.

Maar vergis je niet als het om God gaat… Lees bijvoorbeeld Psalm 73, en let dan, heel symbolisch, vooral op het einde.

Ik vind het zelf vaak moeilijk om dit te geloven. Maar God heeft al zó vaak laten zien dat wat Hij zegt uitkomt! Zie ook wat Hij erover zegt in Jesaja 55:10-11.

Wat zegt Jezus zelf? Lees eens Openbaring 1, en let in het bijzonder op vers 8.

Bid voor de Oekraïeners, in het bijzonder voor onze geloofsgenoten; want gezien wat Poetin in Rusland met gelovigen gedaan heeft en doet, ziet het er niet goed voor hen uit als hij de baas wordt in Ukraïne.

Vergeet niet:
Христос воскрес! Воістину воскрес!

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 26 februari 2022.

^
Homepage

Wat is goed?

Wat je met elkaar afspreekt, dat is goed!

Ja, maar … stel dat een minderheid het er niet mee eens is, wat doe je dan?

Een collega vroeg mij eens waarom ik normen van buitenaf nodig had. Dat was ruim 10 jaar geleden. Destijds begrepen mensen het nog als ik ze uitlegde dat er een behoorlijk verschil zit tussen iets geven aan een goed doel, en meedoen met een loterij waarvan een deel van de opbrengsten naar een goed doel gaat. Dat onderscheid is voor veel mensen inmiddels behoorlijk vervaagd. Ik zag op Linked In dat VluchtelingenWerk Nederland de deelnemers aan de Postcodeloterij bedankte voor hun deelname aan die loterij.

Persoonlijk vind ik het idioot om egoïsten te bedanken voor hun zelfzuchtige acties, die ze goedpraten met dat een deel van hun inleg naar een goed doel gaat. Want als je vraagt wat men gaat doen met een eventueel gewonnen bedrag, dan gaat daarvan hooguit een deel naar een goed doel…

En al zou men alles aan een goed doel geven, gokken is niet rationeel: de organisatie verdient er altijd het meeste aan. Als je echt iets voor bijvoorbeeld de armen wilt doen, of, om het actueel te houden, voor coronaslachtoffers in India, geef dan zonder er iets voor terug te willen. Jezus zei dat je er dan wat aan hebt voor later, zie Lucas 14:12-14; anders dus niet…

En, niet te vergeten: laat het niet voor je uit bazuinen, zie Matteüs 6:1-4. Het kàn goed zijn om te laten zien dat je geeft, zie bijvoorbeeld 1 Kronieken 29; en kijk speciaal even naar vers 17. David is niet eerst heel rijk geworden over de ruggen van anderen, en is toen de grote meneer gaan uithangen tot meerdere eer en glorie van zichzelf.

Dus…

Als je je christen noemt, gok je niet. Zie bijvoorbeeld 49,9 miljoen!. Noem mij eens goede Bijbelse gronden waarom jij zou moeten of mogen gokken?

Wat ik zie is dat – zolang er geen ‘beschavingen’ weggevaagd worden door oorlogen of rampen – de ‘moraal’ achteruitgaat (denk bijvoorbeeld aan het Romeinse Rijk); de mens is zichzelf tot norm; wat de meerderheid wil, dat is goed. En daarom heb ik normen van buitenaf nodig. Die zijn onveranderlijk goed, want ze komen van God zelf.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 19 mei 2021.

^
Homepage

Democratie

No one pretends that democracy is perfect or all-wise. Indeed, it has been said that democracy is the worst form of Government except all those other forms that have been tried from time to time; …

Winston Churchill (bron: Parliament Bill (Hansard, 11 November 1947)).

In vertaling: “Niemand beweert dat democratie perfect is. Er is zelfs gezegd dat democratie de slechtste staatsvorm is, op al die andere vormen na die van tijd tot tijd zijn geprobeerd.” (bron: Citaten.net).

Ons gedrag

Betekent democratie dat je lak kunt hebben aan de overheid, omdat je die zelf mee gekozen hebt?

Vandaag, 28 maart 2021, zijn enkele kerken in het nieuws gekomen omdat ze volledig opengingen voor alle gemeenteleden, ondanks dringend advies van verschillende overheden (in ieder geval landelijk en plaatselijk) om dat – vanwege de coronapandemie – niet te doen. Die overheden konden een en ander niet verbieden, vanwege de vrijheid van godsdienst die in de grondwet verankerd is. Maar hoelang denk je dat die vrijheid van godsdienst nog in de grondwet blijft staan als je je zo gedraagt? En dan heb ik het nog niet eens over agressie tegen verslaggevers.

Is dit hoe Jezus ons leert hoe we het evangelie ‘aan de man moeten brengen’?

Gedrag van de overheid

Ik wacht nog steeds op teruggave van het ‘kwartje van Kok’.

De toeslagenaffaire.

De eerste twee verkenners voor de formatie van een nieuw kabinet waren vrij open met hun aantekeningen, terwijl die duidelijk niet voor openheid bedoeld leken.

Ik zou hier, als ik wilde, een hele waslijst van onbewuste en bewuste stommiteiten van onze overheden kunnen neerzetten, maar ik denk dat ik mijn punt wel heb gemaakt.

Nou, vooruit, nog eentje dan. Hoe consequent is het om een avondklok te hebben en ondertussen basis- en middelbare scholen open te hebben (kinderen en virussen…), en werknemers door werkgevers te laten verplichten naar hun werk te komen, terwijl die werknemers prima thuis kunnen werken?

Gedrag van predikanten

En dan hoor ik predikanten zemelen – excusez le mot – dat de overheid het zo moeilijk heeft met de coronacrisis, en dat kritiek niet op z’n plaats is.

Beste predikanten, Paulus heeft ons geleerd – in onder andere Romeinen 13:1-7 -, dat we de overheid moeten gehoorzamen (maar: God meer gehoorzamen dan mensen, Handelingen 5:29, zie ook God meer gehoorzamen dan de overheid), en er geduld mee moeten hebben (1 Tessalonicenzen 5:14). De overheid in Paulus’ tijd was aanzienlijk beroerder dan degene die we nu hebben, maar inherent aan het systeem van democratie is dat je vrij kritiek op de overheid mag hebben. En als die zinnig is, dus met argumenten komt, dan is het aan de overheid en haar instituties (zoals bijvoorbeeld het RIVM) om die kritiek te bestrijden, óók met argumenten. Doodzwijgen van zulke kritiek, wat het RIVM momenteel doet, met bijvoorbeeld kritiek van Maurice de Hond, maakt dit instituut er niet geloofwaardiger op.

Goedpraten wat fout is, is overigens sowieso onchristelijk. Dat je je mond houdt om niet vervolgd te worden, daar kan ik nog inkomen. Maar wat jullie, predikanten, (met elkaar?) doen in het de overheid ‘de hand boven het hoofd houden’, dat deugt echt niet. Als de overheid het beter zou kunnen doen, heeft die er recht op dat te vernemen. Dat is heel christelijk: je wilt immers dat het je broer en je zus en je verdere familie goed gaat?

Geduld is prima, maar als feiten worden genegeerd en met de waarheid een loopje wordt genomen, en dat laatste, als het openbaar wordt, ook nog eens wordt gebagatelliseerd, dan mag je daar als (christelijke) burger best iets van zeggen.

Denk je werkelijk dat de overheid respect voor je heeft, je serieus neemt, als je je zo kritiekloos opstelt?

Geduld kun je ook overdrijven. Kijk maar naar de huidige situatie in de vrijgemaakte kerken. Veel ‘schapen’ zijn al vertrokken, omdat de ‘herders’ zolang talmen (om geen sterker woord te gebruiken).

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 28 maart 2021.
^
Homepage

“In the long run we are all dead.”

Dit is een uitspraak van John Maynard Keynes, een bekend econoom. Het betekent ongeveer: “Op de lange termijn zijn we allemaal dood.”. Dat kun je uiteraard zo uitleggen dat Keynes iets minder lomp formuleerde wat Louis (Lodewijk) XIV, ‘de Zonnekoning’, (of zijn maîtresse Madame de Pompadour, zie Wikipedia) veel eerder al eens gezegd heeft: “Après nous, le déluge.” (“Na ons de zondvloed.”). Maar dat bedoelde Keynes niet, zie dit artikel.

Maar waarom kom ik met dit citaat in een blog over Bijbel en geloof?

Christenen hebben nogal eens de neiging om zich helemaal te richten op het hiernamaals, en het hiernumaals niet de aandacht te geven die het volgens de Bijbel toch wel verdient. Over het algemeen geldt – in ieder geval is dat wat ik zie – dat hoe bijbelgetrouwer mensen proberen te leven, des te meer de tegenwoordige tijd verwaarloosd wordt. Ik formuleer het even wat lomper: mensen die de ‘nieuwe hermeneutiek’ volgen zijn volgens mij meer geïnteresseerd in het hiernumaals dan in het hiernamaals. Die kunnen wat mij betreft dus hier wel stoppen met lezen. Als je wilt weten welke mensen het meest zijn vastgeroest in hun standpunten, dan is dat dit soort mensen. Je kunt je niet op de Bijbel beroepen om ze hun standpunt te laten heroverwegen, want het principe van de nieuwe hermeneutiek is nu juist dat jij de Bijbel zo kunt en mag uitleggen als het jou uitkomt. Dat is wat kort door de bocht geformuleerd, maar als je er even goed over nadenkt zul je zien dat je via een lange(re) bocht op hetzelfde eindpunt uitkomt. Mensen die niet naar argumenten willen luisteren kunnen niet door redeneren overtuigd worden.

Mensen die ‘helemaal niks met God hebben’, zouden zich kunnen vinden in een reclameboodschap van het Humanistisch Verbond van enige tijd terug: “Ik geloof in het leven vóór de dood”, met de impliciete boodschap dat ze dus niet geloven in het het leven ná de dood.

Heb ik gronden voor deze boude stellingen? Uiteraard. 😉

We zien al in het begin van de Bijbel (Genesis 4:19-22) dat de ‘nuttige, handige en leuke dingen’ niet worden uitgevonden of bedacht door de mensen die God volgen.

Ook Jezus wijst erop dat ‘de kinderen van deze wereld’ onder elkaar verstandiger zijn dan ‘de kinderen van het licht’ (Lucas 16:1-13).

Maar er is geen goede reden voor mensen die God willen dienen (zonder een deel of delen van Zijn Woord te negeren) om geen of weinig aandacht te besteden aan het hier en nu. God heeft de mens de opdracht gegeven met de aarde bezig te gaan (Genesis 1:28); zowel christenen als niet-christenen hebben aan die opdracht gehoor gegeven, of ze het nu zagen als een opdracht of niet. Maar heel vaak is dat gebeurd, en gebeurt het nog, met egoïstische doeleinden. Kijk maar naar hoe we met elkaar het klimaat aan het vernaggelen zijn.

Aan de andere kant zijn er zeker wel aanwijzingen in de Bijbel te vinden die een verklaring vormen voor de houding van veel christenen, zie bijvoorbeeld 1 Korintiërs 4:18, 7:31.

De wereld uitgaan is ook beslist niet de bedoeling, zie 1 Korintiërs 5:10.

Maar wat moeten we dan wel doen?

Kijk eens naar Lucas 16:13. Je kunt niet tegelijk God dienen èn de mammon.

De mammon is dat je méér vertrouwt op geld dan op God.

