Categoriearchief: leesvoer

(in liefdevolle herinnering)

Verdrietig maar dankbaar voor alles wat hij voor ons heeft betekend, delen wij  mee dat van ons is heengegaan onze lieve vader, schoonvader, opa en (…)overgrootvader

Nachor

Ur der Chaldeeën, 220 nZ

Terach

Abram en Sarai

Nachor en Milka

Haran †

Lot

Jiska

etc.

In plaats van † had ik ook ‘(in liefdevolle herinnering)’ kunnen schrijven.

En met die liefdevolle herinnering is niks mis!

Maar ik begrijp niet hoe een christen in een overlijdensadvertentie iemand die overleden is mèt de nog levenden kan laten meedelen dàt er iemand overleden is. Want dat doe je, als je de namen van overledenen in de lijst zet.

Is een formulering als ‘Haran is zijn vader al voorgegaan’ of ‘Haran is al bij zijn hemelse Vader’ of wat dan ook ná de lijst niet beter dan een overledene in de lijst van ‘mededelers’ zetten?

Christen, denk (nog) eens goed na hoe je mee wilt delen dat er een geliefde van je is overleden, en hoe je aandacht wilt geven aan het feit dat één of meer andere geliefden die persoon al zijn voorgegaan.

En als je dan toch aan het nadenken bent, kijk dan nog eens goed waar je de afkorting ‘D.V.’ plaatst als het om de datum van de begrafenis gaat.

Overigens ben ik van mening dat de realiteit van Jezus’ koninkrijk niet genoeg benadrukt kan worden.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

Leer

In de discussie over de vrouw in het ambt (MVEA) binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt wordt degenen die tegen (de synodebesluiten op dit punt) zijn verweten dat ze teveel bezig zijn met de leer en te weinig met de liefde. Helemaal in lijn met deze tijd gebeurt dat ook in cartoons. Logisch, een plaatje zegt vaak meer dan heel veel woorden. En een beetje relativering kan geen kwaad. Per slot van rekening is niemand op deze aarde perfect.

Maar soms zijn woorden nodig. Plaatjes hebben weleens de neiging een karikatuur te zijn van de werkelijkheid. Dat kan met woorden uiteraard ook, maar ik denk dat met woorden iets beter te nuanceren valt. Niet dat ik daar zo enorm goed in ben, of dat ik hier een heel genuanceerd stukje neerzet. Dan weet je dat alvast, voordat je verder leest.

Sterker nog, laat ik eerst eens een politiek incorrect stukje inlassen.

De mens, en niet te vergeten het mens, zijn vrijwel vanaf het begin ongehoorzaam geweest aan Gods gebod. In het begin was er maar één gebod: afblijven van de boom van kennis van goed en kwaad. Zie Genesis 2:17. Maar de vrouw hield zich niet aan dat gebod, zie Genesis 3:6. En haar man volgde haar. Paulus gebruikt dit als argument in 1 Timoteüs 2:13-14.

We hebben al een hele tijd het gebod dat oudsten mannen moeten zijn, zie 1 Timoteüs 3 en Titus 1:5-9. En gaat nu het mens de mens voor in het negeren van dit gebod?

Dan ga ik weer op de gewone toer verder. Voor sommigen zal dat nog steeds politiek incorrect zijn, maar bedenk dan maar dat ik dat uit (en met) liefde doe…

Liefde is niet los verkrijgbaar. Echte liefde is alleen verkrijgbaar in combinatie met de leer van Christus. Lees bijvoorbeeld maar eens 2 Johannes.

En bij echte liefde hoort ook dat je je zó druk maakt om je (geliefde) medemens dat je niet wilt dat hij of zij het verkeerde pad op gaat. Zie bijvoorbeeld Ze moeten me maar nemen zoals ik ben.

Respect en liefde voor vrouwen betekent ook dat je ze geen dingen laat doen waarvan God heeft gezegd dat ze die niet moeten doen.

Overigens ben ik van mening: Goed in de leer zijn geeft je meer kans op goed in de liefde zijn.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

De aarde opende haar mond en verzwolg hen…

Een tijdje geleden heb ik het al eens gehad over Korach, Datan en Abiram. De titel van het stukje dat ik hier schrijf is een gedeelte van Numeri 16:32. In het zojuist genoemde stukje ging het over het feit dat Korachs kinderen niet omgekomen zijn (Numeri 26:11).

Nu wil ik het hebben over waarom Korach en zijn aanhang werden gestraft. Dat was omdat ze samenspanden tegen God (Numeri 16:11). Ze wilden niet accepteren dat God Mozes en Aäron als leiders van het volk had aangesteld.

Mozes waarschuwde Korach en zijn aanhang, en toen ze niet wilden luisteren werden ze gestraft.

Maar hielp dat wel? Korach en zijn aanhang waren ‘uit de weg’, maar de mentaliteit van deze groep was er nog steeds, zie Numeri 16:41. En toen er volgde nòg een straf, zònder waarschuwing… sterker nog, Jahwe was nauwelijks uitgesproken, of Mozes stuurde Aäron al met reukwerk naar ‘de gemeenschap’ om verzoening voor hun te doen. Zie Numeri 16:46-50.

Tegenwoordig opent de aarde zich niet meer voor de ongehoorzamen, en er komt ook niet meer zo’n plaag – in ieder geval niet op zó’n manier dat je een straf aan bepaalde gebeurtenissen of aan daden van mensen kunt koppelen. Soms bekruipt mij wel eens het gevoel dat dat jammer is, maar dan bedenk ik algauw dat ik zèlf dan al heel lang geleden door de aarde zou zijn opgenomen…

Het tweede gebod gaat over het maken van beelden (Exodus 20:4-5, Deuteronomium 5:8-9). Eigenwillige godsdienst hoort daar ook bij: je vormt God naar jouw beeld, en die god (God?) wil je dan wel dienen.

Je hebt er een prachtig vroom verhaal bij waarmee je jezelf en anderen wijsmaakt dat je toch ècht God dient, dat Hij bij jou op de belangrijkste plaats staat, en dat dat inhoudt dat jouw gaven gebruikt moeten worden – waarom zou God ze je anders gegeven hebben?

En juist bij dit gebod staat de clausule dat God het kwaad zal vergelden in de komende geslachten, als die óók zo handelen als hun voorouders. Ik vond een mooie verklaring van ‘vergelden’ en ‘bezoeking doen’ hier: ‘Bezoeken of vergelden?‘. (Toevoeging 24 mei 2019:) Inmiddels denk ik er anders over, het artikel van Jan over dit onderwerp heeft mij overtuigd.

Maar het blijft wèl staan dat als jij nú foute keuzes maakt als het gaat om het dienen van God, je ‘je nageslacht’ (degenen die ná jou komen) op het verkeerde been zet, en God dat op een gegeven moment komt toetsen. En jij weet nu nog wel hoe God gediend wil worden… maar dat wordt voor degenen die ná jou komen een stuk lastiger als je ze het verkeerd vertelt. Bedenk wat in Matteüs 18:6 staat…

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

… allen eensgezind bijeen

Ze waren toen al eensgezind bijeen! En de Geest was nog niet eens uitgestort!

De eerste keer ‘christelijk’ Pinksteren.

Als je nu om je heen kijkt, zou je bijna denken dat Hij beter niet had kunnen komen. Zoveel verschillende kerkgenootschappen!

Zo langzamerhand worden we ons dat wel steeds meer bewust. Maar wat verandert er daardoor?

Sommigen nemen het Woord wat minder serieus; als je gelooft dat Jezus niet echt uit de dood is opgestaan, maar dat dat symbolisch bedoeld is, is het ook al goed.

‘Water bij de wijn.’

Anderen denken dat de Geest ons dingen ingeeft die niet stroken met het door diezelfde Geest geïnspireerde Woord, en dat die dingen belangrijker zijn dan wat in de Bijbel staat. (Meer dan duizend jaar geleden is door die laatste houding – of zou er nog meer meegespeeld hebben? – al een compleet nieuwe godsdienst ontstaan.)

‘Dat boek is oud. We leven nu in een andere tijd.’

Misschien moeten we nog eens goed nadenken over de woorden van de profeet Joël (Joël 2:28-32), die door Petrus worden geciteerd in het begin van het boek Handelingen (Handelingen 2:17-21).

Sommige mensen leggen die woorden uit als een oproep tot vrijheid. Regels – die óók in de Bijbel staan – gaan aan de kant, want dit is belangrijker.

Een kleine illustratie. In ons land hebben we ook vrijheid. Maar de meeste mensen zijn wel zo snugger dat ze stoppen voor een rood verkeerslicht. Dat ontneemt hun hun vrijheid niet – je zou een beetje ‘vreemd’ moeten zijn om te geloven dat dat wèl zo was.

Ik ben dan wel een vreemdeling op aarde (Hebreeën 11:13), maar ik hoop toch ècht dat dat een ander soort ‘vreemd’ is. Leiders die iets anders beweren dan wat de Bijbel mij leert, wil ik niet volgen. En soms doe ik wel eens wat ik wil (Romeinen 7:15).

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Hij komt

Vandaag is het Hemelvaartsdag. Een dag vrij, en sommige mensen zijn bereid deze dag in te leveren voor b.v. een islamitische feestdag, of voor 5 mei (als jaarlijkse in plaats van vijfjaarlijkse vrije dag). Dat is hun goed recht, maar als ik ons aantal feestdagen vergelijk met aantallen in omringende landen, vind ik dat we 5 mei er gewoon bij moeten krijgen!

Maar … de titel van dit stukje? Hij komt? Jezus ging toch weg? Klopt, maar Hij heeft laten zeggen dat Hij op dezelfde manier terug zou komen als Hij weggegaan is. Lees maar na: Handelingen 1:9-11.

En als Hij terugkomt worden de doden opgewekt: zie 1 Tessalonicenzen 4:13-18. Dan verdwijnt de zonde, zie Openbaring 2122:5. En God zal bij de mensen wonen!

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Macht

Macht komt uit de loop van een geweer. Dat is een bekende uitspraak.

God brengt vrede. Dat is ook een bekende uitspraak.

Vrede brengen, dat doet Hij eerst met liefde (zie Johannes 3:16). Maar degenen die niet willen luisteren krijgen te maken met Zijn macht; en daar wordt al naar verwezen in Johannes 3:18.

Vandaag is het Hemelvaartsdag. En als je dit stukje leest, is Jezus nog niet teruggekomen. Maar Hij kòmt terug!

En als je Hem verwerpt, zal het je slecht vergaan. Tegen Hem kun je je nu misschien wel verzetten (denk je), maar dàn zal je dat niet meer lukken. In het Oude Testament wordt daar al naar verwezen: Psalm 1, 2, 5, 7, 9:8, en dan heb ik alleen nog maar enkele psalmen genoemd. Er is nog veel meer.

Maar waarom zou je je verzetten? Wat Jezus je te dragen geeft is een heel stuk lichter dan wat je nu meetorst (verslavingen aan korte-termijn-genot bijvoorbeeld) – zie Matteüs 11:28-30. Of vind je dat dwaas? (Zie 1 Korintiërs 1:18.)

En als je je afvraagt: “What’s in it for me?”, lees dan eens Openbaring 2122:5. Ik wil daar bij zijn! En jij?

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Waarom sommige dieren voor jongen van andere soorten dieren zorgen

Gisterochtend zat ik om een uur of acht in een wachtkamer op mijn beurt te wachten – daar is zo’n ding tenslotte voor – en las ondertussen een paar artikeltjes in een populair blad.

Ik kwam een artikeltje tegen over filmpjes (op o.a. YouTube) waarin bepaalde dieren voor jongen van andere dieren zorgen.

Een paar voorbeelden die ik zelf heb gezien (in (Engelstalige) filmpjes op YouTube): een poes die voor jonge eendjes zorgt, een orang oetan die voor tijgerwelpen zorgt, een leeuwin die voor een antilopekalf zorgt, en zo zijn er nog wel meer voorbeelden te vinden.

Het artikeltje had er wel een verklaring voor: in miljoenen jaren van evolutie is dat zorgen helemaal ‘ingebakken’ in een dier, zó sterk dat zo’n dier óók voor jonge dieren van een andere soort zorgt, als er maar bepaalde prikkels zijn, bijvoorbeeld geluiden die aangeven dat het jong eten nodig heeft.

Hoe dat te rijmen valt met ‘survival of the fittest’ ontgaat mij. Maar ongetwijfeld heeft iemand daar ook iets op verzonnen.

Wat mij verbaast is dat zo’n ongelooflijk onnozele redenering voor zoete koek wordt aangenomen. Als het over een ander onderwerp zou gaan, bijvoorbeeld – om eens een dwarsstraat te noemen – over het bestaan van God, wordt alles uit de kast getrokken om wetenschappelijk te bewijzen dat God niet bestaat. Terwijl het veel aannemelijker is dat Hij wèl bestaat. Om eens één vraag te noemen: waarom ben je anders hier?

We hebben vrijheid van meningsuiting; gelukkig wèl! Maar ik hoop toch niet dat schrijvers van dit soort artikeltjes verwachten dat ik de redenering wil volgen. Ik vraag me wel eens af of we niet met al die miljarden mensen van tegenwoordig hetzelfde gezamenlijke IQ hebben als de mensen van pak ‘m beet 150 jaar geleden. Dat waren er heel wat minder dan tegenwoordig. (…)

In plaats van die evolutieredenering lijkt het mij een stuk waarschijnlijker dat God – gelukkig weet ik zeker dat Hij bestaat – dit soort zaken gebruikt om een klein tipje op te lichten van de sluier die over de toekomst ligt. Lees maar eens Jesaja 11:6-9.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Potje

Bij bijna alles worden we erop gewezen dat we best kritiek mogen hebben, maar dat we dan wel eerst iets positiefs moeten zeggen. En als je de brieven van Paulus leest, zie je dat hij zich daar doorgaans aan hield. Zo af en toe hoor ik het ook een predikant in z’n preek zeggen; hij heeft het dan over de omgang met elkaar als gemeenteleden.

Tegenwoordig lees ik wel eens iets in een krant, in een blad, of op een website waarin eerst iets positiefs wordt gezegd van een artikel dat iemand geschreven heeft. Maar ik vraag me dan best wel vaak af waarom er iets positiefs gezegd moest worden, want na die positieve opmerking laat de schrijver niet veel over van datgene wat hij bekritiseert. Schrijft hij dat positieve dan voor de vorm? Uit overwegingen van politieke correctheid? (Uit sleur en bijgeloof?) Ik vind het er wel op lijken. Om een beeld te geven van wat ik bedoel kom ik met een fictief voorbeeld. Eerst een stukje dat stelt, dan een stukje dat daarop reageert.

Stukje 1

Door F.P.M.

De firma Pachs Deereg heeft een nieuwe boorhamer uitgebracht, de PD1453. Met deze boorhamer kun je werkelijk uitstekend spijkers in de muur slaan. Wat er verder mee zou kunnen is volstrekt onduidelijk. Maar voor spijkers in de muur slaan lijkt het me werkelijk een uitstekend apparaat.

Stukje 2

Door A.D.L.M.

F.P.M. heeft in het blad ‘Ons Gereedschap’ een bespreking gegeven van de nieuwe boorhamer van Pachs Deereg, de PD1453. Dat had hij net zo goed niet kunnen doen. Hij komt nl. tot de conclusie dat je er uitstekend spijkers mee in de muur kunt slaan, en dat verder onduidelijk is wat je met dit apparaat kunt doen. Ik heb zelf het apparaat ook bekeken, en volgens de gebruiksaanwijzing is het te gebruiken waarvoor het bedoeld is, namelijk om ergens gaten in te boren. Ik heb het even uitgeprobeerd, en het apparaat is inderdaad prima voor die taak berekend. Voor zover ik kan bekijken gaat de behuizing van de machine kapot als je er spijkers mee in een muur gaat slaan. Ik heb het niet getest, en F.P.M. kennelijk ook niet. Maar wellicht is F.P.M. op het idee van spijkers in een muur slaan gekomen vanwege het woord ‘hamer’ in de naam boorhamer?

Ik zie er werkelijk geen enkel nut in om F.P.M. ook maar welk compliment te geven. Het gaat om een volwassen iemand, we hebben het niet over een peuter die het voor het eerst op het potje gedaan heeft. Zelfs een ‘etiket-loos’ kind van een jaar of tien krijgt in de tegenwoordige cultuur een compliment als-t-ie z’n boodschap op het potje gedaan heeft, terwijl zo iemand toch echt wel in staat moet zijn (‘etiket-loos’!) om die boodschap persoonlijk op nummer 100 af te leveren.

En in de Bijbel wordt ook niet altijd eerst iets positiefs gezegd. En dat gebeurt als mensen er echt een potje van gemaakt hebben (flauw hè, zo’n woordspeling? lees ‘puinhoop’ als je er niet tegen kunt).

Kijk maar eens in Openbaring 3, in het bijzonder naar de brieven aan Sardis (Sardes in andere vertalingen) en Laodicea; er staat géén positieve opmerking aan het begin. En deze brieven komen van Jezus zelf. En als je in de evangeliën leest, kun je ook passages vinden waarin Jezus niet met iets positiefs begint.

Ik heb de indruk dat ik nog steeds niet door de borden voor sommige hoofden heen ben, dus ga ik proberen die te doorboren, om bij het hierboven beschreven voorbeeld te blijven.

Als je iets positiefs zegt, zorg er dan voor dat je het meent. Dat je serieus blij bent met de bijdrage van die ander. Zeg het niet omdat het moet, omdat het politiek correct is! Dan heb je je naaste namelijk niet lief, je houdt hem op een belangrijk punt voor de gek. En dat was toch nou net niet de bedoeling?!

Overigens ben ik van mening dat de weg die geplaveid is met goede bedoelingen naar de hel leidt.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Leiders

Ik las ooit eens een uitspraak van een christelijk leider: “Als je achterom kijkt, en niemand volgt je, ben je dus geen leider.“. Daar zit wat in.

Maar dan hebben we het niet over de kwaliteit van het leiderschap. Als ik in de Bijbel lees zie ik dat Satan vaak meer volgelingen heeft dan God. Het is dus misschien wel een goed idee voor christelijke leiders om héél goed te weten wie zij zelf volgen, zodat hun volgelingen op de juiste weg geleid worden. Leiderschap brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Zie bijvoorbeeld Ezechiël 33:1-20, Matteüs 18:6 en Hebreeën 13:17.

Het lijkt me dus helder dat het hebben van een groot aantal volgelingen niet betekent dat je een goede leider bent. Dat lijkt een open deur, maar als ik om me heen kijk naar mensen die denken dat ze leider zijn, en hoeveel mensen ‘blind’ achter ze aan hobbelen, zal toch iemand er een keer iets van moeten zeggen. Hierbij dus, uit en mèt liefde.

De laatste tijd zie ik steeds meer leiders in onze eigen kring (gereformeerde kerken vrijgemaakt) afstand nemen van wat ze (ons) vroeger leerden. Ze verwachten overigens dat we hen nu opnieuw volgen. Waarop ze die verwachting baseren weet ik niet, of zou het te maken hebben met dat ze zeggen wat mensen graag willen horen? En als dat zo is, zijn ze dan geen valse profeten? Vertrouwen ze erop dat wij doen wat in Hebreeën 13:17 staat?

Naar mijn mening waren ze destijds geen echte valse profeten, al brachten ze het evangelie wel beperkt – het vrijgemaakte geloof als het ware geloof, al werd dat doorgaans niet letterlijk gezegd; maar ze wilden in ieder geval wel gehoorzaam zijn aan wat God in Zijn Woord geschreven heeft. Maar nu wordt het Woord van God door sommigen die zich als leiders opwerpen niet goed gelezen (zie b.v. ‘… en kon zelfs zijn dochters verkopen‘), en als je daar iets van zegt geven ze ‘niet thuis’. En diezelfde leiders schrijven ons wel voor hoe wij de Bijbel moeten lezen. Daarbij wordt vaak rechtstreeks ingegaan tegen wat er letterlijk in de Bijbel staat (zie bijvoorbeeld het stukje over 2 Korintiërs 6:14 in ‘Een nieuwe manier van bijbellezen‘ door Pieter Boonstra in Nader Bekeken (pdf, op de derde bladzijde, genummerd 300) en ‘Love reigns‘).

Er is van alles te doen rond het boek ‘Zonen en dochters profeteren’; de manier waarop in dat boek met de Bijbel wordt omgegaan vind ik zorgwekkend; zie ook dit artikel van Pieter Boonstra in Nader Bekeken (pdf).

Mijn indruk is dat de schrijvers van dit boek er vast van overtuigd zijn dat ze op Gods spoor zitten. Maar hoe kan dat als je je eigen gaven en/of roeping als uitgangspunt neemt? Zedekia, de zoon van Kenaäna, en zijn collega’s wisten ook zeker dat zij Gods Geest hadden, en dat Micha verkeerd profeteerde… (zie 1 Koningen 22).

Volgelingen, volg je leider niet blindelings! Als volgeling heb je nog steeds je eigen verantwoordelijkheid: zie bijvoorbeeld Exodus 23:2. Je beroepen op het feit(?) dat je leider een goed christen is vrijwaart jou dus niet van je eigen onderzoeksplicht (1 Tessalonicenzen 5:21 en lees meteen ook even het daarop volgende vers). En vooràl als een leider iets zegt dat èrg goed in jouw straatje past, wees dan op je hoede. Denk aan de profeten in het Oude Testament: vrijwel niemand van hen was populair. Vraag je eens af waarom.

Ik denk dat jouw roeping niet van Gods Geest komt als die in strijd is met Gods Woord.

En zelfs als je een roeping hebt, zoals David die had – hij was immers tot koning gezalfd – is het goed om geduld te hebben tot het Gods tijd is (zie 1 Samuel 24 en 26).

Door wie laat je je leiden? Door God of door je eigen gevoel?

Jezus volgen?

Laat Hem dan wel voorgaan!

Visje

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage