Categoriearchief: studie

Een belangrijke brief

Bij het lezen van het boek Gevarenzones voor mannen door Jerry White, © 2000 Nederlandse vertaling Navigator Boeken, kwam ik de volgende brief tegen. Jerry White heeft toestemming gegeven om deze brief te delen, met bronvermelding – zie zijn opmerking onder aan zijn brief.

En ik denk dat het de moeite waard kan zijn deze brief te lezen, ook nú nog.

De citaten uit de bijbel heb ik omgezet naar de Nieuwe BijbelVertaling. Verwijzingen naar ‘oude techniek’ heb ik aangepast.

-0-0-0-

Beste vrienden,

Toen ik tijdens een nacht in juni een uur of drie wakker lag, voelde ik het als mijn persoonlijke plicht om enkele gedachten te delen met de mannen die op onze verzendlijst staan. Dit is geen nieuwsbrief en ook geen gebedsbrief, maar meer een eenvoudige verwoording van enkele ideeën, waarvan ik hoop dat ze jullie denken zullen stimuleren.

Met het oog op enkele recente gebeurtenissen denk ik dat we het vraagstuk van seksuele zuiverheid eerlijk met elkaar moeten bespreken. Ik richt me op mannen, omdat ik zelf een man ben en alleen vanuit dat perspectief kan spreken. Maar als er vrouwen zijn die deze brief lezen, kan dat hen helpen het probleem vanuit mannelijk perspectief te zien.

Seksuele zuiverheid is een duidelijk gebod in de bijbel. ‘Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt, dat u zich onthoudt van ontucht [seksuele immoraliteit]’ (1 Tessalonicenzen 4:3). Er zijn geen excuses voor seksuele onreinheid. Berouw, ja. Vergeving, ja. Excuses, nee. En om de een of andere reden lijken de gevolgen van seksuele zonde, ook al wordt zonde door God niet in verschillende categorieën onderverdeeld, veel diepgaander te zijn dan andere zonden.

Hier zijn een paar principes (…) gedachten (…) observaties:

  1. Seksuele zonde begint altijd als beslissing van het verstand voordat ze lichamelijk in daden wordt omgezet. Het is daarom erg belangrijk dat we onze gedachten beschermen.
  2. Een moeizaam huwelijk vormt nooit een excuus voor seksuele zonde.
  3. Een man die weduwnaar is geworden, gescheiden is of bepaalde seksuele ervaringen heeft, zal waarschijnlijk vaker te maken hebben met verleiding, voornamelijk omdat hij weet wat hij mist.
  4. In gevallen die ik heb meegemaakt, heb ik eigenschappen gezien die kenmerkend lijken te zijn voor mannen die zijn vervallen in seksuele onreinheid:
    • Zij hebben het imago van de macho en een gevoel van dominantie.
    • Zij hebben de veronderstelling gefaald te hebben op het werk, of hun trots heeft op een ander gebied een gevoelige slag gekregen.
    • Zij hebben het gevoel ‘boven de wet’ te staan.
    • Zij zijn niet al te streng voor zichzelf (…) op vele gebieden, zoals eten en lichamelijke beweging.
    • Zij komen onoplettend op plaatsen of in situaties terecht waarin de verleiding enorm groot is.
    • Zij kijken onophoudelijk en ongedisciplineerd naar vrouwen.
  5. Het afleggen van verantwoording is een belangrijk preventief middel, al is het niet het enige.
  6. Zelfs wanneer er verantwoording wordt afgelegd, zal iemand die seksueel wil zondigen een manier vinden om te liegen en anderen en zichzelf te misleiden. Daarom moeten we elkaar ondersteunen met gebed.
  7. Ongeacht onze geestelijke volwassenheid, hoe oud we zijn of hoe goed ons huwelijk is, is iedereen gevoelig voor seksuele verleiding.

Hoe kan ik verantwoording afleggen? Mijn voorstel is dat u iemand, in ieder geval zo nu en dan, directe vragen laat stellen – misschien elke maand. Hier volgen enkele voorbeelden van vragen die gesteld kunnen worden:

  1. Hebt u een seksuele relatie met iemand anders dan uw vrouw?
  2. Laat u zichzelf in met pornografie?
  3. Masturbeert u? (Dit is zonder meer een controversieel onderwerp. Ik zou u willen voorstellen het hoofdstuk over seksuele immoraliteit in mijn boek Honesty, Morality and Conscience aandachtig door te lezen. Veel mensen zijn van mening dat masturbatie geen belangrijk onderwerp is. Ik ben geneigd dat anders te zien.)
  4. Kijkt u naar films of series waarin veel seks te zien is?
  5. Laat u zich gaan in seksuele fantasieën over andere vrouwen?

Maar na dit alles vragen we ons misschien af: ‘Wat zijn goede voorzorgsmaatregelen tegen seksuele zonde?’ Hier volgen enkele adviezen:

  1. Dagelijks tijd doorbrengen met God en zijn Woord en besluiten geestelijk te groeien.
  2. Uzelf toewijden aan de strijd om verlorenen te winnen.
  3. Een goede relatie onderhouden met een of twee andere mannen voor wie u verantwoording aflegt.
  4. De relatie met uw vrouw verdiepen.
  5. Voortdurend op uw hoede zijn met betrekking tot uw gedachteleven en handelingen.
  6. Uzelf vastbesloten en voortdurend opnieuw voornemen dat u niet seksueel zult zondigen.
  7. ‘Defensief’ bidden.

In zijn boek Growing Strong in the Seasons of Life heeft Chuck Swindoll enkele wijze dingen te zeggen met betrekking tot David en Salomo:

Achteruitgang doet zich nooit plotseling voor. Er is niet één tuin die plotseling ‘overwoekerd’ is met onkruid. Er is geen kerk die plotseling ‘scheurt’. Er is geen gebouw dat plotseling ‘in elkaar stort’. Er is geen huwelijk dat plotseling ‘uit elkaar valt’. Er is niet één land dat plotseling enorm aan macht ‘inboet’. Er is niemand die plotseling ‘afglijdt’. Langzaam, bijna onopgemerkt, worden bepaalde dingen geaccepteerd die eens afgewezen werden. Dingen die eens als schadelijk werden beschouwd worden nu heimelijk getolereerd. Aan de buitenkant komt het onschadelijk over, misschien zelfs opwindend, maar de wig die het drijft laat een kloof achter die groter wordt aangezien moreel verval hand in hand gaat met geestelijk verderf. De kloof wordt een ravijn. De ‘weg die juist lijkt’ wordt, in feite, ‘de weg van de dood’. Salomo schreef dat. Hij zou het moeten weten.

Wees op jullie hoede, jullie die staan, wees op je hoede, opdat jullie niet vallen! Wees voorzichtig met het veranderen van jullie normen zodat ze overeenkomen met jullie verlangens. Pas heel goed op dat jullie niet geïnfiltreerd worden met gedachten over je eigen belangrijkheid. Wees bedachtzaam op de vallen van welvaart en succes. Mocht God rijkdom, bekendheid en succes geven, ren daar dan niet bang voor weg en voel je niet schuldig. Blijf eenvoudigweg in balans. Denk aan Salomo, die in vrij korte tijd veranderde van een nederige, wijze man in een ijdele dwaas.

De uwe in Christus,

Jerry White

Opmerking: Voelt u zich vrij om deze brief te kopiëren en te verspreiden. Vermeld alstublieft Gevarenzones voor mannen door Jerry White, © 2000 Nederlandse vertaling Navigator Boeken als bron.

-0-0-0-

De rest van het boek mag niet gekopieerd worden, maar m.b.v. de gegevens hierboven en ISBN 90-76596-01-8 kunt u/kun je vast wel uitzoeken of het leverbaar is. Mijn advies: vraag het bij uw/je plaatselijke boekhandel, en bestel het daar ook – u/jij wilt toch graag dat er een boekhandel blijft in uw stad of dorp?

Een citaat uit de brief hierboven: “Met het oog op enkele recente gebeurtenissen denk ik dat we het vraagstuk van seksuele zuiverheid eerlijk met elkaar moeten bespreken.”. Die brief is van vóór 2000, en toch is de opmerking nog actueel! Geeft u/jou dat óók te denken?

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatst gewijzigd: 1 september 2019.
^
Homepage

… wees tevreden met wat u hebt.

Zo staat het in de Willibrordvertaling van Hebreeën 13:5. In de Nieuwe BijbelVertaling staat: “… neem genoegen met wat u hebt.”.

Ik vind het woord ’tevreden’ mooier. Maar dat is niet de reden dat ik dit stukje schrijf…

Ik haal er nog een gedeelte uit de Bijbel bij. “Zorg dat u niemand iets schuldig bent. Laat uw enige schuld de onderlinge liefde blijven. Wie anderen liefheeft, heeft de wet vervuld.” – Willibrordvertaling van Romeinen 13:8.

De laatste tijd denk ik wel eens na over mijn hypotheek. En ik vraag me af: ben ik tevreden met wat de bank heeft? 😉

Ik heb mij afhankelijk gemaakt van een bank. Past dat bij hoe God mij bedoeld heeft? Doe ik dan wat hij wil? Of heb ik mij door mijn hypotheek verder van God verwijderd? Zie bijvoorbeeld Spreuken 22:7: wie leent, wordt slaaf van de uitlener, en vers 27: Als u niets zou hebben om te betalen, waarom zou men uw bed van onder u wegnemen? En 2 Petrus 2:19: … waar men door beheerst wordt, daarvan is men slaaf.

Ik zou graag de – bijbels onderbouwde – meningen van andere mensen over dit onderwerp vernemen.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Moet je naar een kerk als je in God gelooft?

Als je zelf nog niet over deze vraag hebt nagedacht, is het misschien wel een goed idee dat alsnog te gaan doen. Dat kan, denk ik, ook heel goed zònder dit stukje. Maar het zou ook zomaar kunnen dat dit stukje je enkele argumenten aangeeft die je het (beginnen met) nadenken over dit onderwerp wat gemakkelijker maken. 😉

Ik heb eens in de Bijbel Nieuwe BijbelVertaling gezocht op het woord ‘gemeente’. Zo noemen wij de groep mensen waarmee we ’s zondags samenkomen in de kerk om God te eren en naar de uitleg van de Bijbel te luisteren. Het woord ‘kerk’ wordt behalve voor het gebouw ook wel gebruikt in plaats van het woord ‘gemeente’ – een beetje verwarrend is het wel…

Zie je een link naar een Bijbelgedeelte, klik dat dan maar aan, het opent (als het goed is) in een aparte tab, zodat je heen en weer kunt tussen dit stukje en het Bijbelgedeelte.

Het eerste gedeelte waarin ik het woord ‘gemeente’ gevonden heb is Matteüs 18:15-17. Hoor je niet bij een gemeente, waar ga je dan heen als een van je geloofsgenoten tegen je zondigt? (Naar de wereldlijke rechter is vaak niet zo’n goed idee… – zie 1 Korintiërs 6:1-8.)

Aan het eind van Handelingen 2 kun je lezen over het leven van de eerste gemeente. De leden deden heel veel samen.

In hoofdstuk 12 van ditzelfde Bijbelboek staat het verhaal van Petrus, die door koning Herodes gevangengenomen is om ter dood gebracht te worden. De gemeente komt dan samen om voor hem te bidden.

In Handelingen 20:28 (context) zegt Paulus tegen de oudsten van Efeze dat God de gemeente verworven heeft door het bloed van zijn eigen Zoon. Zo belangrijk is die gemeente, kennelijk.

“In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente.” (1 Korintiërs 12:7)

Ik raad je aan om zelf eens op het woord ‘gemeente’ te zoeken in de de Bijbel, bijvoorbeeld in de Nieuwe BijbelVertaling of in de Herziene Statenvertaling. Dat werkt, denk ik, veel beter dan dat ik alle vindplaatsen hier becommentarieer… 😉

Of zoek eens op ‘samenkomst’ (of ‘bijeenkomst’): je vindt dan o.a. Hebreeën 10:24-25.

Als je het Nieuwe Testament leest, zul je zien dat het als vanzelfsprekend wordt beschouwd dat je bij een gemeente hoort. Geloven doe je niet alleen voor jezelf… je ziet dat bijvoorbeeld in het gebed dat Jezus ons geleerd heeft: hij leert ons daarin om God aan te spreken als ‘onze Vader’.

En hoe zou je ingevoegd willen worden als levende steen bij de bouw van de geestelijke tempel (het geestelijke huis)? Zie 1 Petrus 2:4-5.

Ik kom nog even terug op Matteüs 18:15-17. Stel dat jij zelf de fout in gegaan bent… wie moet jou daar dan op wijzen?

Ik zeg niet dat God je niet wil hebben als je niet bij een gemeente hoort. Maar mij lijkt de boodschap van de Bijbel helder: voeg je bij een gemeente als je bij Jezus wilt horen!

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

25 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Wist Abraham dat hij naar de hemel zou gaan?

In Lucas (hoofdstuk 16:19-31) kunnen we een gelijkenis lezen van onze Heer Jezus, waarin Abraham zich in de hemel bevindt.

In Matteüs (hoofdstuk 22:23-32) toont Jezus de opstanding uit de doden aan door aan te geven dat God de God is van Abraham, Isaak en Jakob, en dat hij geen God is van doden, maar van levenden.

Zou Abraham tijdens zijn leven hier op aarde geweten hebben dat hij later naar de hemel zou gaan? Als je Hebreeën 11:8-16 mag geloven, wel!

Sommige mensen brengen daartegenin dat de schrijver van de brief aan de Hebreeën deze kennis aan Abraham en zijn tijdgenoten toeschrijft, terwijl het helemaal niet waar hoeft te zijn dat hij (Abraham, dus) ervan geweten heeft.

Dat standpunt heeft, denk ik, te maken met het feit dat wij nu over meer kennis kunnen beschikken dan de mensen van vroeger – de geschiedenis wordt immers steeds langer. Maar als je die kennis niet gebruikt… of als je zeker meent te weten dat een belangrijk stukje kennis iets is van later tijd… of als je denkt dat we nu automatisch slimmer zijn dan de mensen van vroeger… of als je niet wilt geloven dat de schrijver van de brief aan de Hebreeën gelijk heeft…

Waarom zouden de mensen vanaf Adam en Eva niet geloofd hebben in een leven na dit leven? God belooft immers in Genesis 3:15 dat de relatie tussen Hem en de mensen weer goed wordt? En ook toen leek het leven zònder God toch al (veel) gemakkelijker dan mèt God? Tenminste, als God je sterker gemaakt had dan de andere mensen… zie b.v. de geschiedenis van Lamech. Dus waarom zou je dan voor een leven met God kiezen?

Toch denk ik dat het interessant is om in het Oude Testament naar aanwijzingen te zoeken voor kennis van de mensen van toen over een leven ná hun aardse leven.

In Genesis 5:21-24 kunnen we lezen over Henoch, die ‘wandelde met God’. Na 365 jaar nam God hem weg. Zijn tijdgenoten moeten op z’n minst doorgehad hebben dat hij niet ‘gewoon’ gestorven was.

Mozes, Aäron, Nadab, Abihu en zeventig oudsten van Israël zijn enige tijd bij God te gast: Exodus 24:9-11. Laat zich dat rijmen met niet weten dat er een leven ná dit leven is?

Nehemia vraagt God om hem ten goede te rekenen wat hij voor het volk heeft gedaan (Nehemia 5:14-19). Zou hij bedoelen ‘voor dít leven’?

Job had tien kinderen en was erg rijk (Job 1:2-3) . Nadat hij alles kwijtgeraakt is, behalve zijn vrouw (!), zegent God hem: hij wordt ongeveer twee keer zo rijk, en krijgt ‘opnieuw’ tien kinderen (Job 42:12-13). Waarom geen twintig kinderen? Nou, hij hàd er toch al tien!? (Uiteraard kun je je er vanaf maken met gebruik van het woord ‘allegorisch’.)

Psalm 1:6: De HEER beschermt de weg van de rechtvaardigen, … O ja? Is dat zo? En Nabot (1 Koningen 21:1-16) dan? En al die profeten die vermoord zijn? Vergelijkbaar: Psalm 5:12-13.