De mammon is niet ‘het geld’ zèlf, want met geld kun je heel goede dingen doen in en voor het Koninkrijk van God (zie bijvoorbeeld Armen). Proberen deze aarde te ‘verbeteren’ door er goed voor te zorgen past, denk ik, heel goed binnen de opdracht die God de mens gegeven heeft. ‘Circulaire economie’ verdient steun van christenen, mijns inziens.

Lees 1 Samuel 15:22-23. En Psalm 40:7-9. We moeten in deze wereld gehoorzaam zijn aan God. Hoe moet dat? God liefhebben boven alles, en onze medemens als onszelf. Zie voor een nauwkeuriger formulering Lucas 10:27. Waarom kies ik hier niet voor Matteüs 22:37-39? Dat komt omdat veel mensen die zich christen noemen denken dat ‘liefhebben’ de opdracht is, en dat je je medemens het meest dient door hem z’n gang te laten gaan, zolang hij er op het eerste gezicht zichzelf en andere mensen niet mee beschadigt. Dat is niet terecht, lees 1 Johannes 5:2.

“Hieraan weten wij dat wij de kinderen van God liefhebben, wanneer wij God liefhebben en Zijn geboden bewaren.”

Eérst komt God, dan de medemens, en je zou met Matteüs 22:37-39 ‘op de loop kunnen gaan’ zonder Lucas 10:27 in rekening te brengen. Je medemens kun je niet goed liefhebben als je God niet boven alles liefhebt. En liefhebben en gehoorzamen worden hier gelijkgeschakeld, zoals je ziet. Als je je medemens iets ‘gunt’ waarvan God heeft aangegeven dat het niet goed is, verklein je dus zijn ‘kans’ om later bij God te mogen leven. Ik noem dat beslist geen liefde.

En ja, dan ben je wellicht wat minder geïnteresseerd in mooie en/of dure spullen, en hoef je niet zo nodig carrière te maken. Maar dat is toch prima? (Op ‘carrière maken’ hoop ik nog een keer terug te komen.) Zeker! Maar probeer wel te begrijpen dat mensen die niet in God geloven er heel anders tegenaan kunnen kijken. Veracht die mensen niet. Heb ze lief op de manier die Jezus ons heeft geleerd. Want naast het leven vóór de dood, wat voor sommige mensen het enige is, is er wel degelijk een leven ná de dood. En God wil dat zoveel mogelijk mensen daarover horen:

“De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen.”

2 Petrus 3:9.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 7 maart 2021.
^
Homepage

Kapitalisme of socialisme?

De ‘oorlog’ tussen kapitalisme en socialisme (communisme) is gewonnen door het kapitalisme; daar is vrijwel iedereen het over eens.

In de socialistische en communistische systemen die er op de wereld nog zijn geldt het uit ‘Animal Farm’ bekende adagium: ‘All animals are equal, but some animals are more equal than others.’. En daarmee geven die systemen hun eigen ‘failliet’ aan.

Maar de overwinning van het kapitalisme eist nog steeds slachtoffers; kapitalisme is een wrede meester.

Er is een gezegde “De duivel schijt altijd op de grote hoop.”, of, zoals mijn moeder het in mijn jongere jaren formuleerde: “De duvel schiet op dikke bult’n.”. En dat is precies wat er gebeurt: de rijken worden steeds rijker, zie bijvoorbeeld het filmpje “Hoe de superrijken onze democratie ondermijnen“.

Waar komt het woord ‘slachtoffer’ eigenlijk vandaan? Kijk maar eens in Leviticus 7:16-17. Het was een offer aan God, waarvan je zelf mocht eten. God heeft het volk alles wat het heeft gegeven, en als de Israëlieten daar dan iets van aan God aanbieden, geeft God hun daarvan een deel terug om in Zijn tegenwoordigheid van te genieten.

Zo niet de slachtoffers van nu! Doorgaans valt er niets (terug) te krijgen.

Er zijn bijvoorbeeld slachtoffers in het verkeer (“Is uw snelheid en haast een kinderleven waard?”).

Bedenk voor jezelf, naast het hier genoemde voorbeeld, nog eens een aantal voorbeelden van slachtoffers zoals ze tegenwoordig voorkomen, en vraag je dan daarbij eens af in hoeveel van de voorbeelden die je gevonden hebt er sprake is van een ‘afgod’. Als je niet weet wat een afgod is, ga dan maar eens zoeken, en probeer te begrijpen wat de moderne betekenis van dat woord is. Ik zal een voorzet geven bij het voorbeeld van verkeer: de auto als ‘heilige koe’.

Je zat er natuurlijk al op te wachten: leert de Bijbel ons welk systeem het beste is?

Dat ga ik je niet letterlijk voorzeggen (met in dit geval de klemtoon op ‘voor’…), maar je kunt proberen mijn ’tocht door de Bijbel’ (in grote stappen) voor wat betreft dit onderwerp te volgen.

Ik heb in eerdere berichten (bijvoorbeeld Armen) al eens verwezen naar wat Mozes namens God tegen de Israëlieten zei over het voorkomen (je kunt de klemtoon zowel op ‘voor’ als op ‘ko’ leggen…) van armen. Zie Deuteronomium 15:4-5 en vers 11.

In Ruth 2 zien we Boaz die heel goed zorgt voor Ruth.

We vinden het een en ander over genieten: Prediker 2:24, 5:17, 7:14, 9:9, Jesaja 65:22, Jeremia 31:5.

Job zorgde goed voor de armen, zie Job 29:16. God bekommert zich om de armen, zie Psalm 12:6, 69:34, 112 (in het bijzonder vers 9), 140:13.

Jezus had en heeft ook een mening over hoe we moeten omgaan met armen, zie bijvoorbeeld Lucas 16:19-31. (Hier zou je het woord ‘voorzeggen’ bij kunnen gebruiken met de klemtoon op ‘zeg’.)

En Hij had en heeft ook iets te zeggen over hoe we ons bezit moeten bezitten, zie Lucas 12:13-21, en dan heeft Hij het nog niet eens over de armen. Overigens wordt geldzucht door Paulus ‘een wortel van alle kwaad’ genoemd, zie 1 Timoteüs 6:10.

Nu, in deze coronatijd, zien we veel initiatieven om de wereld te verbeteren. Niet alleen op het gebied van ons klimaat, maar ook om de welvaart beter te verdelen. Heb je je weleens afgevraagd wat “vervul de aarde en onderwerp haar” (Genesis 1:28) betekent? Is er iets mis met dat ‘vervullen’? Dat hoeft niet! Het gaat erom, denk ik, hoe je dat ‘onderwerpen’ invult.

Zegt de Bijbel ook iets over verbeterinitiatieven? De Bijbel vindt slavernij toch goed?

Om met dat laatste te beginnen: de Bijbel geeft duidelijk richting aan, maar roept op om die richting niet met geweld af te dwingen (we moeten de overheden gehoorzamen, zie Romeinen 13). Paulus geeft bijvoorbeeld aan dat een slaaf de kans om vrij te worden niet moet laten lopen, zie 1 Korintiërs 7:21. En er staan zóveel aanwijzingen in de Bijbel dat je als meester goed voor je slaven moet zorgen dat je, als je dat als meester niet deed, en vond dat de Bijbel jouw recht op het bezitten van andere mensen verdedigde, toch wel een vorm van de toenmalige ‘nieuwe hermeneutiek’ moest aanhangen om dat voor jezelf te rechtvaardigen.

De Bijbel is ook heel duidelijk over hoe je moet omgaan met betalingsverplichtingen, zie bijvoorbeeld Leviticus 19:13, Deuteronomium 24:14, Spreuken 3:28. Dat de arbeider zijn loon waard is, wordt in het Nieuwe Testament meerdere keren bevestigd, zie bijvoorbeeld 1 Timoteüs 5:18.

Gewoon zomaar even een hedendaagse situatie. Jij bent verantwoordelijk voor de uitgaande betalingen bij een groot bedrijf. Er zijn een aantal zzp-ers die voor jullie bedrijf werken, en die maandelijks een factuur sturen met een betalingstermijn van 30 dagen. Van je baas mag je die pas betalen na minstens 60 dagen, terwijl jullie bedrijf ruimschoots voldoende ‘in kas’ (‘op de bank’) heeft. Wat doe je? En als je dat bedacht hebt, bedenk dan eens wat God in zo’n situatie van je vraagt.

Tenslotte vraag ik nog aandacht voor 2 Korintiërs 8:1-15, in het bijzonder de verzen 13-15.

Heb je je mening al gevormd over welk systeem het beste is? En welk systeem (het meest) Bijbels is?

De Bijbel wijst ons erop dat we God boven alles moeten liefhebben, en onze medemens als onszelf (binnen de grenzen van ‘God boven alles liefhebben’, zie 1 Johannes 5:2).

Dat ‘systeem’ gaat op de tegenwoordige wereld geen werkelijkheid worden, maar de Bijbel roept ons – gezien de genoemde geboden – wel op ernaar te streven dat het werkelijkheid wordt. En uiteindelijk zal het dan werkelijkheid worden, als Jezus terugkomt.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 14 juni 2020.

^
Homepage

Lijden door corona – kan ik er wat aan doen?!

Het coronavirus is gekomen…

Veel mensen zijn eraan overleden. Veel anderen zijn ziek (geweest). Overheden doen er van alles aan om besmetting met het virus te voorkomen.

Ondertussen zijn er ook mensen die indirect lijden door corona. Werkers in de zorg. Alleenstaanden. Zzp-ers. Werknemers. Bedrijfseigenaren. … . Maar ook arme mensen. Zoek bijvoorbeeld maar eens op ‘Lagos Nigeria gevolgen corona’ (zoals hier) – hierbij een voorbeeld: ‘Honger dreigt voor miljoenen in Afrikaanse steden door coronalockdown‘. Nog een voorbeeld (engelstalig, doorgestuurd door een vriend): ‘When a Pandemic falls on the Poor‘.

Het is zo langzamerhand de vraag wat erger is… het directe of het indirecte lijden door het coronavirus.

Mensen zijn altijd het bangst voor wat ze denken dat directe dreigingen zijn; eventuele gevolgen voor de toekomst worden niet meegenomen. Is dat niet logisch? Als je je nu niet beschermt tegen een directe dreiging, is er toch sowieso geen toekomst meer? Dat lijkt heel plausibel, maar is die dreiging werkelijk zo reëel? Opinieschrijvers denken daar verschillend over. En dat is niet het onderwerp van dit stukje.

Mensen die in armoede leven hebben een grotere kans om honger te krijgen dan andere mensen. Dan komt – in mijn logica – verantwoordelijkheid in beeld. Ik ben beslist niet rijk – de bank is eigenaar van mijn huis en ik vraag me niet eens meer af hoe dom dat is (zie … wees tevreden met wat u hebt.). Moet ik dan voor die arme mensen zorgen, of mag ik dat overlaten aan de echt rijken met hun goede-doelen-stichtingen op hun eigen naam?

Lees Deuteronomium 15:4-5, en vers 7-8, en vers 11. Net als de Israelieten houden wij ons niet aan Gods geboden, dus zullen er altijd armen zijn. Maar God vindt dat wij, net als de Israelieten, dat niet als excuus mogen gebruiken, en ook dat is een gebod van God. Dus…

Hoe voelt dat nou als je zelf arm bent? Ik weet er niet zoveel meer van, maar toen ik jong was was er een periode waarin ik in oktober bij koud weer nog in de korte broek naar school ging. Waarom? Dan kwamen er geen gaten in mijn broek als ik viel. (Toen was het geen mode om gaten in je broek te hebben…) Maar het kan in ieder geval véél erger; je wilt niet dat dat je overkomt: lees wat God ons via Agur doorgegeven heeft in Spreuken 30:8-9.

Maar nu ben ik niet arm. Zoals gezegd, ook niet rijk, maar ik hoef niet alles voor mezelf te houden om in leven te blijven. Ik heb al eens een pleidooi gevoerd voor het weggeven van tien procent van je netto inkomen. Mocht je dat niet als vaste stelregel willen aannemen, doe het dan tijdelijk, tot corona ‘over’ is. Of doe (tijdelijk) méér!

De voedselbanken hebben geld nodig. De dichtstbijzijnde voor mij is Voedselbank Hardenberg Ommen. Maar je kunt ook zoeken op de site van de Voedselbanken – vul de gemeente waar je woont in, en dan krijg je meer informatie, meestal ook een website van de plaatselijke voedselbank, en daar kun je weer vinden hoe je geld kunt geven of op een andere manier kunt helpen.

Maar: heb ik die verantwoordelijkheid? Moet ik helpen? In ‘de eerste christelijke gemeente’ werd ‘alles’ gedeeld (zie Handelingen 2:45). Later verkochten rijke mensen hun bezittingen en deelden die uit (Handelingen 4:34-37).

Ja, maar dat was best wel dom! Later moest er juist voor hun gecollecteerd worden! Lees dit maar eens: Romeinen 15:25-27, 1 Korintiërs 16:1-3, 2 Korintiërs 8 en 9.

Vraag je eens af: was wat de rijke mensen destijds in Jeruzalem deden dom, of getuigde het van Godsvertrouwen?

Het is duidelijk welke keuze veel rijke mensen met hun eigen stichting nu maken: ze geven heel veel weg, maar hun rijkdom wordt niet minder.

Johannes de Doper had een heel radicale boodschap, zie Lucas 3:10-11. Jezus ook, zie Marcus 6:7-13.

Later moesten de discipelen een andere keuze maken: zie Lucas 22:35-36.

Volgens mij is de overeenkomst bij de verschillende instructies dat het moet dienen om het evangelie zonder belemmeringen te (kunnen) verkondigen.

Mag je dan niet genieten van je rijkdom? Zeker wel! Lees Prediker 9:9-10. Maar dat is niet het enige gebod van God

In z’n algemeenheid is zorg voor de armen, binnen of buiten je christelijke gemeenschap, een plicht; zie bijvoorbeeld Galaten 2:10.

Maar wat schiet ik er nou zèlf mee op? Lees Matteüs 6:19-21. Maar ik mag toch niet ‘geuren’ met mijn eigen vrijgevigheid (zie Matteüs 6:1-4)?! Nee, dat mag niet om mezelf op de borst te kloppen of om mezelf een schouderklopje te geven. Maar wèl om jou op te roepen om vrijgevig te zijn – zie 1 Kronieken 29, in het bijzonder vers 17 voor Davids bedoelingen. (Ik heb daar eerder al een stukje over geschreven: Hoe ging het in 2018, financieel?)

Alsjeblieft, geef!

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

^
Homepage

Extra tijd

Vandaag is het 29 februari. Een extra dag die dit jaar heeft ten opzichte van de meeste andere jaren., ook wel schrikkeldag genoemd.

Wat doe je met extra tijd? Bij mij stond er helemaal niets gepland voor vandaag. Dat is vrij uniek voor mij.  Ik ben vanochtend wezen wandelen rond de Sahara. Daar heb ik een leuke ontmoeting gehad met een ree.

Een bekend voorbeeld uit de Bijbel van iemand die extra tijd kreeg is Hizkia, zie 2 Koningen 20:1-11, 2 Kronieken 32:24-33, Jesaja 38. Hij kreeg er vijftien jaar bij. In die tijd werd zijn zoon Manasse geboren, die na hem koning werd – op twaalfjarige leeftijd.

Er zijn nog wel meer voorbeelden van mensen die extra tijd kregen. Mensen zijn van gruwelijke ziekten genezen, mensen zijn uit de dood opgewekt. Vooral in het Nieuwe Testament kun je daar veel over lezen.

Maar wat doen wij met extra tijd?

God geeft degenen die zich nog niet bekeerd hebben de tijd om dat alsnog te doen, zie 2 Petrus 3:9.

Die tijd geeft Hij ook aan degenen die denken dat ze al wel bekeerd zijn…

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 29 februari 2020.
^
Homepage

Ikabod?

De vrouw van de priester Pinehas (Pinechas) noemde haar zoon Ikabod (Ichabod), toen de Filistijnen de ark van God buitgemaakt hadden. Dit kun je lezen in 1 Samuel 4.

Kort voor ze stief zei ze: “De eer is weggevoerd uit Israël.“.

De voor de hand liggende vraag is, denk ik: is dt nu het geval met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt? Ik weet het (nog) niet. Ik verwacht, hoop en bid dat er nog gemeenten overblijven die de oude hermeneutiek volgen (waarbij – kort gezegd – God centraal staat, en niet mijn situatie). Dat het met het hele kerkverband weer goedkomt, dat geloof ik helaas niet.

Inmiddels heb ik mijn plaatselijke gemeente verlaten, want mijn gezondheid liet niet meer toe dat ik lid bleef. Hartproblemen, sterk verhoogde bloeddruk. En waardoor?

Het is al enige jaren geleden begonnen, maar de ‘etter’ kwam naar buiten toen er op 30 september 2018 bij ons een preek werd gelezen over Romeinen 15:7, die je op de pagina ‘Preken over omgaan met verschillen’ van de GKv kon vinden (die pagina bestaat nu (18 oktober 2020) niet meer – als je wilt kan ik de de preek mailen, zie Contact). Als je Bijbelvast bent, raak je van de preek op zich niet ondersteboven, dus lees ‘m gerust. Ik was en ben wel ondersteboven vanwege het feit dat deze preek gemaakt is door een vrijgemaakte predikant en bij ons in de gemeente voorgelezen is, en dat dat (uiteindelijk) kennelijk gewoon moest kunnen.

Ik heb indertijd naar aanleiding van deze preek op deze site een stukje geschreven (zonder op details van de preek in te gaan) – Omgaan met verschillen – en tegen deze preek geprotesteerd bij mijn eigen kerkeraad. In eerste instantie gaf de kerkeraad mij gelijk, maar enkele mensen besloten toen de erediensten niet meer te bezoeken, en toen werd er een classiscommissie bij betrokken. Die bestond uit een communicatiedeskundige, een psycholoog en een predikant. Deze commissie weigerde, zelfs op uitdrukkelijk verzoek, te beginnen bij de oorzaak van de onenigheid, namelijk de door mij gewraakte preek.

Inmiddels heeft één van de bijbelgetrouwe ouderlingen vanwege zijn gezondheid ontheffing moeten vragen, en de andere z’n termijn zat erop. De gemeente is enige tijd zonder ouderlingen geweest, en nu zijn er twee vanuit de classis.

Voor een impressie van wat er verder gebeurd is, lees Zo heb ik het niet bedoeld!, Wat is waarheid?, Omgaan met diversiteit, Waarop baseer je je?, Goede bedoelingen en God, … kan vreemd( )gaan, Wat Nabot tegen Achab zei, … onderzochten dagelijks de Schriften om te zien of die dingen zo waren., Christelijke vrijheid beperkt gezag synode, God wil het!, Joas, koning van Juda, Tijdgebonden.

Waarom ben ik zo tegen op die preek? Ik citeer hier enkele stukjes (cursief), en geef er mijn mening bij. De cijfers in de citaten zijn van mij, en onder de citaten vind je mijn opmerkingen.

Misschien kunnen we ook nog een keer lachen om die rare verschillen van ons. Dat zou helemaal mooi zijn. Weet je nog, vroeger, toen discussieerden we over de vraag of zusters de Heer mogen dienen in het ambt. (1)

De verschillen vallen meteen op (2). Die springen altijd meteen in het oog. Je kunt op die verschillen inzoomen, zonder ooit tot overeenstemming te komen. Je kunt net zo lang inzoomen, totdat de boel breekt. Ik moet denken aan de lichtbak van een stroper. De koplampen van een auto op een donker weggetje in het bos. Hoe een dier gevangen wordt in het licht en hoe het verlamd raakt. Zo kun je je laten vangen door de verschillen die er zijn. Je komt er nooit meer uit.

Je kunt twee dingen doen: je kunt de buitengrenzen bewaken: de grens van wat nog net wel en wat net niet meer gereformeerd is (3). Of je kunt je concentreren op de kern (4) en je samen oefenen in leven vanuit de Bron. Je kunt steeds weer inzoomen op verschillen. Verschillen zullen er altijd zijn. Dan zijn er twee mogelijkheden (5). Verschillen kunnen leiden tot steeds meer verdeeldheid. Dat is de lichtbak van de stroper en ik weet wel wie die stroper is. We kunnen ook aan de andere kant beginnen. Investeren in de relatie met de Heer en de relatie met elkaar. Laten we met elkaar spreken over ons geloof in de Heer Jezus. Wie is hij eigenlijk voor jou?

Ik roep u en jou op om te doen wat de apostel zegt: Christus heeft jou genadig aanvaard, zo moeten we ook elkaar ruimhartig aanvaarden. Laten we niet met elkaar discussiëren over verschillen. Laten we daar in ieder geval niet beginnen. Laten we liever investeren in de band met elkaar. Wie is Christus voor jou broeder, zuster? Heb je hem echt lief? Wil je hem volgen door dik en dun (6)? Wil je de ander liefhebben met de liefde van Christus (7)? Amen.

(1) Lachen om verschillen waarover in de Bijbel duidelijke aanwijzingen staan? Dat doe je niet, dat suggereer je niet eens over je broers en zussen die de betreffende teksten wèl serieus nemen.

(2) Wie heeft die verschillen veroorzaakt, en waarom? Geeft de Bijbel aanleiding om die verschillen te maken?

(3) Wel of niet gereformeerd? Dat vind ik minder belangrijk dan wel of niet Bijbels, en dàt is het soort verschillen waarvan ik vind dat die niet op één hoop gegooid kunnen en mogen worden. ‘Welk soort muzikale begeleiding in de kerk’ of ‘vrouw in het ambt’ maakt nogal wat uit. Zie ook (5).

(4) Er is op die manier geen kern. De hele Bijbel is Gods Woord. Zie ook Deuteronomium 4:2, 12:32, Psalm 119:105, Spreuken 30:6, 2 Timoteüs 3:16-17, 2 Petrus 1:20-21 en Openbaring 22:18-19. Meer Jezus? Zie Johannes 1:1-18 (het Woord is vlees geworden), 14:15, 15:14.

(5) Hier wordt, net als bij (3) en (4), een valse tegenstelling opgezet: er zijn verschillen die er toe doen, namelijk die waarover de Bijbel uitspraken doet (zie 2 Petrus 1:20-21). Degenen die zich bezorgd maken over of de Bijbel wel in z’n geheel gehandhaafd blijft, en die dat uit liefde tot God en hun naasten doen, worden weggezet als door de duivel verblinden. Of dacht je soms dat dat niet bedoeld wordt met “ik weet wel die die stroper is”? Je bezorgd maken over verschillen waarover in de Bijbel iets staat kan niet als tegenstelling worden gebruikt voor “investeren in de relatie met de Heer en met elkaar”. De keuze is niet voor de liefde, en dan is de waarheid niet zo belangrijk; de keuze is ook niet voor de waarheid, en dan is de liefde niet zo belangrijk. Jezus heeft gezegd dat Hij de Weg, de Waarheid en het Leven is, en God is liefde. Dat kun je niet uit elkaar halen. En dat iemand zó met z’n geloofsgenoten omgaat… als je je aan Gods regels wilt houden heeft hij z’n oordeel dus al klaar. Over ‘niet oordelen’ gesproken!

(6) Uiteraard willen we dat! Maar wat zegt Jezus zelf? Zie de teksten uit Johannes die ik onder (4) heb genoemd.

(7) Natuurlijk! Dat wil toch iedereen die regelmatig in de kerk komt?! Maar je kunt dat niet tegenover elkaar zetten. Zie de teksten uit Johannes die ik onder (4) heb genoemd.

Zo’n preek?

Daar kun je, zeker als je er even wat beter naar luistert of naar kijkt, toch niet mee aankomen bij je broers en zussen?

En inmiddels vindt mijn ex-kerkeraad (met andere ouderlingen dan eerder, namelijk die vanuit de classis) dat zo’n mening moet kunnen: “Verschillende zienswijzen mogen er onder gemeenteleden zijn.”. Natuurlijk mag dat! Maar dat is geen antwoord op mijn vraag; waarom wordt niet serieus, met argumenten vanuit de Bijbel, op mijn bezwaren ingegaan?

Zowel kerkeraad als veel gemeenteleden weigeren inhoudelijk op mijn bezwaren tegen deze preek in te gaan. Terwijl ik vaak genoeg heb aangegeven dat ik opensta voor argumenten vanuit Gods Woord…

Af en toe denk ik aan Jeremia, toen het volk tegen hem zei dat ze geen boodschap aan hem hadden, zie Jeremia 44, in het bijzonder vers 17.

Voorlopig ben ik zonder gemeente. Een gevaarlijke situatie, dat realiseer ik mij. Volgens het Nieuwe Testament heeft een christen een gemeente nodig. Ik ben van plan af te wachten tot de GKv landelijk scheuren, en me dan aan te sluiten bij een gemeente die Gods Woord op de ‘oude manier’ serieus neemt. Maar iemand heeft ooit eens gezegd: “Wil je God laten lachen, vertel Hem dan wat je morgen van plan bent …”, dus het zou ook heel anders kunnen gaan.

Dit zou overigens allemaal niet nodig zijn als onze ‘herders’ wat meer doorgepakt hadden. Want waarom zou je revisie afwachten van een besluit dat intrinsiek geen revisie kan verdragen? Ik citeer een stukje uit Omgaan met verschillen: “Ik begrijp werkelijk niet hoe een meerderheid van afgevaardigden vanuit de kerken ten eerste besluit om de vrouw in het ambt toe te laten (maar die discussie ga ik hier niet voeren), en ten tweede dat besluit direct te laten ingaan! Het had van minimale wijsheid getuigd het eerste besluit door een volgende synode te laten toetsen (en dus het tweede achterwege te laten).“.

Ik begrijp dat je door zo’n besluit in eerste instantie overdonderd wordt. Maar inmiddels zijn we ruim twee jaar verder. Ik had wat meer actie verwacht van onze herders. Maar wat hoor ik? De één zegt dat hij niet weggaat zolang hij het Woord nog mag verkondigen – maar die houding past niet binnen de GKv, daarvoor kun je beter bij een ander kerkverband terecht -, de ander dat hij niet weggaat zolang zijn kerkeraad nog achter hem staat – en dat is ook een houding die niet binnen de GKv past…

Bang voor polemiek? Of is het iets anders? Het Woord staat op de tocht, en als herder moet je je ‘schapen’ de goede kant op leiden! Ga dat -eindelijk- eens doen! Als je blijft beweren dat die andere herders het ook goed bedoelen, hebben veel van je ‘schapen’ op een gegeven moment geen benul meer wie ze moeten volgen. Als jij nou eens achter Jezus aangaat (zie Leiders), dan komt het met die ‘schapen’ misschien wel weer goed.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 18 oktober 2020.
^
Homepage

Joas, koning van Juda

Over Joas, koning van Juda, kun je lezen in 2 Koningen 11 en 12, en in 2 Kronieken 22:10-12 en de hoofdstukken 23 en 24.

Als zijn vader Achazja (Ahazia) sterft, roeit zijn oma Atalja (Athalia) heel het nageslacht van Achazja uit, met uitzondering van Joas zelf. Hij wordt namelijk verstopt door zijn tante Jehoseba (Joseba). Als hij 7 jaar is, wordt hij tot koning uitgeroepen. De hogepriester Jojada sluit een verbond tussen de HEER, de koning en het volk, en ook tussen de koning en het volk (2 Koningen 11:17).

Maar er was toch al een verbond? Ja, maar omdat het volk en het huis van David de HEER een tijd lang niet gediend hadden, werd dit verbond (op)nieuw gesloten. Dit komt vaker voor in de Bijbel…

Joas leidt het volk van Juda geruime tijd goed, omdat hij luistert naar de hogepriester Jojada. Nadat Jojada gestorven is, gaat het anders (2 Kronieken 24 vanaf vers 17). Het komt zelfs zover dat Joas Zacharia, zoon van Jojada, laat vermoorden, omdat hij optreedt tegen de afgoderij. En Zacharia vraagt niet om het zijn moordenaars te vergeven, integendeel! Zie 2 Kronieken 24:22. Had hij dat wel moeten doen, dan? Het lijkt er sterk op van niet, zie Lucas 11:51.

Joas blijkt dus geen ruggegraat te hebben. Lichamelijk heeft hij die wel, maar geestelijk niet. Hij werd overeind gehouden door een uitwendig skelet: de leiding van Jojada.

Je ziet dat ook weleens bij predikanten. Zolang er ouderlingen in de kerkeraad zitten die trouw zijn aan het Woord van God, gaat het prima; maar komen er andere ouderlingen, die het ‘wat minder nauw nemen’ met het Woord van God, dan draait zo’n predikant om als een blad aan een boom. Jongelui hoorde ik enkele jaren geleden weleens de uitdrukking ‘laffe herder’ gebruiken als ze van elkaar vonden dat er wel wat meer lef getoond mocht worden. Een heel toepasselijke uitdrukking voor de situatie waar ik het hier over heb, vind ik.

Op Wikipedia kun je lezen over wat een exoskelet (uitwendig skelet) is. Op het moment dat ik dit schrijf gaat het aan het eind van dat stukje ook over een harnas. Jesaja schrijft daarover, zie Jesaja 59:17. Paulus schrijft er ook over, zie Efeziërs 6:14-17 en 1 Tessalonicenzen 5:8.

We hebben als christenen allemaal last van gebrek aan ruggegraat. We hebben een wapenrusting nodig om dat probleem op te heffen, zie Efeziërs 6:11-13. Met de wapenrusting van God aan blijven we wèl overeind; God houdt ons dan overeind.

Als ‘gewone’ christenen last hebben van gebrek aan ruggegraat is dat erg; maar het wordt een stuk erger als voorgangers dat hebben. Vooral als men, soms met vrome praatjes, en/of om de lieve vrede, weigert de wapenrusting van God aan te trekken. De kans is namelijk heel groot dat zo’n voorganger mensen van Christus weg leidt in plaats van naar Hem toe. Zulke voorgangers worden overigens gewaarschuwd in Hebreeën 13:17. Maar die tekst staat er toch niet voor voorgangers? Echt niet? Lees 2 Timoteüs 3:16-17.

Herders, wees gewaarschuwd! Wees geen huurlingen (zie Johannes 10:12-13).

Kijk niet hoeveel mensen jou, als herder, volgen, maar leid je kudde naar Jezus! Zie bijvoorbeeld Leiders.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 26 oktober 2019.
^
Homepage

Vergeld niemand kwaad met kwaad

Waarom niet eigenlijk? Het is enorm effectief! Kijk maar eens in Genesis 4:23.

Lamech koos helemaal voor zichzelf: zie Genesis 4:19-24. Zijn vrijheid stelde grenzen voor die van een ander, om bij het vorige stukje aan te sluiten; die ander had daar maar mee te ‘dealen’.

God wil niet dat wij persoonlijk kwaad met kwaad vergelden; wat de overheid doet valt onder andere regels: zie bijvoorbeeld Exodus 21 vanaf vers 18 en Romeinen 13:1-7.

Waarom wil God eigenlijk niet dat wij persoonlijk de rekening vereffenen met degenen dit ons kwaad doen? Ik kan wel een praktische reden bedenken: ‘bijkomende schade’; als ik zó gruwelijk de pest aan iemand heb dat ik hem om die reden vermoord, doe ik zijn gezin, familie, vrienden, buren, kennissen, et cetera verdriet; en er is grote kans dat ik iemand zó boos maak, dat die mij iets wil aandoen; en voor je het weet heb je dan een vendetta.

God geeft ‘gewoon’ aan dat Hij niet wil hebben dat wij eigen rechter spelen, zie Romeinen 12:17-21. God zal het kwaad wreken; er wordt in vers 19, waar het over wraak gaat, geciteerd uit Deuteronomium 32:35, evenals in Hebreeën 10:30. In vers 17 wordt verwezen naar Spreuken 20:22, Matteüs 5:39, 1 Korintiërs 6:7 en 1 Tessalonicenzen 5:15; in die laatste tekst staat zelfs dat we elkaar moeten weerhouden van het vergelden van kwaad met kwaad.

De wraak aan God overlaten vind ik zelf niet altijd even gemakkelijk, zie bijvoorbeeld mijn stukje over Jona. Iemand anders erop aanspreken is dan ook niet gemakkelijk, tenzij ik aangeef dat ik er zelf ook grote moeite mee heb – dan staan we in ieder geval naast elkaar (en niet tegenover elkaar).

God heeft met iedereen op deze aarde nog geduld, zie 2 Petrus3:9. Hij wil dat iedereen tot bekering komt. En dat kan mijn ‘vijand’ natuurlijk niet als ik hem vermoord heb…

Maar ook als het over minder erge dingen dan moord en doodslag gaat, geldt deze regel van God. We doen elkaar in de kerk ook van alles aan; op deze website kun je daar wel ‘sporen’ van vinden. Hoe gaan we daarmee om? Soms gebeuren dingen in een opwelling, vooral als (vermeende) aantasting van het Woord van God in het geding is; is het goed dat je (geestelijke) broer of zus na te dragen? Is het goed om, als je het om een persoonlijke reden (dus niet vanwege de leer) niet eens bent met je kerkeraad, weg te blijven uit de erediensten? Op zich kan ik er wel begrip voor opbrengen. De laatste twee keer dat wij in onze gemeente Avondmaal hebben ‘gevierd’ heb ik getwijfeld of ik wel zou gaan, en naar ik gehoord heb was ik de enige niet. Uiteindelijk ben ik wel gegaan, maar ik zal niemand veroordelen die van de tafel weggebleven is; wie kan zien wat er in het hart van een mens omgaat (Spreuken 14:10)?  Wegblijven uit de erediensten vindt God niet goed: zie Hebreeën 10:25. Doe je dat toch, dan moet je daar dus een goede reden voor hebben; één die je ook aan Jezus zou kunnen vertellen. Als ik het zo zeg, legt dat een claim, dat besef ik; maar dat is ook mijn bedoeling; we horen bij elkaar!

“… overwin het kwade door het goede.”

Romeinen 12:21.

Zo’n kort stukje, daar in Romeinen 12:17-21, maar zóveel aanwijzingen voor het omgaan met conflicten.

We krijgen nu nog de kans van God om zèlf, met Zijn hulp (bidden om de Geest), onze conflicten op te lossen. Op een dag komt Hij zelf, en dan is Zijn geduld op… (zie bijvoorbeeld Macht).

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage