Tagarchief: geld

Lijden door corona – kan ik er wat aan doen?!

Het coronavirus is gekomen…

Veel mensen zijn eraan overleden. Veel anderen zijn ziek (geweest). Overheden doen er van alles aan om besmetting met het virus te voorkomen.

Ondertussen zijn er ook mensen die indirect lijden door corona. Werkers in de zorg. Alleenstaanden. Zzp-ers. Werknemers. Bedrijfseigenaren. … . Maar ook arme mensen. Zoek bijvoorbeeld maar eens op ‘Lagos Nigeria gevolgen corona’ (zoals hier) – hierbij een voorbeeld: ‘Honger dreigt voor miljoenen in Afrikaanse steden door coronalockdown‘. Nog een voorbeeld (engelstalig, doorgestuurd door een vriend): ‘When a Pandemic falls on the Poor‘.

Het is zo langzamerhand de vraag wat erger is… het directe of het indirecte lijden door het coronavirus.

Mensen zijn altijd het bangst voor wat ze denken dat directe dreigingen zijn; eventuele gevolgen voor de toekomst worden niet meegenomen. Is dat niet logisch? Als je je nu niet beschermt tegen een directe dreiging, is er toch sowieso geen toekomst meer? Dat lijkt heel plausibel, maar is die dreiging werkelijk zo reëel? Opinieschrijvers denken daar verschillend over. En dat is niet het onderwerp van dit stukje.

Mensen die in armoede leven hebben een grotere kans om honger te krijgen dan andere mensen. Dan komt – in mijn logica – verantwoordelijkheid in beeld. Ik ben beslist niet rijk – de bank is eigenaar van mijn huis en ik vraag me niet eens meer af hoe dom dat is (zie … wees tevreden met wat u hebt.). Moet ik dan voor die arme mensen zorgen, of mag ik dat overlaten aan de echt rijken met hun goede-doelen-stichtingen op hun eigen naam?

Lees Deuteronomium 15:4-5, en vers 7-8, en vers 11. Net als de Israelieten houden wij ons niet aan Gods geboden, dus zullen er altijd armen zijn. Maar God vindt dat wij, net als de Israelieten, dat niet als excuus mogen gebruiken, en ook dat is een gebod van God. Dus…

Hoe voelt dat nou als je zelf arm bent? Ik weet er niet zoveel meer van, maar toen ik jong was was er een periode waarin ik in oktober bij koud weer nog in de korte broek naar school ging. Waarom? Dan kwamen er geen gaten in mijn broek als ik viel. (Toen was het geen mode om gaten in je broek te hebben…) Maar het kan in ieder geval véél erger; je wilt niet dat dat je overkomt: lees wat God ons via Agur doorgegeven heeft in Spreuken 30:8-9.

Maar nu ben ik niet arm. Zoals gezegd, ook niet rijk, maar ik hoef niet alles voor mezelf te houden om in leven te blijven. Ik heb al eens een pleidooi gevoerd voor het weggeven van tien procent van je netto inkomen. Mocht je dat niet als vaste stelregel willen aannemen, doe het dan tijdelijk, tot corona ‘over’ is. Of doe (tijdelijk) méér!

De voedselbanken hebben geld nodig. De dichtstbijzijnde voor mij is Voedselbank Hardenberg Ommen. Maar je kunt ook zoeken op de site van de Voedselbanken – vul de gemeente waar je woont in, en dan krijg je meer informatie, meestal ook een website van de plaatselijke voedselbank, en daar kun je weer vinden hoe je geld kunt geven of op een andere manier kunt helpen.

Maar: heb ik die verantwoordelijkheid? Moet ik helpen? In ‘de eerste christelijke gemeente’ werd ‘alles’ gedeeld (zie Handelingen 2:45). Later verkochten rijke mensen hun bezittingen en deelden die uit (Handelingen 4:34-37).

Ja, maar dat was best wel dom! Later moest er juist voor hun gecollecteerd worden! Lees dit maar eens: Romeinen 15:25-27, 1 Korintiërs 16:1-3, 2 Korintiërs 8 en 9.

Vraag je eens af: was wat de rijke mensen destijds in Jeruzalem deden dom, of getuigde het van Godsvertrouwen?

Het is duidelijk welke keuze veel rijke mensen met hun eigen stichting nu maken: ze geven heel veel weg, maar hun rijkdom wordt niet minder.

Johannes de Doper had een heel radicale boodschap, zie Lucas 3:10-11. Jezus ook, zie Marcus 6:7-13.

Later moesten de discipelen een andere keuze maken: zie Lucas 22:35-36.

Volgens mij is de overeenkomst bij de verschillende instructies dat het moet dienen om het evangelie zonder belemmeringen te (kunnen) verkondigen.

Mag je dan niet genieten van je rijkdom? Zeker wel! Lees Prediker 9:9-10. Maar dat is niet het enige gebod van God

In z’n algemeenheid is zorg voor de armen, binnen of buiten je christelijke gemeenschap, een plicht; zie bijvoorbeeld Galaten 2:10.

Maar wat schiet ik er nou zèlf mee op? Lees Matteüs 6:19-21. Maar ik mag toch niet ‘geuren’ met mijn eigen vrijgevigheid (zie Matteüs 6:1-4)?! Nee, dat mag niet om mezelf op de borst te kloppen of om mezelf een schouderklopje te geven. Maar wèl om jou op te roepen om vrijgevig te zijn – zie 1 Kronieken 29, in het bijzonder vers 17 voor Davids bedoelingen. (Ik heb daar eerder al een stukje over geschreven: Hoe ging het in 2018, financieel?)

Alsjeblieft, geef!

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

^
Homepage

Geld maakt niet gelukkig, gelukkig maken ze geld!

Het tweede deel van deze uitspraak relativeert het eerste deel, haalt het eigenlijk zelfs onderuit. In feite staat er dan dat geld wèl gelukkig maakt…

Heb je dat wel eens uitgeprobeerd? Ik bedoel: heb je geld wel eens de kans gegeven je gelukkig te maken? En hoe beviel het? Of: hoe bevàlt het?

Er zijn veel christenen die geen enkele moeite hebben met het meedoen aan een loterij, vooral niet als een deel van de opbrengst van de loten naar een goed doel gaat. Of om ‘een keertje’ te gaan gokken in een casino.

Is daar iets mis mee, dan?

Ja, dat vind ik wel! En ik zal proberen uit te leggen waarom.

Lees eerst maar eens Efeziërs 4:28 en wat daar omheen staat. En Matteüs 4:1-11. En, niet te vergeten, Psalm 127:2.

Eén van je opdrachten hier op aarde is je eigen brood te verdienen, als God je die mogelijkheid heeft gegeven; en als je dan wat inkomsten over hebt, om daarvan iets weg te geven aan wie dat nodig heeft (b.v. aan mensen die niet zelf hun eigen brood kunnen verdienen).

Verder moet je jezelf eens eerlijk aankijken – ga daarbij gerust voor de spiegel staan! – en je afvragen waarom je nou ècht meedoet met zo’n loterij. Wat zou je met het geld doen als je wint? Je zou minstens een deel voor jezelf houden, denk ik. Hoe rijm je dat met je ‘smoesje’ dat je meedoet voor een goed doel?

Er is niks mis mee om van wat je over hebt iets weg te geven, zònder er iets (als een kans in een loterij) voor terug te krijgen.

Bovendien denk ik dat je door mee te doen aan een loterij God op de proef stelt. Heb je de teksten die ik hierboven genoemd heb gelezen? Zo niet, doe dat dan alsnog!

En lees dan ook Hebreeën 13:5. En vraag je af of je tevreden bent met wat je hebt. En of je wel op God vertrouwt voor je ‘dagelijks brood’.

En wat dacht je van de waarschuwing in 1 Timoteüs 6:9-10?

Kolossenzen 3:5 (Het Boek) is wel heel duidelijk: “Door altijd maar meer te willen hebben, aanbidt u een afgod.”.

We hebben het nu over geld gehad. Maar wat is geluk? In de Bergrede (lezen!) geeft Jezus een andere omschrijving van geluk dan ‘rijk zijn’.

Als je het bovenstaande – over geld en geluk – eens goed op je laat inwerken, kun je de volgende gedachtensprong wellicht begrijpen.

Ben jij er voor God, of is God er voor jou?

Ja, ik besef dat het tweede gedeelte van de vraag ook anders uitgelegd kan worden. God ís er voor jou, Hij heeft immers zijn Zoon naar de aarde laten gaan?

Maar zó bedoel ik het hier niet. Wat ik hier bedoel is: moet God (al) jouw wensen vervullen? Zou je daar gelukkig van worden?

In vrijwel elk boek over opvoeding staat dat je (je) kinderen niet alles moet geven waar ze om vragen – voor het geval je dat zelf nog niet begrepen had. Zo zorgt God ook voor ons: Hij geeft ons wat we nodig hebben. En als je eerlijk bent – kijk maar eens goed! – geeft Hij véél meer dan we nodig hebben.

Dan ga je toch eerder aan dankbaarheid denken dan aan ‘meer, meer meer’?

Welke geest beheerst jou? De Geest van God of de geest van Mammon (het geld)? Kies dan vandaag nog wie je dienen wilt (zie b.v. Jozua 24:15)!

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

29 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatst gewijzigd: 1 september 2019.
^
Homepage

… wees tevreden met wat u hebt.

Zo staat het in de Willibrordvertaling van Hebreeën 13:5. In de Nieuwe BijbelVertaling staat: “… neem genoegen met wat u hebt.”.

Ik vind het woord ’tevreden’ mooier. Maar dat is niet de reden dat ik dit stukje schrijf…

Ik haal er nog een gedeelte uit de Bijbel bij. “Zorg dat u niemand iets schuldig bent. Laat uw enige schuld de onderlinge liefde blijven. Wie anderen liefheeft, heeft de wet vervuld.” – Willibrordvertaling van Romeinen 13:8.

De laatste tijd denk ik wel eens na over mijn hypotheek. En ik vraag me af: ben ik tevreden met wat de bank heeft? 😉

Ik heb mij afhankelijk gemaakt van een bank. Past dat bij hoe God mij bedoeld heeft? Doe ik dan wat hij wil? Of heb ik mij door mijn hypotheek verder van God verwijderd? Zie bijvoorbeeld Spreuken 22:7: wie leent, wordt slaaf van de uitlener, en vers 27: Als u niets zou hebben om te betalen, waarom zou men uw bed van onder u wegnemen? En 2 Petrus 2:19: … waar men door beheerst wordt, daarvan is men slaaf.

Ik zou graag de – bijbels onderbouwde – meningen van andere mensen over dit onderwerp vernemen.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage