Macht

Macht komt uit de loop van een geweer. Dat is een bekende uitspraak.

God brengt vrede. Dat is ook een bekende uitspraak.

Vrede brengen, dat doet Hij eerst met liefde (zie Johannes 3:16). Maar degenen die niet willen luisteren krijgen te maken met Zijn macht; en daar wordt al naar verwezen in Johannes 3:18.

Vandaag is het Hemelvaartsdag. En als je dit stukje leest, is Jezus nog niet teruggekomen. Maar Hij kòmt terug!

En als je Hem verwerpt, zal het je slecht vergaan. Tegen Hem kun je je nu misschien wel verzetten (denk je), maar dàn zal je dat niet meer lukken. In het Oude Testament wordt daar al naar verwezen: Psalm 1, 2, 5, 7, 9:8, en dan heb ik alleen nog maar enkele psalmen genoemd. Er is nog veel meer.

Maar waarom zou je je verzetten? Wat Jezus je te dragen geeft is een heel stuk lichter dan wat je nu meetorst (verslavingen aan korte-termijn-genot bijvoorbeeld) – zie Matteüs 11:28-30. Of vind je dat dwaas? (Zie 1 Korintiërs 1:18.)

En als je je afvraagt: “What’s in it for me?”, lees dan eens Openbaring 2122:5. Ik wil daar bij zijn! En jij?

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Waarom sommige dieren voor jongen van andere soorten dieren zorgen

Gisterochtend zat ik om een uur of acht in een wachtkamer op mijn beurt te wachten – daar is zo’n ding tenslotte voor – en las ondertussen een paar artikeltjes in een populair blad.

Ik kwam een artikeltje tegen over filmpjes (op o.a. YouTube) waarin bepaalde dieren voor jongen van andere dieren zorgen.

Een paar voorbeelden die ik zelf heb gezien (in (Engelstalige) filmpjes op YouTube): een poes die voor jonge eendjes zorgt, een orang oetan die voor tijgerwelpen zorgt, een leeuwin die voor een antilopekalf zorgt, en zo zijn er nog wel meer voorbeelden te vinden.

Het artikeltje had er wel een verklaring voor: in miljoenen jaren van evolutie is dat zorgen helemaal ‘ingebakken’ in een dier, zó sterk dat zo’n dier óók voor jonge dieren van een andere soort zorgt, als er maar bepaalde prikkels zijn, bijvoorbeeld geluiden die aangeven dat het jong eten nodig heeft.

Hoe dat te rijmen valt met ‘survival of the fittest’ ontgaat mij. Maar ongetwijfeld heeft iemand daar ook iets op verzonnen.

Wat mij verbaast is dat zo’n ongelooflijk onnozele redenering voor zoete koek wordt aangenomen. Als het over een ander onderwerp zou gaan, bijvoorbeeld – om eens een dwarsstraat te noemen – over het bestaan van God, wordt alles uit de kast getrokken om wetenschappelijk te bewijzen dat God niet bestaat. Terwijl het veel aannemelijker is dat Hij wèl bestaat. Om eens één vraag te noemen: waarom ben je anders hier?

We hebben vrijheid van meningsuiting; gelukkig wèl! Maar ik hoop toch niet dat schrijvers van dit soort artikeltjes verwachten dat ik de redenering wil volgen. Ik vraag me wel eens af of we niet met al die miljarden mensen van tegenwoordig hetzelfde gezamenlijke IQ hebben als de mensen van pak ‘m beet 150 jaar geleden. Dat waren er heel wat minder dan tegenwoordig. (…)

In plaats van die evolutieredenering lijkt het mij een stuk waarschijnlijker dat God – gelukkig weet ik zeker dat Hij bestaat – dit soort zaken gebruikt om een klein tipje op te lichten van de sluier die over de toekomst ligt. Lees maar eens Jesaja 11:6-9.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Potje

Bij bijna alles worden we erop gewezen dat we best kritiek mogen hebben, maar dat we dan wel eerst iets positiefs moeten zeggen. En als je de brieven van Paulus leest, zie je dat hij zich daar doorgaans aan hield. Zo af en toe hoor ik het ook een predikant in z’n preek zeggen; hij heeft het dan over de omgang met elkaar als gemeenteleden.

Tegenwoordig lees ik wel eens iets in een krant, in een blad, of op een website waarin eerst iets positiefs wordt gezegd van een artikel dat iemand geschreven heeft. Maar ik vraag me dan best wel vaak af waarom er iets positiefs gezegd moest worden, want na die positieve opmerking laat de schrijver niet veel over van datgene wat hij bekritiseert. Schrijft hij dat positieve dan voor de vorm? Uit overwegingen van politieke correctheid? (Uit sleur en bijgeloof?) Ik vind het er wel op lijken. Om een beeld te geven van wat ik bedoel kom ik met een fictief voorbeeld. Eerst een stukje dat stelt, dan een stukje dat daarop reageert.

Stukje 1

Door F.P.M.

De firma Pachs Deereg heeft een nieuwe boorhamer uitgebracht, de PD1453. Met deze boorhamer kun je werkelijk uitstekend spijkers in de muur slaan. Wat er verder mee zou kunnen is volstrekt onduidelijk. Maar voor spijkers in de muur slaan lijkt het me werkelijk een uitstekend apparaat.

Stukje 2

Door A.D.L.M.

F.P.M. heeft in het blad ‘Ons Gereedschap’ een bespreking gegeven van de nieuwe boorhamer van Pachs Deereg, de PD1453. Dat had hij net zo goed niet kunnen doen. Hij komt nl. tot de conclusie dat je er uitstekend spijkers mee in de muur kunt slaan, en dat verder onduidelijk is wat je met dit apparaat kunt doen. Ik heb zelf het apparaat ook bekeken, en volgens de gebruiksaanwijzing is het te gebruiken waarvoor het bedoeld is, namelijk om ergens gaten in te boren. Ik heb het even uitgeprobeerd, en het apparaat is inderdaad prima voor die taak berekend. Voor zover ik kan bekijken gaat de behuizing van de machine kapot als je er spijkers mee in een muur gaat slaan. Ik heb het niet getest, en F.P.M. kennelijk ook niet. Maar wellicht is F.P.M. op het idee van spijkers in een muur slaan gekomen vanwege het woord ‘hamer’ in de naam boorhamer?

Ik zie er werkelijk geen enkel nut in om F.P.M. ook maar welk compliment te geven. Het gaat om een volwassen iemand, we hebben het niet over een peuter die het voor het eerst op het potje gedaan heeft. Zelfs een ‘etiket-loos’ kind van een jaar of tien krijgt in de tegenwoordige cultuur een compliment als-t-ie z’n boodschap op het potje gedaan heeft, terwijl zo iemand toch echt wel in staat moet zijn (‘etiket-loos’!) om die boodschap persoonlijk op nummer 100 af te leveren.

En in de Bijbel wordt ook niet altijd eerst iets positiefs gezegd. En dat gebeurt als mensen er echt een potje van gemaakt hebben (flauw hè, zo’n woordspeling? lees ‘puinhoop’ als je er niet tegen kunt).

Kijk maar eens in Openbaring 3, in het bijzonder naar de brieven aan Sardis (Sardes in andere vertalingen) en Laodicea; er staat géén positieve opmerking aan het begin. En deze brieven komen van Jezus zelf. En als je in de evangeliën leest, kun je ook passages vinden waarin Jezus niet met iets positiefs begint.

Ik heb de indruk dat ik nog steeds niet door de borden voor sommige hoofden heen ben, dus ga ik proberen die te doorboren, om bij het hierboven beschreven voorbeeld te blijven.

Als je iets positiefs zegt, zorg er dan voor dat je het meent. Dat je serieus blij bent met de bijdrage van die ander. Zeg het niet omdat het moet, omdat het politiek correct is! Dan heb je je naaste namelijk niet lief, je houdt hem op een belangrijk punt voor de gek. En dat was toch nou net niet de bedoeling?!

Overigens ben ik van mening dat de weg die geplaveid is met goede bedoelingen naar de hel leidt.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Leiders

Ik las ooit eens een uitspraak van een christelijk leider: “Als je achterom kijkt, en niemand volgt je, ben je dus geen leider.“. Daar zit wat in.

Maar dan hebben we het niet over de kwaliteit van het leiderschap. Als ik in de Bijbel lees zie ik dat Satan vaak meer volgelingen heeft dan God. Het is dus misschien wel een goed idee voor christelijke leiders om héél goed te weten wie zij zelf volgen, zodat hun volgelingen op de juiste weg geleid worden. Leiderschap brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Zie bijvoorbeeld Ezechiël 33:1-20, Matteüs 18:6 en Hebreeën 13:17.

Het lijkt me dus helder dat het hebben van een groot aantal volgelingen niet betekent dat je een goede leider bent. Dat lijkt een open deur, maar als ik om me heen kijk naar mensen die denken dat ze leider zijn, en hoeveel mensen ‘blind’ achter ze aan hobbelen, zal toch iemand er een keer iets van moeten zeggen. Hierbij dus, uit en mèt liefde.

De laatste tijd zie ik steeds meer leiders in onze eigen kring (gereformeerde kerken vrijgemaakt) afstand nemen van wat ze (ons) vroeger leerden. Ze verwachten overigens dat we hen nu opnieuw volgen. Waarop ze die verwachting baseren weet ik niet, of zou het te maken hebben met dat ze zeggen wat mensen graag willen horen? En als dat zo is, zijn ze dan geen valse profeten? Vertrouwen ze erop dat wij doen wat in Hebreeën 13:17 staat?

Naar mijn mening waren ze destijds geen echte valse profeten, al brachten ze het evangelie wel beperkt – het vrijgemaakte geloof als het ware geloof, al werd dat doorgaans niet letterlijk gezegd; maar ze wilden in ieder geval wel gehoorzaam zijn aan wat God in Zijn Woord geschreven heeft. Maar nu wordt het Woord van God door sommigen die zich als leiders opwerpen niet goed gelezen (zie b.v. ‘… en kon zelfs zijn dochters verkopen‘), en als je daar iets van zegt geven ze ‘niet thuis’. En diezelfde leiders schrijven ons wel voor hoe wij de Bijbel moeten lezen. Daarbij wordt vaak rechtstreeks ingegaan tegen wat er letterlijk in de Bijbel staat (zie bijvoorbeeld het stukje over 2 Korintiërs 6:14 in ‘Een nieuwe manier van bijbellezen‘ door Pieter Boonstra in Nader Bekeken (pdf, op de derde bladzijde, genummerd 300) en ‘Love reigns‘).

Er is van alles te doen rond het boek ‘Zonen en dochters profeteren’; de manier waarop in dat boek met de Bijbel wordt omgegaan vind ik zorgwekkend; zie ook dit artikel van Pieter Boonstra in Nader Bekeken (pdf).

Mijn indruk is dat de schrijvers van dit boek er vast van overtuigd zijn dat ze op Gods spoor zitten. Maar hoe kan dat als je je eigen gaven en/of roeping als uitgangspunt neemt? Zedekia, de zoon van Kenaäna, en zijn collega’s wisten ook zeker dat zij Gods Geest hadden, en dat Micha verkeerd profeteerde… (zie 1 Koningen 22).

Volgelingen, volg je leider niet blindelings! Als volgeling heb je nog steeds je eigen verantwoordelijkheid: zie bijvoorbeeld Exodus 23:2. Je beroepen op het feit(?) dat je leider een goed christen is vrijwaart jou dus niet van je eigen onderzoeksplicht (1 Tessalonicenzen 5:21 en lees meteen ook even het daarop volgende vers). En vooràl als een leider iets zegt dat èrg goed in jouw straatje past, wees dan op je hoede. Denk aan de profeten in het Oude Testament: vrijwel niemand van hen was populair. Vraag je eens af waarom.

Ik denk dat jouw roeping niet van Gods Geest komt als die in strijd is met Gods Woord.

En zelfs als je een roeping hebt, zoals David die had – hij was immers tot koning gezalfd – is het goed om geduld te hebben tot het Gods tijd is (zie 1 Samuel 24 en 26).

Door wie laat je je leiden? Door God of door je eigen gevoel?

Jezus volgen?

Laat Hem dan wel voorgaan!

Visje

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

… meer dan vijfhonderd …

Christus is opgestaan!

Veel mensen geloven niet dat Jezus echt uit de dood is opgestaan. En toch zijn er heel veel mensen geweest die Hem gezien hebben na Zijn opstanding uit de dood. Hij is een keer aan meer dan vijfhonderd mensen verschenen: zie 1 Korintiërs 15:6. In de tijd dat Paulus dat schreef kon je dus navraag doen. En ook nog bij verschillende mensen op verschillende tijden…

En in datzelfde hoofdstuk staat ook hoe belangrijk het is dat Jezus daadwerkelijk uit de dood is opgestaan: 1 Korintiërs 15:17.

Ik kan dus helemaal niks met “Het verhaal gaat…“.

In Oekraïne en andere landen ten oosten van ons land hebben ze de goede gewoonte elkaar op Paasmorgen te groeten; de eerste zegt: “Христос воскрес!” De andere antwoordt: “Воістину воскрес!”. En dat betekent: “Christus is opgestaan!” respectievelijk “Hij is echt opgestaan!” (zie ook Христос воскрес! Воістину воскрес!).

Dat is de boodschap van Pasen, en daar mogen wij het mee doen.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Drie dagen en drie nachten

Vandaag is het Stille Zaterdag.

Vanochtend was ik met veel andere mensen druk met boodschappen doen. Dat gebeurde in redelijke stilte… Ik wist overigens niet dat de naam ‘Stille Zaterdag’ iets te maken had met het niet luiden van de klokken (zie het hierboven al gelinkte artikel op Wikipedia). Nu dus wel. 😉

Toen ik een stuk jonger was dacht ik dat Jezus op maandag uit de dood was opgestaan. Van vrijdag tot maandag, 3 nachten en bijna 3 dagen; dat kwam aardig overeen met de drie dagen en drie nachten van de Bijbel. En dat vond ik ook wel een logische reden voor het vieren van Paasmaandag / Tweede Paasdag.

Maar zo is het dus niet. Daar kwam ik op een gegeven moment ook achter. En dan begrijp ik de logica van de 3 dagen wel, maar toch vind ik het raar dat in veel Bijbelvertalingen ‘drie dagen en drie nachten’ staat. Zie hier een antwoord van dr. M.J. Paul op een vraag over de drie dagen en drie nachten.

Zou het niet beter zijn om i.p.v. te vertalen met ‘drie dagen en drie nachten’ iets te doen met ‘op de derde dag’?

De eerste dag is Goede Vrijdag, en daar hoort – zie het hierboven genoemde antwoord van dr. Paul – de donderdagavond bij. De dag begon met de avond, zie ook de beschrijving van de Schepping: “Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, …”. En aangezien Jezus vóór het begin van de sabbat begraven werd, hoort de vrijdag bij de dagen dat Hij in het graf lag. Die sabbat – onze zaterdag – lag Hij de hele 24 uur in het graf. En op zondagmorgen, heel vroeg, is Hij opgestaan…

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Kruisig Hem!

Een kleine week geleden riepen ze nog ‘Hosanna!’…

Er is niets nieuws onder de zon: lees maar eens Prediker 4:16.

Maar hoe kwam het dat Pilatus iemand ter dood veroordeelde die hij zelf onschuldig vond? (Zie Johannes 19:6.)

Het is vrij waarschijnlijk dat Pilatus er ‘niet zo goed meer op stond’ bij zijn baas, de keizer in Rome. (Zie bijvoorbeeld dit stuk op Wikipedia (*),  in het bijzonder het stukje met de titel ‘Een voorzichtiger Pilatus’.)

Dus ondanks de waarschuwing van zijn vrouw (zie Matteüs 27:19) bezwijkt Pilatus onder de druk van de leiders van het volk, en laat Jezus kruisigen.

Een zwarte dag in de geschiedenis van de mensheid… of niet?

In Lucas 22:22 staat dat degene die Jezus verraadt er slecht afkomt. Voor de rest van de mensheid is het een goede dag; daarom noemen we deze dag ook Goede Vrijdag, toch? En die visie sluit ook aan bij de bekende woorden van Johannes 3:16.

Later neemt Pilatus een klein beetje wraak op de leiders van het volk. Hij heeft een bordje laten bevestigen bovenaan het kruis van Jezus. Op dat bordje staat “Jezus van Nazaret, koning van de Joden”. Vaak zie je dat op een crucifix afgekort (vanuit de latijnse tekst) tot INRI (zie Wikipedia). Maar de leiders van het volk willen een ander opschrift, namelijk dat Jezus gezègd heeft dat Hij de Koning van de Joden is. Maar dan reageert Pilatus met “Wat ik geschreven heb, heb ik geschreven.”.

Soms lijkt het allemaal toeval, wat er gebeurt. ‘Toevallig’ is er iemand aan het bewind in Jeruzalem die door de Joodse leiders kan worden ‘gechanteerd’.

Jezus heeft zelf het woord ’toeval’ of ’toevallig’ zelf ook wel eens gebruikt, zie b.v. Lucas 10 vanaf vers 25. En toch heeft God het allemaal in Zijn hand… Hij voert Zijn plan, dat Hij in Genesis 3:15 al met Adam en Eva gedeeld heeft, onweerstaanbaar uit.

(*) Vind je Wikipedia handig en/of nuttig? En wil je graag dat dit medium zonder advertenties beschikbaar is? Overweeg dan eens een kleine donatie. Met een euro of 2 per jaar per persoon kan het volgens de oprichter al uit om de site zonder advertenties beschikbaar te blijven stellen.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

De ezel

Koningen hebben wapens en strijdwagens met paarden ervoor. Denk aan het leger van de farao. Ze vertrouwen op hun eigen kracht en die van het leger. Maar de koning van Sion zal een vredekoning zijn die regeert in de kracht van God. Hij komt aanrijden op een ezel. Dat klinkt grappig, maar zo is het niet bedoeld. De ezel was een koninklijk rijdier. Rijden op een ezel was juist een teken van waardigheid. Lees ook eens Genesis 49:10-11 en Matteüs 21:1-9.

Dit is een citaat uit de Jongerenbijbel. De laatste jaren is “De ezel was een koninklijk rijdier.” een eigen leven gaan leiden. Tot zelfs in preken toe wordt ‘de ezel’ een koninklijk dier genoemd – al is af en toe aan de predikant te merken dat hij zich afvraagt waarom hij het zegt.

Maar dat is toch onzin?! Lees maar wat er staat in Zacharia 9:9 (NBV):

Nederig komt hij aanrijden op een ezel,
op een hengstveulen, het jong van een ezelin.

Waarom zit Jezus op een ezel, en niet op een paard? Omdat Hij een nederige indruk wil maken, omdat Hij nederig is!

En toch wordt, tot in tentamens op het HBO toe, gevraagd waarom de ezel een koninklijk dier is. En als je dan niet het gewenste antwoord geeft, kost dat je punten.Kop van ezel Terwijl het ‘gewoon’ een mening is van iemand die (duidelijk? – dat gaan we zien) niet goed heeft gelezen.

Laten we eens kijken naar Genesis 49:10-11. Waarom zou Juda zijn ezel aan een wijnstok of aan een wingerd binden? Omdat hij in die wijngaard of in de buurt van die wingerd aan het werk is, of aan het genieten van zijn weelde. En, voor de duidelijkheid: uit de context blijkt duidelijk dat het hier, in vers 11, over Juda en zijn nageslacht in het algemeen gaat, niet over de koningen die uit hem zijn voortgekomen en/of over Jezus (zoals in vers 10). Lees maar even verder:

in wijn wast hij zijn gewaad,
in druivenbloed zijn bovenkleed.
Zijn ogen fonkelen door de wijn,
zijn tanden zijn wit van de melk.

Het eerste deel van dit stukje sluit aan op het stukje over het vastbinden van de ezel, zonder een punt als leesteken ertussen – er staat een komma. Er is dus geen reden om wat er over de ezel staat op Jezus toe te passen, in tegenstelling tot wat er in het hierboven genoemde gedeelte van Zacharia 9 staat.

Paarden, dàt waren dieren voor een koning! Daarom was het de koningen van Israël verboden daarvan veel te hebben (zie Deuteronomium 17:16).

Die éne ezel, die waarop Jezus reed, kreeg koninklijke allure. Dat kun je inderdaad wèl lezen uit Matteüs 21:1-9. En dan ook nog bijzondere koninklijke allure, want als Jezus een gewone koning was geweest, die het om de macht te doen was, zou Hij wel op een paard gereden hebben…

Maar om hierom ‘de ezel’ een koninkijk rijdier te noemen, dat vind ik onzin; sterker nog, het is onzin. En het staat er ook nog in de verleden tijd: “De ezel was een koninklijk rijdier.“. Vóórdat Jezus een ezel nam voor Zijn intocht is er volgens mij niemand op het idee gekomen een ezel een koninklijk dier te noemen, of een teken van waardigheid. Iedereen die het zich kon veroorloven er eentje te hebben, reed op een ezel. De broers van Jozef (Genesis 42:27 en volgende hoofdstukken), Bileam (Numeri 22:21 en verder), de oude profeet in Betel (1 Koningen 13:13 en verder),  en zo zijn er vast nog wel meer voorbeelden waarin tamelijk gewone mensen op een ezel reden.

Koningen en prinsen reden niet op ezels. De zonen van David, bijvoorbeeld, reden op muildieren (o.a. 2 Samuel 13:29).

Als het volk Israel daadwerkelijk naar God luistert, zal het gebeuren dat ‘koningen en vorsten, die op de troon van David zitten, door de poorten van deze stad naar binnen zullen komen, rijdend op wagens en op paarden, …’ (Jeremia 17:24-25).

En zo heel hoog werd een ezel niet gewaardeerd: Mozes zegt in Numeri 16:15 dat hij de opstandelingen nog geen ezel heeft afgenomen.

De leeuw – en soms ook de leeuwin, afhankelijk van de vertaling -, genoemd in het vers vóór Genesis 49:10 en 11 – dus in vers 9 – komt heel wat koninklijker over, en wordt in sommige vertalingen ook zo genoemd (Willibrordvertaling 1975: ‘koning der dieren’; Nieuwe BijbelVertaling: ‘vol majesteit vlijt hij zich neer’).

Maar waar het vandaag om gaat is dat we terugdenken aan de intocht van Jezus in Jeruzalem. Onze nederige Koning, die gekomen is om ons te verlossen. Vandaag roept het volk ‘Hosanna!’, later roept het(zelfde?) volk ‘Kruisig Hem!’. Hij is gekomen omdat Hij ons, de wereld, liefhad. Hij heeft zichzelf vernederd, om ons te kunnen verhogen.

Vandaag Palmpasen, volgende week Pasen.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

… u hebt geen liefde voor God in u.

Een citaat uit Johannes 5:42. Jezus zegt dat daar tegen ‘de Joden’. Die hadden eerder boden naar Johannes (de Doper) gestuurd (Johannes 5:33, Johannes 1:19), om hem te vragen wie hij was. Johannes had geantwoord dat hij de Messias niet was. Met ‘de Joden’ zal dan wel ‘de leiders van het volk’ bedoeld worden, niet het hele volk.

En waarom zegt Jezus dat deze leiders geen liefde voor God in zich hebben? Omdat ze wèl ‘de Schriften’ hebben, maar daaruit niet willen accepteren wat er over Jezus geschreven is. Ze verwachten het eeuwige leven door het bestuderen van de Schriften (Johannes 5:39), maar willen niet het leven accepteren dat Jezus hun aanbiedt.

Voor sommige mensen is dit aanleiding om te zeggen dat het bestuderen van de Schriften niet zo belangrijk is. Maar ik denk dat Jezus dat niet bedoelt. Hij geeft namelijk duidelijk aan dat in de Schriten, in de Bijbel dus, staat dat Hij, Jezus, leven geeft. Dus lijkt het me nuttig om zelfstandig en met anderen aan Bijbelstudie te doen. En dat advies is niet alleen bedoeld voor mijzelf…

Er staat kort na het vers waaruit ik de titel van dit stukje heb gehaald nog een opmerking van Jezus waar ik op in wil gaan: Johannes 5:43. Jezus zegt tegen de Joden dat ze Hem, Jezus, niet willen aanvaarden, terwijl Hij namens Zijn Vader (dus namens God) komt, maar dat ze wèl iemand willen accepteren die namens zichzelf komt. Daar zouden wij (natuurlijk) niet intrappen, toch? Iemand die namens zichzelf komt, en z’n eigen eer zoekt in plaats van de eer van God (Johannes 5:44), die aanvaarden wij toch niet als onze leermeester? Maar als zo iemand nou zegt dat hij namens God komt? Dat hij de Bijbel intensief heeft bestudeerd, en tot een bepaalde conclusie is gekomen? Als hij zegt dat hij ervoor gebeden heeft?

Ik heb er niet zoveel vertrouwen in dat wij daar niet in zouden trappen. De Bijbelkennis van ‘de Joden’ was heel wat groter dan die van ons nu (ook al hadden – en hebben – ze een kleinere Bijbel). En ik weet heus wel dat de keuze van de Joodse leiders tégen Jezus ook met hun houding te maken had (deugt onze houding wèl, dan?!), maar als je weinig van Jezus en het Woord van God weet, hoe wil je dan kritisch zijn als iemand met conclusies uit de Bijbel komt die jou wel goed uitkomen?

Misschien is het wel een goed idee om extra kritisch te worden als iemand je iets vertelt uit de Bijbel, of namens God, dat heel goed in jouw kraam te pas komt. Zoeken wij niet veel te vaak bevrediging van onze verlangens op de korte termijn? Lees maar eens Kolossenzen 3:1-4. Een gezonde dosis argwaan tegen een boodschap die ons goed uitkomt lijkt me wel op z’n plaats.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

“Mijn zonden slaan mij neer.”

Mijn God, ik tel er meer
dan haren op mijn hoofd.

De laatste regels van Psalm 40:5 (berijming Liedboek). We zongen ze vanochtend bij ons in de kerk.

Natuurlijk kun je dan grappen gaan maken over mensen met weinig of geen haar en mensen met juist heel veel haar. Niks mis mee, maar als het gelach daarover verstomd is, blijft er wel een vraag over: voel ik dat net zo als David? of juist niet? En waarom (niet)?

Mijn persoonlijke antwoord is: soms wel, soms niet. Daar heb je ook niet zoveel aan, hè?

Dan verander ik de vraag een beetje: voel je dat ooit wel eens zo als David? of nooit? Waarom (niet)?

In de onberijmde versie van Psalm 40 (NBV) staat het er zo:

U, HEER,
u weigert mij uw ontferming niet,
uw liefde en uw trouw
zullen mij steeds bewaren,

ook nu rampen mij omringen,
talloos vele,
nu mijn zonden mij achtervolgen
en ik geen uitweg zie,
nu ze talrijker zijn dan de haren op mijn hoofd
en de moed mij is ontzonken.

Wil uitkomst brengen, HEER,
HEER, kom mij haastig te hulp.

Ik vraag me wel eens af: wil ik die hulp van God wel? Wil ik wel van mijn zonde(n) af? Wil ik wel helemaal schoongemaakt worden, en dan gevuld worden met de Heilige Geest?

Ik mag leven van genade. Heb ik enig idee hoever dat gaat?

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Over Bijbel en geloof