Psalm 10:17-18: geen mens kan de verdrukten uit het land verjagen?

Psalm 11:7: de oprechte zal het gezicht van de HEER (‘Ik ben’, ‘Ik zal er zijn’) zien. Hier, op deze aarde? (Sommigen wel, zie hierboven bij Exodus 24).

En wat dacht je van Psalm 15?

Psalm 41:13: … en mij voorgoed laat wonen in uw nabijheid.

Ezechiël 37:24-27: … Mijn Knecht David zal tot in eeuwigheid hun Vorst zijn.

Er is nog véél meer aan te voeren, maar ik laat het hier voorlopig bij. Net als de hoorders van een goede preek moeten de lezers van dit stukje zèlf aan de slag. 😉

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

25 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 15 december 2019.
^
Homepage

Evolutie en theologie

De laatste tijd zijn vrij veel ‘bekende’ christenen bekeerd tot het evolutionisme – om het iets diplomatieker te zeggen: zij geloven dat God het heelal met een oerknal heeft laten beginnen, en dat mensen als soort voortkomen uit niet-menselijke wezens.

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat deze mensen niet zèlf het wetenschappelijke materiaal hebben bekeken – als ik op internet zoek naar ‘bewijzen’ voor evolutie dan lees ik vaak dat die overweldigend zijn, maar het wordt zelden of nooit concreet, en als het dat al wordt, komt het op mij niet zo overtuigend over…

Het feit dat wezens gemaakt zijn naar een (sterk) op elkaar lijkend bouwplan hoeft toch niet te betekenen dat ze uit elkaar voortkomen? Dat denken we toch ook niet van b.v. fiets, bromfiets, motorfiets, autoped/step, éénwieler, segway, etcetera? Als je dat rijtje zo bekijkt, eventueel aangevuld met nog wat dingetjes met wielen, denk ik dat je voor jezelf wel een logische ontwikkelingsvolgorde kunt bedenken. Zoek maar eens op of het zo gegaan is!

Het scheppingsverhaal van Genesis 1 en 2 wordt door ‘evolutiegelovigen’ beschouwd als een verhaal dat aansluit bij de beleving van de mensen uit de tijd van Mozes (die – toch nog? – verondersteld wordt de schrijver van Genesis te zijn).

Theologisch ontstaat er dan een probleem: in zijn brief aan de Romeinen beweert Paulus dat alle mensen zondaars geworden zijn door de overtreding van één mens (en dat door de gehoorzaamheid van één mens alle mensen rechtvaardigen worden), zie Romeinen 5:19 NBV. (Overigens lijkt mij de Herziene Statenvertaling beter qua vertaling van dit vers: Romeinen 5:19 HSV.)

Hoeveel mensen zijn er uit hun niet-menselijke voorouders ontstaan, en wanneer werden die door God als mensen beschouwd?

En als dat met die éne mens die zondigde niet correct in de Bijbel staat, hoe zit het dan met die éne mens die niet zondigde?

Kan God dan eigenlijk wel iemand uit de dood opwekken? Dat is toch wel een belangrijke vraag, in ieder geval voor christenen – zie 1 Korintiërs 15:12-19. En volgens de wetenschap kunnen mensen niet uit de dood opstaan.

En als je gelooft dat het heelal uit een oerknal is ontstaan, hoe gaat het dan verder?

Op een gegeven moment is de zon ‘op’. En dan stopt de aarde ook met bestaan. Maar hoe valt dat te rijmen met de komst van onze Heer Jezus ‘als een dief in de nacht’? Zie 1 Tessalonicenzen 5:1-2. En als Jezus niet uit de dood is opgestaan, komt hij dan überhaupt wel terug?

Theologie is wetenschap, net als geologie en biologie. Je hoeft uiteraard geen theoloog te zijn om (niet) in God te geloven, net zomin als je geoloog of bioloog hoeft te zijn om (niet) in een oerknal te geloven.

Maar het kan geen kwaad heel goed na te denken over wat je gelooft: het zou wel eens belangrijker kunnen zijn dan alleen voor je leven hier en nu.

Geloven is gemakkelijker als je denkt… (… gemakkelijker dan? Hoeft niet…)

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

25 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Als ‘t kwaad goede mensen treft

Onder deze titel is in 1984 de vertaling verschenen van het boek When Bad Things Happen to Good People van rabbijn Harold S. Kushner. Dat is meer dan 30 jaar geleden. Maar het thema is nog steeds actueel.

Wat is lijden? Uiteraard kan het woord ‘lijden’ verklaard worden. Maar laat ik het eens wat dichterbij brengen. Lijden kan zijn dat je ziek wordt, of dat je een belangrijke persoon of een belangrijk ding verliest; het kan ook zijn dat je iets niet krijgt waar je wel op gerekend had; het kan ook marteling of gevangenschap zijn.

Ik wil het in dit bericht hebben over onvermijdelijk lijden, lijden dat  mensen niet kunnen voorkomen. Rampen, ziekten, verlies van een geliefde…

Wat is de zin van lijden? Heeft het zin, dan?!

Lijden kan je verschrikkelijk benauwen. Lees Psalm 88 maar eens. Of lees het begin van Psalm 22.

Het Bijbelboek Job staat erom bekend dat het gaat over lijden. Kort samengevat gebeurt er dit. Job is getrouwd, heeft tien kinderen en is erg rijk, hij heeft veel personeel en veel vee. En hij is een ‘onberispelijk man’. De duivel klaagt bij God over Job: als God hem niet zo rijk gezegend had, zou Job God niet liefhebben. Dan geeft God Satan toestemming om alles van Job af te pakken, behalve zijn leven. Uiteraard doet de duivel dat. Jobs vrouw blijft wèl leven, maar zij zegt tegen Job dat hij God wel vaarwel kan zeggen. Jobs vrienden komen langs. Als ze zijn verdriet zien zijn ze eerst heel lang stil. Daarna komen drie van hen tot de conclusie dat Job gezondigd moet hebben. Een andere vriend is het daar niet mee eens. Uiteindelijk spreekt God zelf. Waarom moest Job lijden? Het antwoord blijkt te zijn ‘omdat God God is’. Daarna krijgt Job alles dubbel terug, behalve kinderen – daarvan krijgt hij er geen twintig, maar tien (een aanwijzing dat de eerste tien ergens anders doorleven? Dat is iets voor een ander bericht – zie Wist Abraham dat hij naar de hemel zou gaan?). Het lijkt erop dat het met zijn vrouw ook  goed gekomen is – hoe moest hij die kinderen anders krijgen?

In Johannes 15:1-8 worden de leerlingen van Jezus vergeleken met ranken aan de wijnstok Jezus; God de Vader is de wijnbouwer. Om ranken meer vrucht te laten dragen worden ze gesnoeid.

Wat?Afgesleten stukje hout op strand

Om ranken meer vrucht te laten dragen worden ze gesnoeid… Voor een plant mag dat misschien goed zijn, maar voor een mens? Het doet zo verschrikkelijk zeer! En waarom wordt niet duidelijk waaròm we moeten lijden? Dan zouden we er misschien ‘mee kunnen leven’…

En soms wordt het nog erger, terwijl je toch tot God bidt! Lees bijvoorbeeld Habakuk 1. De profeet klaagt zijn nood bij God in de verzen 2 t/m 4, en dan zegt God in de verzen 5 t/m 11 dat de Chaldeeën zullen komen! Maar later geeft God ook troost.

Van Jezus zelf wordt gezegd dat hij door lijden tot volmaaktheid is gekomen (Hebreeën 2:10).

De kracht om met lijden om te gaan, om het te ondergaan, moet je van God zèlf krijgen. Paulus schrijft over hoe hij dat ervaart in zijn brief aan de Filippenzen.

Een interessant artikel over lijden is te vinden op Steunpunt Bijbelstudie. Er worden nog enkele belangrijke Bijbelteksten genoemd waaruit je iets kunt leren over waarom God mensen laat lijden.

Voor mensen die God liefhebben is er uitzicht: alles wordt nieuw!

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

25 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage