Paulus en de Amazones en meer…

Op de website Bezinning Man, Vrouw en Ambt zijn enkele artikelen van prof. dr. Jakob van Bruggen te lezen. Deze artikelen zijn eerder verschenen in De Reformatie. Het eerste artikel heet Paulus en de Amazones (vandaar de titel van dit stukje), het tweede Spreken en Zwijgen van Vrouwen in de Gemeente, en het derde Kerkleden (M/V) of Mannen en Vrouwen in de Kerk?

Verder heeft ds. Rufus Pos er brieven aan zijn kinderen gepubliceerd, die je kunt (mee)lezen.

Het Reformatorisch Dagblad heeft een artikel aan het online komen van de website Bezinning Man, Vrouw en Ambt gewijd, het Nederlands Dagblad niet…

Op de website van Woord en Wereld kunnen alle in Nader Bekeken artikelen over man, vrouw en ambt worden gedownload.

(Als ICT-er/automatiseerder ben ik ervan overtuigd dat ik beter kan verwijzen naar iets goeds dan te proberen het zelf beter te doen…)

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Als je baas God niet dient

Een bekend voorbeeld is Jozef, de zoon van Jakob, die slaaf was van Potifar, later ‘onderbaas’ in de gevangenis, en vanaf ongeveer z’n dertigste onderkoning van Egypte. Hij was in de gevangenis terechtgekomen omdat hij niet wilde doen wat de vrouw van z’n baas hem vroeg. Daar had ze over gelogen tegen Potifar, haar man, maar ja, wat zou jij doen als je in Potifars schoenen stond? Dan zou je toch ook je vrouw geloven? Al was het alleen maar vanwege wat andere mensen ervan zouden denken…

Obadja, de hofmeester van Achab, had het ook niet gemakkelijk. Lees maar 1 Koningen 18:3-16. Maar hij deed wat God van hem vroeg. Maar dat vertelde hij niet aan z’n baas. Ik denk niet dat dat verkeerd is, zie De waarheid spreken is altijd verstandig; liegen is altijd dom.

Naäman bekeerde zich nadat hij genezen was van zijn melaatsheid, en hij vraagt bij voorbaat vergeving voor iets waarvan hij weet dat het een slechte indruk maakt, namelijk dat hij zich naast zijn koning neerbuigt voor Rimmon. Als je niet zou weten dat Naäman bij God hoort, zou je kunnen denken dat hij (ook) een afgod dient. Maar Elisa laat hem in vrede gaan. Is dit schijnheilig van Naäman? Hij had het toch tegen z’n baas kunnen zeggen? Een citaat uit de Bijbelverklaring van Henry: “Er moet met pas bekeerden teder en voorzichtig gehandeld worden.“. Henry verklaart Elisa’s “Ga in vrede” zó, dat Elisa verwacht dat Naäman zijn leven nog wel zal beteren.

In z’n algemeenheid geldt dat je God meer gehoorzaam moet zijn dan mensen: Handelingen 4:19, 5:29.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Love still reigns

Dominee, wij moeten weer eens praten. Kan ik een afspraak maken?

Dat is al even geleden, dat die man langs geweest is… iets van een jaar of zo.

Dat mag, maar u kunt ook meteen even meekomen. Ik heb nu wel tijd.

Dat zei ik volgens mij de vorige keer ook. Ach, goede gewoonten…

Even later, in mijn studeerkamer…

Vorig jaar hebben we het gehad over dat bevriende stel, dat mij hielp één van mijn problemen een beetje te verlichten.

Dat herinner ik me nog. Zoiets had ik nog niet eerder gehoord.” Mijn gedachten gaan terug naar vorig jaar, en naar aan de ene kant de verlegenheid die ik toen voelde, en aan de andere kant … o ja, maar ik heb daar nooit iets mee gedaan; ik weet nog steeds niet of ik daar blij mee moet zijn, of niet…

Ik heb nu een betere oplossing.

Ik ben benieuwd…

Ik woon nu samen met twee vrouwen, een moeder en een dochter. Met wat in het boek Amos staat heeft dat dus niks uit te staan.

Er schiet mij iets door de gedachten over het wel erg letterlijk, misschien wel té letterlijk, nemen van teksten, maar ik heb een beter bezwaar.

Dat is op zich wel waar, maar hoe kijkt u tegen wat daarover in Leviticus 18 staat?

Dominee, dat staat toch in een gedeelte dat met afgodendienst te maken heeft?! Dat zijn we helemaal niet van plan! We houden ons aan de wet van de liefde.

Ik heb hier moeite mee, maar dat ligt misschien aan het feit dat ik niet met vergelijkbare problemen zit als u. Dus als u denkt dat dit een goede oplossing is, moet u het maar zo doen. Er staat niet voor niets ‘Laat ieder zijn eigen overtuiging volgen.’.

Dank u voor uw steun. Dan ga ik maar weer eens.

De liefde is toch een wonderlijk iets. En waar we met die nieuwe hermeneutiek uit gaan komen? Ik ben wel benieuwd of deze man nog andere ‘oplossingen’ bedenkt.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
rode inkt
^
Homepage

De belijdenis

Welke? We hebben er zes…

Ik wil het nu niet hebben over een specifieke belijdenis, het gaat mij om de functie van een belijdenis. In de Bijbel (Herziene StatenVertaling) wordt het woord ‘belijdenis’ in het Oude Testament gebruikt voor het erkennen van zonde; in het Nieuwe Testament heeft het woord een andere betekenis; meestal gaat het dan om de erkenning van Jezus Christus als Heer.

De belijdenissen die wij hebben, de Apostolische Geloofsbelijdenis, de Geloofsbelijdenis van Athanasius, en de Geloofsbelijdenis van Nicea, en verder de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels, beogen ook dat laatstgenoemde doel, maar doen dat op een andere manier dan in het Nieuwe Testament.

Er wordt kort samengevat weergegeven wat het geloof in Jezus inhoudt, en dwalingen uit de tijd van het ontstaan van de betreffende belijdenis worden bestreden.

Vaak beschouwen mensen de belijdenissen als een samenvatting van het Woord van God. Dat is niet terecht. Bij het bestrijden van dwalingen wordt de aandacht vooral gericht op die gedeelten van de Bijbel waar aangetoond wordt dat zo’n dwaling werkelijk in strijd is met de Schrift. Vaak wordt ook uitgesproken wat we dan wèl geloven, maar ook dat is doorgaans gekoppeld aan de tijd van schrijven. Zo staat in bijvoorbeeld de Heidelbergse Catechismus maar één korte Zondag over het werk van de Heilige Geest; tegenwoordig is daar veel meer aandacht voor dan toen; dat zou consequenties hebben als er nu een nieuwe belijdenis geschreven zou (moeten) worden.

Een belijdenis geeft voor een deel een positieve weergave van wat we geloven, en voor een deel worden er dwalingen in bestreden, al worden die niet altijd met zoveel woorden genoemd. Een belijdenis mag dus qua gezag niet gelijkgesteld worden met het Woord van God, en bevat/omvat ook niet de volledige leer van de Bijbel.

Als je dat in de gaten houdt bij het gebruik van de belijdenissen, kun je er enorm veel aan hebben. Alleen al dat je niet in dezelfde valkuilen trapt als vroegere ‘ketters’ …

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Vuile handen?

Je moet vuile handen durven maken. Ook als christen. Dat hoor je van alle kanten. Iemand moet het immers doen, anders komt er niks van de grond.

Geen duimbreed is er op deze wereld waarvan Christus niet zegt: Het is Mijn.

Dr. Abraham Kuyper heeft dat gezegd in zijn openingsrede van de VU. (Bron: Het merk Kuyper in Amerika – Hoe Abraham de Geweldige alsnog VS lijkt te veroveren.)

Op de een of andere manier is ‘vuile handen maken’ voortgekomen uit deze opmerking van Dr. Kuyper, zo lijkt het. Vaak zie ik het in verband gebracht worden met politiek bedrijven.

Maar ik vind nergens in de Bijbel dat je vuile handen moet maken. David koos er bijvoorbeeld niet voor, hoewel hij door Samuel tot koning van Israël gezalfd was: tot twee keer toe spaarde hij Sauls leven, hoewel hem goede argumenten aan de hand werden gedaan om hem (Saul dus) te doden (1 Samuel 24:1-8, 26:3-12).

Je zou Jehu kunnen noemen, ‘de zoon van Nimsi’; hij kreeg zijn opdracht om het ‘huis van Achab’ uit te roeien toch van God zelf? Als je tijd hebt, lees dan eens wat (prof. dr.) G. Kwakkel in Nader Bekeken schreef (maart 2005) bij Hosea 1:4. Dan zul je hem (Jehu dus) in dit verband niet zo gauw meer noemen, denk ik.

Kun je ergens in de Bijbel aanwijzen dat iemand ‘vuile handen’ gemaakt heeft, zonder uitdrukkelijke opdracht van God, waarbij hij of zij later door God geprezen werd voor zijn of haar daden?

Dat verneem ik dan graag van je.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Waarom en waartoe

Bidden. Hij had geen god, was overtuigd atheïst. Een mens was op zichzelf aangewezen en als je zag wat er om je heen gebeurde in de wereld, kon je slechts concluderen dat daarboven geen overkoepelende instantie zetelde die voor rechtvaardigheid in welke vorm dan ook zorgde.

Uit: Schaduwspel, door Ellen G..

Want zoals de regen en de sneeuw uit de hemel neerdalen
en pas daarheen terugkeren wanneer zij de aarde hebben gedrenkt,
haar hebben bevrucht en met planten bedekt,
wanneer zij zaad hebben gegeven aan de zaaier, en brood aan de eter,
zo zal het ook gaan met mijn woord.
Het komt voort uit mijn mond; het keert niet vruchteloos naar Mij terug,
maar pas wanneer het heeft gedaan wat Mij behaagt,
en alles heeft volvoerd, waartoe Ik het heb gezonden.

Jesaja 55:10-11.

Vanaf het begin

Heel lang geleden had ik een andere website, met daarop een overzicht van de leeftijden van de eerste mensen tot aan de zondvloed. Er is me al vaker gevraagd zoiets een keer opnieuw te maken en te publiceren. Hierbij dan…

Opmerkingen vooraf: ik heb geen rekening gehouden met afrondingen; als er staat dat iemand een bepaalde leeftijd in jaren had, kunnen daar misschien nog wel 11 maanden bijgeteld moeten worden (zo gaan wij nu met leeftijden om); èn deze keer ben ik niet gestopt bij de zondvloed.

Fouten gevonden? Zie onderaan dit stukje hoe je me dit kunt laten weten. Maar kijk eerst of ik er een opmerking over heb gemaakt, en je die (alsnog) voldoende verklarend vindt.

Jaar Naam en/of Gebeurtenis
0 schepping van Adam en Eva, zondeval
130 geboorte van Set
235 geboorte van Enos
325 geboorte van Kenan
395 geboorte van Mahalalel
460 geboorte van Jered
622 geboorte van Henoch
687 geboorte van Metuselach
874 geboorte van Lamech
930 overlijden van Adam (930)
987 wegname van Henoch (365)
1042 overlijden van Set (912)
1056 geboorte van Noach
1140 overlijden van Enos (905)
1235 overlijden van Kenan (910)
1290 overlijden van Mahalalel (895)
1422 overlijden van Jered (962)
1559 geboorte van Sem, Jafet en Cham
1651 overlijden van Lamech (777)
1656 overlijden van Metuselach (969), zondvloed
1659 geboorte van Arpachsad
1694 geboorte van Selach
1724 geboorte van Eber
1758 geboorte van Peleg, spraakverwarring
1788 geboorte van Reü
1820 geboorte van Serug
1850 geboorte van Nachor
1879 geboorte van Terach
1949 geboorte van Abram, Nachor en Haran
1959 geboorte van Sarai
1997 overlijden van Peleg (239)
1998 overlijden van Nachor (148)
2006 overlijden van Noach (950)
2024 vertrek van Abram, Sarai en Lot uit Charan
2027 overlijden van Reü (239)
2035 geboorte van Ismaël
2048 Gods verbond met Abraham, instelling van de besnijdenis, verwoesting van Sodom en Gomorra
2049 geboorte van Isaak
2050 overlijden van Serug (230)
2084 overlijden van Terach (205)
2086 overlijden van Sara (127), koop van de grot van Machpela
2089 huwelijk van Isaak en Rebekka
2097 overlijden van Arpachsad (438)
2109 geboorte van Esau en Jakob
2124 overlijden van Abraham (175)
2127 overlijden van Selach (433)
2149 huwelijk van Esau met Jehudit en Basemat (Ada en Oholibama)
2159 overlijden van Sem (600)
2172 overlijden van Ismaël (137)
2186 vertrek van Jakob naar Paddan-Aram, huwelijk van Esau met Machalat (Basemat)
2188 overlijden van Eber (464)
2193 huwelijk van Jakob met Lea en Rachel
2200 geboorte van Jozef
2206 geboorte van Benjamin, overlijden van Rachel, terugkeer van Jakob naar Kanaän
2229 overlijden van Isaak (180)
2230 Jozef onderkoning, huwelijk van Jozef met Asnat, begin van de 7 jaren van overvloed
2237 einde van de 7 jaren van overvloed, begin van de 7 magere jaren
2239 Jakob bij de farao
2244 einde van de 7 magere jaren
2256 overlijden van Jakob (147)
2310 overlijden van Jozef (110)
Opmerkingen, vragen, toelichting
  • Ik ben er vanuit gegaan dat de zondeval al kort na de schepping van de mens heeft plaatsgevonden.
  • Eva kreeg haar naam na de zondeval (Genesis 3:20).
  • Is Metuselach voor of tijdens de zondvloed overleden?
  • De zondvloed duurde ongeveer een jaar, zie Genesis 7:11 en 8:14.
  • Sem, Cham en Jafet waren hoogstwaarschijnlijk geen drieling: zie Genesis 9:24 voor het feit dat Cham de jongste was; zie Genesis 10:21 voor het feit dat Sem de oudste was (de HSV lijkt te suggereren dat Jafet de oudste is (afhankelijk van hoe je de zin leest), maar veel andere vertalingen juist niet) ; zie Genesis 11:10 voor het feit dat Sem later geboren werd dan toen Noach 500 was (en dus Jafet en Cham ook).
  • ‘In de dagen van Peleg’: ‘Peleg’ kan vertaald worden met ‘verdeling’ (zie de noot bij Genesis 10:25 HSV). Daarom heb ik de spraakverwarring bij zijn geboortejaar gezet.
  • De namen van de vrouwen van Esau verschillen in Genesis 26:34 en 28:9, respectievelijk 36:2-3.
  • Het was mij in eerste instantie niet helemaal duidelijk op welke leeftijd Jakob naar Paddan-Aram is gegaan. Dat Isaak ‘oud geworden was en zijn ogen zo zwak waren dat hij niet meer kon zien’ zegt niet zoveel (zie ook Genesis 18:11-12), en Jakob was 20 jaar in Paddan-Aram (Genesis 31:41) voordat hij en zijn broer Esau hun vader Isaak begroeven (die op 180-jarige leeftijd overleden was), dus toen Jakob vertrok heeft Isaak zich misschien wel oud gevoeld, maar hij heeft daarna dus nog wel enige tijd geleefd. Maar wellicht valt er wel meer te zeggen. Jozef was 30 jaar oud toen hij voor de farao stond (Genesis 41:46); daarop volgden 7 jaren van overvloed; toen daarna, tijdens de magere jaren, de honger sterk werd in Kanaän gingen 10 van Jakobs zonen graan halen in Egypte (Genesis 42:1-3); op een gegeven moment ging Jakob zelf ook naar Egypte, en toen waren de magere jaren nog niet voorbij, er zouden er nog 5 komen (Genesis 45:6); het is dus aannemelijk dat Jozef toen 39 jaar oud was; uit Genesis 30:25 en verder valt te concluderen dat Jakob aan zijn 6 jaar werken voor vee begon toen Jozef ‘net’ geboren was; we hebben al gezien dat Jakob 130 jaar oud was toen hij voor de farao stond, en dat Jozef toen ongeveer 39 jaar oud was; Jakob zal dan 91 jaar oud zijn geweest toen Jozef geboren werd; 14 jaar daarvoor was hij naar Paddan-Aram gegaan; na 7 jaar voor Laban gewerkt te hebben trouwde hij met Lea en Rachel; zijn leeftijd bij zijn vertrek uit Kanaän kan dus gesteld worden op 77 jaar, en zijn leeftijd toen hij trouwde op 84 jaar; toen Jakob 77 jaar was, was Isaak 137 jaar.
  • Bijzonder om te zien dat Noach de spraakverwarring nog heeft meegemaakt (en daarna nog een hele tijd geleefd heeft), en dat Sem pas ná Abraham is overleden.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

(in liefdevolle herinnering)

Verdrietig maar dankbaar voor alles wat hij voor ons heeft betekend, delen wij  mee dat van ons is heengegaan onze lieve vader, schoonvader, opa en (…)overgrootvader

Nachor

Ur der Chaldeeën, 220 nZ

Terach

Abram en Sarai

Nachor en Milka

Haran †

Lot

Jiska

etc.

In plaats van † had ik ook ‘(in liefdevolle herinnering)’ kunnen schrijven.

En met die liefdevolle herinnering is niks mis!

Maar ik begrijp niet hoe een christen in een overlijdensadvertentie iemand die overleden is mèt de nog levenden kan laten meedelen dàt er iemand overleden is. Want dat doe je, als je de namen van overledenen in de lijst zet.

Is een formulering als ‘Haran is zijn vader al voorgegaan’ of ‘Haran is al bij zijn hemelse Vader’ of wat dan ook ná de lijst niet beter dan een overledene in de lijst van ‘mededelers’ zetten?

Christen, denk (nog) eens goed na hoe je mee wilt delen dat er een geliefde van je is overleden, en hoe je aandacht wilt geven aan het feit dat één of meer andere geliefden die persoon al zijn voorgegaan.

En als je dan toch aan het nadenken bent, kijk dan nog eens goed waar je de afkorting ‘D.V.’ plaatst als het om de datum van de begrafenis gaat.

Overigens ben ik van mening dat de realiteit van Jezus’ koninkrijk niet genoeg benadrukt kan worden.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

Kinderen en avondmaal

Dit is een onderwerp waarover ik de laatste jaren wat anders ben gaan denken. Het artikel Kinderen en avondmaal van Dr. Aryjan Hendriks in Nader Bekeken van september 2017 is voor mij de aanleiding om er eens iets over te schrijven. (Het artikel is (in pdf-formaat) voor zover mij bekend online te bekijken, via deze link, en dan een (door)bladeren naar pagina 256.)

Ik heb er een beetje moeite mee dat kinderen niet met dit sacrament meedoen.

De doop is in de plaats van de besnijdenis gekomen, het avondmaal in de plaats van Pasen (Pascha/Pesach, zie Exodus 12). Meisjes worden ook gedoopt – terwijl alleen de jongens besneden werden -, maar terwijl kinderen wel aan de Pesachmaaltijd mochten (moesten!) deelnemen, doen ze niet mee aan de avondmaalsviering – behalve als toeschouwers.

Een beroep op 1 Korintiërs 11:23-29 vind ik niet zo sterk, in ieder geval te zwaar aangezet. Daar worden nl. de volwassen gelovigen opgeroepen zich christelijker te gedragen, naar aanleiding van hun wangedrag. De instelling van het avondmaal, waarnaar Paulus hier verwijst, is op de volgende plaatsen in de Bijbel te vinden: Matteüs 26:26-30, Marcus 14:22-26, Lucas 22:14-20. Terug naar de oorsprong, net als in Marcus 10:6-9, waar Jezus teruggrijpt op de scheppingsorde, die Hij normatief verklaart als het over huwelijksrelaties gaat.

Toen Jezus het avondmaal instelde, waren er geen kinderen bij. Bij de doop van Johannes en de doop van (door) Jezus (zie Johannes 3:22) worden kinderen niet genoemd. Toch vatten wij het zogenaamde zendingsbevel (Matteüs 28:16-20) zó op dat kinderen ook gedoopt moeten worden, als hun ouders (of, als die er niet zijn, hun verzorgers) lid van de gemeente zijn.

De sterke nadruk op ‘belijdenis doen’, iets dat we zèlf hebben toegevoegd, en dan ook nog pas rond het negentiende levensjaar, is iets dat ik niet kan rijmen met ‘doe dit tot mijn gedachtenis’. Dat ‘gedenken’ kan al wel op een jongere leeftijd, zoals bar mitswa, of zoals in de tijd van de reformatoren, rond de leeftijd van tien, elf jaar (in de Rooms-Katholieke kerk wordt deelgenomen aan de eerste communie rond de leeftijd van acht jaar). En dat daar enig onderwijs voor nodig is, dat lijkt mij, en daarin ben ik het met dr. Hendriks eens, wèl duidelijk: je moet iets begrijpen van het offer van Jezus om het te kunnen gedenken. Je moet ‘het lichaam kunnen onderscheiden’.

Dr. Hendriks vindt het verschil in viering, in gezinsverband respectievelijk met de gemeente, voor wat betreft de viering van Pesach en het avondmaal relevant. Maar bij besnijdenis en doop hebben we toch hetzelfde verschil? Besnijdenis gebeurde vroeger doorgaans bij de mensen thuis, en dopen doen we over het algemeen in het openbaar (in ons geval in een eredienst).

Maar treffend is dat de Heiland zich niet aansloot bij het eten van het paaslam. Hij brak brood en reikte een beker uit.

(citaat uit het artikel)

Zo heel treffend vind ik dat niet. Door Jezus’ offer zijn dierenoffers toch niet meer nodig? Hoe had de Heiland zich daarbij kunnen of moeten aansluiten? En voor besnijdenis en doop geldt toch ook dat er een groot verschil is?

Heel jonge kinderen aan het avondmaal lijkt mij geen goed idee. Daarvoor draagt dr. Hendriks naar mijn idee afdoende argumenten aan.

Bij het Pascha mochten (moesten) de kinderen vragen stellen, zie Exodus 12:26-27. Bij het vieren van het avondmaal moet je van tevoren weten wat je gedenkt.

Maar ‘kinderen’ op jongere leeftijd dan nu aan het avondmaal laten deelnemen? Het lijkt mij een goed idee dat we ons als kerken daar eens op gaan bezinnen.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

… die al uw krankheden geneest …

Deze week hebben we mijn schoonvader begraven; de doodsoorzaak was kanker.

De overdenking in de dankdienst voor zijn leven ging over Psalm 103:1-5, gelezen in de NBG1951-vertaling.

Loof de HERE, mijn ziel,
en al wat in mij is, zijn heilige naam;
loof de HERE, mijn ziel,
en vergeet niet een van zijn weldaden;
die al uw ongerechtigheden vergeeft,
die al uw krankheden geneest,
die uw leven verlost van de groeve,
die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid,
die uw ziel verzadigt met het goede,
zodat uw jeugd zich vernieuwt als die van een arend.

Wat een wonder, zo’n geloof!

Je lijdt aan een enge ziekte, die je lichaam van binnenuit kapotmaakt; je sterft er zelfs aan. En dan word je begraven. Dat laatste maak je zelf niet bewust mee – gelukkig niet -, maar je weet dat men dat met je lichaam gaat doen, na je heengaan.

Ik gebruik hierboven expres het woord ‘heengaan’. Want mijn schoonvader is, evenals mijn vrouw en nog heel veel anderen, bij God. Hun zonden zijn vergeven, hun ziekten genezen, hun leven verlost van het graf. Ze loven God met alles wat in hen is, ze worden gekroond met goedheid en liefdevolle zorg, hun ziel wordt verzadigd met het goede, en hun jeugd vernieuwt zich.

Om dat allemaal te geloven moet je een levend geloof hebben, zie Hebreeën 11, in het bijzonder vers 13.

En waarom moeten christenen dan eerst nog sterven? Lees eens 1 Korintiërs 15, vanaf vers 35.

En lees meer over de stad die genoemd wordt in Hebreeën 11 in Openbaring 21 en 22.

Is er ook maar iets in deze wereld dat een zo geweldig perspectief biedt?

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

Over Bijbel en geloof