Tagarchief: voorgangers

Joas, koning van Juda

Over Joas, koning van Juda, kun je lezen in 2 Koningen 11 en 12, en in 2 Kronieken 22:10-12 en de hoofdstukken 23 en 24.

Als zijn vader Achazja (Ahazia) sterft, roeit zijn oma Atalja (Athalia) heel het nageslacht van Achazja uit, met uitzondering van Joas zelf. Hij wordt namelijk verstopt door zijn tante Jehoseba (Joseba). Als hij 7 jaar is, wordt hij tot koning uitgeroepen. De hogepriester Jojada sluit een verbond tussen de HEER, de koning en het volk, en ook tussen de koning en het volk (2 Koningen 11:17).

Maar er was toch al een verbond? Ja, maar omdat het volk en het huis van David de HEER een tijd lang niet gediend hadden, werd dit verbond (op)nieuw gesloten. Dit komt vaker voor in de Bijbel…

Joas leidt het volk van Juda geruime tijd goed, omdat hij luistert naar de hogepriester Jojada. Nadat Jojada gestorven is, gaat het anders (2 Kronieken 24 vanaf vers 17). Het komt zelfs zover dat Joas Zacharia, zoon van Jojada, laat vermoorden, omdat hij optreedt tegen de afgoderij. En Zacharia vraagt niet om het zijn moordenaars te vergeven, integendeel! Zie 2 Kronieken 24:22. Had hij dat wel moeten doen, dan? Het lijkt er sterk op van niet, zie Lucas 11:51.

Joas blijkt dus geen ruggegraat te hebben. Lichamelijk heeft hij die wel, maar geestelijk niet. Hij werd overeind gehouden door een uitwendig skelet: de leiding van Jojada.

Je ziet dat ook weleens bij predikanten. Zolang er ouderlingen in de kerkeraad zitten die trouw zijn aan het Woord van God, gaat het prima; maar komen er andere ouderlingen, die het ‘wat minder nauw nemen’ met het Woord van God, dan draait zo’n predikant om als een blad aan een boom. Jongelui hoorde ik enkele jaren geleden weleens de uitdrukking ‘laffe herder’ gebruiken als ze van elkaar vonden dat er wel wat meer lef getoond mocht worden. Een heel toepasselijke uitdrukking voor de situatie waar ik het hier over heb, vind ik.

Op Wikipedia kun je lezen over wat een exoskelet (uitwendig skelet) is. Op het moment dat ik dit schrijf gaat het aan het eind van dat stukje ook over een harnas. Jesaja schrijft daarover, zie Jesaja 59:17. Paulus schrijft er ook over, zie Efeziërs 6:14-17 en 1 Tessalonicenzen 5:8.

We hebben als christenen allemaal last van gebrek aan ruggegraat. We hebben een wapenrusting nodig om dat probleem op te heffen, zie Efeziërs 6:11-13. Met de wapenrusting van God aan blijven we wèl overeind; God houdt ons dan overeind.

Als ‘gewone’ christenen last hebben van gebrek aan ruggegraat is dat erg; maar het wordt een stuk erger als voorgangers dat hebben. Vooral als men, soms met vrome praatjes, en/of om de lieve vrede, weigert de wapenrusting van God aan te trekken. De kans is namelijk heel groot dat zo’n voorganger mensen van Christus weg leidt in plaats van naar Hem toe. Zulke voorgangers worden overigens gewaarschuwd in Hebreeën 13:17. Maar die tekst staat er toch niet voor voorgangers? Echt niet? Lees 2 Timoteüs 3:16-17.

Herders, wees gewaarschuwd! Wees geen huurlingen (zie Johannes 10:12-13).

Kijk niet hoeveel mensen jou, als herder, volgen, maar leid je kudde naar Jezus! Zie bijvoorbeeld Leiders.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 26 oktober 2019.
^
Homepage

… onderzochten dagelijks de Schriften om te zien of die dingen zo waren.

Dat deden de inwoners van Berea, die van Paulus en Silas het Woord gehoord hadden, zie Handelingen 17:11.

En dat is heel verstandig, want we moeten alle dingen onderzoeken, het goede behouden, en ons van elke vorm van kwaad onthouden (1 Tessalonicenzen 5:21-22).

Helaas gebeurt dat tegenwoordig steeds minder. Wat gebeurt steeds minder, dat we ons niet inlaten met slechte zaken?

Inderdaad, want dat is het gevolg van de dingen niet beproeven. Dan weet je ook niet wat goed is, en wat je dus moet houden, en je weet niet wat slecht is, en waar je dus niks mee te maken moet willen hebben.

Een aantal jaren geleden werd bij ons een preek gelezen van een predikant die doctor is in de theologie; van hem zou je dus mogen verwachten dat hij weet waarover hij het heeft. Eén van de dingen in de preek was dat wij sommige teksten tegenwoordig anders mochten opvatten dan vroeger, zie Loop niet in een en hetzelfde span met ongelovigen. Volgens deze predikant zou het evangelisatiewaarde hebben als je (als jongere) verkering kreeg met iemand van buiten de kerk. Dat geldt dan, denk ik, alleen voor jongeren, want als ik in 1 Korintiërs 7:39 kijk lees ik dat als een weduwe wil hertrouwen, ze dat ‘in de Heer’ moet doen. Zou het niet een beetje merkwaardig zijn dat een jong iemand, met weinig levenservaring, wel verkering kan nemen met iemand van buiten de kerk, terwijl een ouder iemand, die al een huwelijk achter de rug heeft, dringend aangeraden wordt om ‘in de Heer’ te trouwen?

Dit was bedroevend weinig mensen opgevallen.

Een tijd geleden is er een congres geweest over man, vrouw en ambt. Een presentatie die je destijds – maar inmiddels niet meer – kon downloaden van een nog steeds bestaande website (Zonen en dochters profeteren) heb ik besproken in … en kon zelfs zijn dochters verkopen; in die bespreking heb ik een aantal punten aangegeven waarbij de presentator nogal slordig omsprong met teksten en vertalingen, en soms zelfs op een nogal opzichtig domme manier hem welgevallige conclusies trok uit bepaalde Bijbelteksten.

Dit was kennelijk niemand van de congresgangers opgevallen.

Maar ja, als je doel al vaststaat, luister je niet meer zo kritisch naar de argumenten; dan is vrijwel alles goed… Lees maar eens Jeremia 44:15-17… Zie je wat toen en nu aan elkaar klinkt?

Als je niks natrekt in de Bijbel van wat je verteld wordt, wat komt er dan op deze manier terecht van je geloof? Je zult het niet geloven, maar ik geloof dat er op deze manier steeds minder terecht komt van je geloof.

Kijk maar eens naar het voorbeeld van Achab, over wie ik nog niet zolang geleden een stukje geschreven heb. En dan bedoel ik in het bijzonder wat er gebeurt aan het eind van zijn leven. De profeet Micha legt exact uit hoe een geest namens God de koning misleidt; Achab weet dat Micha de waarheid spreekt, en toch luistert hij niet. En dus sterft hij in de strijd (zie 1 Koningen 22:1-40).

Maar Achab was toch niet gelovig? Nee…

Liever iets dichterbij? Neem het voorbeeld van Salomo. Een gelovige, wijze koning; maar wat deed hij tegen het einde van zijn leven? Toen werd hij, zoals we dat nu zouden noemen, een ruimhartig man; maar hij was toen geen man meer naar Gods hart; zie 1 Koningen 11.

Nog niet dichtbij genoeg? Judas Iskariot had zelfs wonderen mogen doen… zie Marcus 6:7-13.

Nog steeds niet dichtbij genoeg? Kijk eens om je heen binnen je gemeente. Geloven je broers en zussen nog in God, of geloven ze vooral in zichzelf? Willen ze God dienen op de manier zoals Hij dat wil, of moet God genoegen nemen met de manier waarop zij Hem(?) willen dienen?

Nog wat dichterbij? Kijk eens naar jezelf!

Ga dat Woord onderzoeken, of blijf het onderzoeken; luister kritisch, niet om voorgangers af te kraken, maar om ze bij het Woord te houden. De tijdgeest trekt enorm aan onze voorgangers; laten we voor ze bidden (lees bijvoorbeeld Bid voor uw voorganger). Maar als blijkt dat ze wolven in schaapskleren zijn, luister dan niet meer naar ze (zie bijvoorbeeld Matteüs 7:15). Misschien moet je wel zover gaan als Paulus met Hymeneüs en Alexander gedaan heeft.

Maar hopelijk komt het niet zover. Bid daarvoor! Zie Klaagliederen 3:40-41.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage