Er blijft dus nog een sabbatsrust over voor het volk van God

Hoe ga je om met de zondag? Mag je dan werken? Mag je dan iets kopen? Een hele tijd geleden speelde de ‘affaire’ ‘IJsje op zondag‘; je kunt er meer over lezen in NRC van 25 mei 2002.

Is de zondag net zoiets als de sabbat, maar dan op een andere dag? Kun je God ook dienen door af en toe een kerkdienst over te slaan en bijvoorbeeld de natuur in te gaan?

Laten we eens kijken wat de Heidelbergse Catechismus erover zegt.

Vraag 103: Wat gebiedt God in het vierde gebod?
Antwoord: Ten eerste dat gezorgd wordt voor het in stand houden van de dienst des Woords en van de scholen (1), en dat ik vooral op de sabbat, dat is op de rustdag, trouw tot Gods gemeente zal komen (2) om Gods Woord te horen (3), de sacramenten te gebruiken (4), God de Here publiek aan te roepen (5) en de armen christelijke barmhartigheid te bewijzen (6). Ten tweede dat ik al de dagen van mijn leven mijn slechte werken nalaat, de Here door zijn Geest in mij laat werken, en zo de eeuwige sabbat in dit leven begin (7).
(1) 1 Korintiërs 9:13, 14; 1 Timoteüs 3:15; 2 Timoteüs 2:2; 3:14, 15; Titus 1:5. (2) Leviticus 23:3; Psalm 40:10, 11; Psalm 122:1; Handelingen 2:42, 46. (3) 1 Korintiërs 14:1, 3; 1 Timoteüs 4:13; Openbaring 1:3. (4) Handelingen 20:7; 1 Korintiërs 11:23. (5) 1 Korintiërs 14:16; 1 Timoteüs 2:1-4. (6) Deuteronomium 15:11; 1 Korintiërs 16:1, 2; 1 Timoteüs 5:16. (7) Hebreeën 4:9, 10.

Het valt mij op dat bij de ‘verwijsteksten’ Hebreeën 10:25 niet genoemd wordt. Dat had ik eigenlijk wel verwacht. Het zou prima passen bij (2).

De titel van dit stukje komt uit Hebreeën 4:9.

Maar hoe zit het met dat ik een ander ook gun dat hij ’trouw tot Gods gemeente’ kan komen? Speelt wat Jezus zegt in Matteüs 12:7 hier ook een rol in?

Volgens mij is helder dat je zèlf naar de bijeenkomsten (samenkomsten, erediensten) van je eigen gemeente moet gaan, en volgens onze kerkorde (artikel C.36.1) vinden die als regel twee keer per zondag plaats. En verder dat je een ander die mogelijkheid ook moet gunnen. En dat betekent dat je van ruim vóór (*) het begin van de eredienst(en) tot ruim ná (*) het einde van de erediensten geen dingen en diensten koopt die je met heel weinig moeite ook buiten genoemde tijden kunt aanschaffen. Is dat een absolute regel? Dat lijkt me niet, ik heb hem afgeleid uit enkele bijbelse gegevens, en ik probeer mijzelf er aan te houden. Jij kunt tot een andere regel komen, maar zorg ervoor dat je er wel goed over hebt nagedacht. Gemakzucht past niet bij een christen. Wat past is dat je probeert God lief te hebben en Hem te dienen, en ook je medemens lief te hebben. Ik vind mijn regel dan wel een redelijke poging… 😉

(*) Winkelpersoneel (bijvoorbeeld) begint vaak al ruim voor de openingstijd en werkt vaak nog door na sluitingstijd. Voor mij is dat reden geweest om mijn klandizie in Hardenberg Centrum te verschuiven naar Albert Heijn; dat is de enige supermarkt in Hardenberg Centrum die niet open is op zondag.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

… kan vreemd( )gaan

Het kan vreemd gaan.

Hij kan vreemdgaan. Zij kan vreemdgaan.

Waarom zou je dat eigenlijk niet doen? Stel dat je een situatie hebt zoals in Love reigns. Dan is het toch prachtig dat je elkaar uit liefde kunt helpen? Dan is het ook geen vreemdgaan meer.

En als je man of vrouw het niet wil, dan doe je het gewoon niet. Uit liefde voor hem of haar. Dat is toch een goede reden?

Ja, als we bij onszelf beginnen, en naar onszelf toe redeneren… Maar wat zegt God?

Reageren kan via het contactformulier; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 6 juni 2019.
^
Homepage

Achab

Waarom een stukje over Achab? Ik verwonder me al heel lang over de overweldigende genade die God Achab geboden heeft. Hij heeft heel veel waarschuwingen van God gehad, met als doel dat hij zich zou bekeren.

In 1 Koningen16:28 wordt de naam Achab voor het eerst genoemd in de Bijbel; Achab wordt koning in de plaats van zijn overleden vader Omri. Na deze Achab wordt in de Bijbel nog iemand met dezelfde naam genoemd (zie Jeremia 29:21-22), maar dit stukje gaat (dus) over Achab de zoon van Omri, koning van het tienstammenrijk.

Nadat aangegeven is hoelang Achab geregeerd heeft, wordt verteld dat hij deed wat slecht was in de ogen van de HEER, meer dan allen die er vóór hem geweest waren. Wie zijn die ‘allen’? Volgens mij begint het bij Salomo, zie 1 Koningen 11:1-13. In de verzen 26-40 van dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het koningschap van het huis van David beperkt zal worden, doordat het grootste deel van het rijk naar Jerobeam (de zoon van Nebat) zal gaan. In 1 Koningen 12:20-33 wordt het begin van het koningschap van Jerobeam beschreven. Jerobeam stelt de kalverendienst in (zie vers 28), en dat wordt zijn koningshuis noodlottig, evenals dat van Basa (Baësa), de moordenaar en opvolger van Jerobeams zoon Nadab. Na een periode van burgeroorlog (zie de tijdsaanduidingen in 1 Koningen 16:15 en 23) wordt Omri koning. En zo zijn we in grote lijnen Achabs voorgangers bijlangs gegaan.

Achab neemt Izebel, dochter van Etbaäl, de koning van Sidon, tot vrouw; en hij begint de Baäls te dienen, en maakt gewijde palen. Ter illustratie van de sfeer van het tijdperk ‘Achab’ wordt vermeld dat Chiël (Hiël) Jericho weer opbouwt, en dat hem dat zijn zonen kost (1 Koningen 16:34), als gevolg van de vloek die Jozua het volk heeft doen uitspreken (Jozua 6:26). Kennelijk was hij niet op de hoogte van die vloek… (Izebel wordt in de brief aan Tyatira genoemd.)

Hoewel Achab het dus een stuk bonter maakte dan zijn voorgangers, maakt God niet meteen een eind aan zijn koningshuis;  God heeft geduld met hem, en stuurt hem een harde waarschuwing: Elia vertelt Achab dat er de komende jaren geen dauw of regen zal komen, tenzij hij (Elia) het zegt.

En Elia krijgt pas in het derde jaar opdracht van God om tegen Achab te gaan zeggen dat er regen zal komen. Als ze elkaar ontmoeten verwijt Achab Elia dat hij Israël in het ongeluk stort; Elia retourneert het ‘compliment’, met duidelijk daarbij de reden waarom juist Achab degene is die Israël in het ongeluk stort. Ook tegenwoordig zie je dat nog: mensen doen domme dingen, en geven God de schuld… Maar dat is al een heel oude gewoonte: zie Spreuken 19:3. En wat je tegenwoordig óók vaak ziet is dat degene die (de) ellende veroorzaakt – afval van God, zoals Achab, en/of eigenwillige godsdienst, zoals Jerobeam de zoon van Nebat -, degene(n) die hem daarin met de Bijbel in de hand tegenstaat/tegenstaan als ‘scheurmaker(s)’ neerzet.

In 1 Koningen 18:19 draagt Elia Achab op ervoor te zorgen dat het hele volk samenkomt op de berg Karmel, met alle profeten van de Baäl en alle profeten van Asjera. Achab doet dat, en dan toont de HEER dat alleen Hij God is, zie 1 Koningen 18:37-39.

En dan komt er eindelijk weer regen! Elia bewijst Achab, door de hand van de HEER, eer door voor hem uit te lopen als hij met zijn wagen naar huis gaat.

Maar Izebel laat zich niet overtuigen, en Achab laat haar Elia bedreigen.

In 1 Koningen 20 wordt beschreven dat Benhadad, koning van Aram, met nog een hele groep koningen bij hem, oorlog voert tegen Achab. Een profeet zegt tegen Achab dat de HEER die hele troepenmacht in Achabs handen zal geven, zie vers 13. Dat krijgt hij zomaar, uit genade, opdat hij inziet dat ‘Ik Ben’, ‘Ik Zal Er Zijn’, is wie Hij zegt dat Hij is: de Machtige, die altijd Zijn woord houdt. De profeet waarschuwt Achab dat Aram terug zal komen in het komende jaar, zie vers 22; Achab kan zich daar maar beter op voorbereiden. En ook deze keer belooft de HEER Achab de overwinning, zie vers 28.

Maar Achab gaat niet op de juiste manier met de overwinning om: zie 1 Koningen 20:30-34. God zegt hem daarvoor straf aan, zie vers 42. Heeft Achab barmhartiger willen zijn dan God? Waarom zou hij zo gehandeld hebben als hij deed?

In 1 Koningen 21 wordt beschreven hoe Achab de wijngaard van Nabot in zijn bezit krijgt. Achab doet Nabot een riant aanbod, maar zo werkt het in Israël niet, zie Leviticus 25; Nabot zegt (dus) tegen Achab dat het niet kan. Dan gaat Achab thuis liggen mokken, en laat Izebel het vuile werk voor hem opknappen; Izebel kende vast Gods wetten met betrekking tot landbezit niet – en het is natuurlijk de vraag of ze zich er iets van zou hebben aangetrokken als ze die wèl had gekend. Maar het wordt Achab als schuld aangerekend, ook al heeft Izebel de uitvoering gedaan, zie 1 Koningen 21:19-24. Je als volwassene als een kind gedragen wordt alléén op prijs gesteld als het om geloof gaat… (zie Matteüs 18:3). Maar omdat Achab berouw toont, zegt God tegen Elia dat de rampen pas na Achabs dood over zijn koningshuis zullen komen.

In 1 Koningen 22 zien we Achabs einde. Ondanks het feit dat Micha, de profeet van de HEER, exact vertelt hoe Achab voor de gek gehouden wordt door zijn eigen profeten, gelooft Achab het niet, en wordt in de strijd gedood.

Hoe dom kunnen wij, mensen, zijn?!

Reageren kan via het contactformulier; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 juni 2019.
^
Homepage

opgevaren naar de hemel

Dat is het eerste stukje van het zesde artikel van de Apostolische Geloofsbelijdenis. Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat de dag waarop dit bericht bij leven en welzijn gepubliceerd wordt/is Hemelvaartsdag is.

Over de hemelvaart van onze Heer Jezus Christus kun je lezen in Marcus 16:19 (summier), Lucas 24:50-53, Handelingen 1:4-14 en op nog wel meer plaatsen in de Bijbel.

Maar ik wil het nu hebben over wat de Heidelbergse Catechismus ons leert over de hemelvaart, waarom het goed is dat die heeft plaatsgevonden. De vragen en antwoorden heb ik overgenomen van een document in pdf-formaat dat je kunt downloaden van dit deel van de site van de GKv.

Ik weet van ‘vroeger’ nog wel dat het erg nuttig was dat mij werd uitgelegd dat Jezus naar de hemel moest gaan, want vanuit mezelf begreep ik dat niet; en al zeker niet dat de leerlingen blij waren dat Hij opgenomen was in de hemel (Lucas 24:52). En aangezien de Catechismus er een ‘duidelijke mening’ op nahoudt, lijkt het mij zinvol die hier weer te geven, en te kijken waarop die mening gebaseerd is. (De teksten hebben van mij hyperlinks gekregen.)

Wat is voor ons de waarde van de hemelvaart van Christus?

Vraag 46: Wat belijdt u met de woorden: opgevaren naar de hemel?
Antwoord: Dat Christus voor de ogen van zijn discipelen van de aarde naar de hemel is opgenomen (1) en daar ons ten goede is (2), totdat Hij terugkomt om te oordelen de levenden en de doden (3).
(1) Marcus 16:19; Lucas 24:51; Handelingen 1:9. (2) Romeinen 8:34; Efeziërs 4:10; Kolossenzen 3:1; Hebreeën 4:14; 7:24, 25; 9:24. (3) Matteüs 24:30; Handelingen 1:11.
Vraag 49:
Antwoord: Ten eerste is Hij in de hemel voor het aangezicht van zijn Vader om voor ons te pleiten (1). Ten tweede hebben wij in Hem ons vlees in de hemel tot een onderpand, dat Hij als het Hoofd ons, zijn leden, ook tot Zich nemen zal (2). Ten derde zendt Hij ons zijn Geest als tegenpand (3); door zijn kracht zoeken wij wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God, en niet wat op de aarde is (4).
(1) Romeinen 8:34; 1 Johannes 2:1. (2) Johannes 14:2, 3; Johannes 17:24; Efeziërs 2:6. (3) Johannes 14:16; 16:7; Handelingen 2:33; 2 Korintiërs 1:22; 5:5. (4) Filippenzen 3:20; Kolossenzen 3:1.

In volgende vragen en antwoorden gaat de Catechismus verder in op de waarde van het feit dat Christus aan de rechterhand van God zit, waarmee nòg duidelijker wordt waarom onze Heer Jezus Christus naar de hemel moest gaan.

En op een dag komt Hij terug! Hij zal ‘mij met alle uitverkorenen tot Zich nemen in de hemelse blijdschap en heerlijkheid.‘. Hoelang het nog duurt voordat dat gebeuren gaat? Ik weet het niet. Zelfs Jezus weet het niet (zie Marcus 13:32). Maar God stelt het niet onnodig uit, zie 2 Petrus 3:9.

Reageren kan via het contactformulier; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.
Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Goede bedoelingen en God

Eerder heb ik het wel eens gehad over goede bedoelingen, zie bijvoorbeeld Zo heb ik het niet bedoeld!. En in enkele afsluitende “Ceterum censeo“’s van stukjes heb ik beweerd dat de weg naar de hel met goede bedoelingen geplaveid is.

Maar dat (over die weg naar de hel) is mijn mening.

Wat zegt God ervan?

In Genesis 15 sluit God een verbond met Abram. Abram zal tot een groot volk worden. In Genesis 16 zegt Sarai tegen Abram dat God ervoor heeft gezorgd dat zij geen kinderen kan krijgen (vers 2), en dat Abram Sarais slavin Hagar maar als vrouw erbij moet nemen. Zo gebeurt het, en Ismaël wordt geboren. Maar in Genesis 17, waarin (in vers 5) wordt beschreven hoe Abram de naam Abraham krijgt, krijgt Abraham te horen (in vers 19) dat God het verbond dat Hij met hem gesloten heeft, met Isaak zal voortzetten; Isaak zal de zoon zijn van Sara (de nieuwe naam van Sarai).

Verwijt God Abr(ah)am en Sara(i) hun gedrag? Nee. Maar was het goed? Wat denk je zelf? Lees eventueel Beproevingen doorstaan. Kan dat?.

In 2 Kronieken 30 wordt Hizkia’s viering van het Pascha beschreven. Een groot deel van het volk heeft zich niet geheiligd, maar Hizkia bidt voor deze mensen, en God geneest hen, zie de verzen 16-20. Vindt God het dan niet erg dat het volk zich niet geheiligd heeft? Wat denk je zelf? En, mocht je denken dat God het niet erg vindt, waarom heeft Hizkia het dan over verzoening (vers 18)?

In een oud ND uit 2017 vond ik vanochtend een Kruimeldief van Adrian Verbree, met als titel Het gaat om de intentie. Of niet?; de aanleiding voor mij dit stukje te schrijven. Verbree gebruikt koning Josia om zijn punt duidelijk te maken.

Josia wordt al heel jong koning, zie 2 Koningen 22:1 en 2 Kronieken 34:1.  Later in zijn regering wordt het wetboek van God gevonden (vers 14), en, als hij dat gelezen heeft, laat hij door enkele van zijn dienaren de HEER raadplegen, bij de profetes Chulda (vers 22). En daar krijgen ze te horen dat de HEER vastbesloten is onheil over het land te brengen (vers 24-25). Maar omdat Josia de HEER dient, wordt het oordeel uitgesteld (vers 26-28).

Dat laatste zou je kunnen doen denken dat goede bedoelingen wèl helpen, als het om je verhouding met God gaat. Maar daar zou je je best eens in kunnen vergissen. Josia doet namelijk wat God wil, en dat is: Hem gehoorzamen.

Maar zijn goede bedoelingen dan helemaal niks waard?

Lees maar eens Matteüs 25:31-46, ook genoemd in het vorige stukje. Wat je doet is belangrijk! En lees Jacobus 2:14-26. Alweer: wat je doet is belangrijk. Het gaat hier niet over goede bedoelingen, het gaat over wat je doet!

En dus opnieuw: overigens ben ik van mening dat de weg die geplaveid is met goede bedoelingen naar de hel leidt.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

… niet te verontschuldigen …

Want de toorn van God wordt geopenbaard vanuit de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, die de waarheid in ongerechtigheid onderdrukken, omdat wat van God gekend kan worden, hun bekend is. God Zelf heeft het hun immers geopenbaard. Want de dingen van Hem die onzichtbaar zijn, worden sinds de schepping van de wereld uit Zijn werken gekend en doorzien, namelijk én Zijn eeuwige kracht én Zijn Goddelijkheid, zodat zij niet te verontschuldigen zijn.

(Romeinen 1:18-20.)

Heb je daar weleens over nagedacht? Dat je, ook al heb je het evangelie nooit gehoord, toch schuldig bent, omdat je zèlf tot de conclusie had moeten komen dat God bestaat? Ja, maar dan ken je Jezus toch nog steeds niet? En dan kun je immers nog steeds niet behouden worden?

Het is vast niet zo heel gereformeerd om dat zo op te schrijven – maar wie trekt zich daar tegenwoordig binnen de GKv nog iets van aan? –, maar zo af en toe kom ik in de Bijbel aanwijzingen tegen dat er méér mogelijkheden zijn om gered te worden dan in onze belijdenisgeschriften staan opgesomd. Neem bijvoorbeeld Matteüs 25:31-46. Onze Heer Jezus lijkt daar vooral naar onze daden te kijken. Uiteindelijk beslist Hij, uiteraard, maar dat lijkt soms wel anders te gaan dan wij denken, hopen, verwachten of geloven…

En kijk ook eens naar Matteüs 11:20-24. Daar gaat het ook nog eens over verschil in oordeel. Volgens mij is dat iets waarvoor ook in ‘onze kring’ steeds meer erkenning komt. Misschien heeft Dante Alighieri wel gelijk met zijn goddelijke komedie.

Dit is zeker iets waar ik nog verder over door wil denken, en wie weet kom ik er hier op deze pagina’s nog eens op terug – uiteraard onder Jacobitisch voorbehoud.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Stel je de hemel eens voor

Dat is de titel van een boek van John Burke, vertaling van ‘Imagine Heaven‘. Ik heb het gekocht bij boekhandel Heijink (dé plaatselijke boekhandel van Hardenberg – en, mocht je wèl een plaatselijke boekhandel willen ondersteunen maar er niet persoonlijk heen kunnen of willen:  je kunt er ook via de website bestellen! En niet alleen de boeken die daar op staan, maar ook andere!).

Boek 'Stel je de hemel eens voor' van John Burke

Het gaat over bijna-doodervaringen (=> Wikipedia) van heel veel mensen, die door de auteur ’tegen de Bijbel aan’ gehouden worden.

De Bijbel heeft bij hem het eerste en het laatste woord, en dat vond ik goed te merken bij het lezen. Gereformeerden, waaronder ik, spreken vaak niet zo gemakkelijk over bijna-doodervaringen, omdat we die vaak lastig in het kader van de Bijbel kunnen plaatsen. Dit boek kan dit probleem voor je oplossen, denk ik.

Het gaat over het hiernamaals, de hemel, maar minder over de nieuwe aarde. De mensen waarover in het boek wordt verteld, die een bijna-doodervaring hebben gehad, hebben niet op de nieuwe aarde kunnen kijken, maar wel in de hemel.

Als ik het goed begrepen heb, legt de auteur ook verband tussen de steniging van Paulus (Handelingen 14:19) en wat hij vertelt over ‘iemand die hij kent die tot in de derde hemel werd opgenomen’ (2 Korintiërs 12:2-4), waarmee dit laatste ook een bijna-doodervaring zou zijn.

Burke gaat ook in op de vraag of we elkaar dan zullen herkennen. Hij beantwoordt die vraag positief. Zie ook een eerder stukje van mij: Herkennen we elkaar later?.

Ondanks alle positieve adviezen van bekende christelijke Nederlanders vond ik het boek de moeite waard om te lezen, en ik ben zeker van plan het (minstens één keer) te herlezen.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Waarop baseer je je?

Vorige week heb ik onderweg in een winkel (de Spar te Ens) erg lekkere koeken aangetroffen, gekocht en er enkele van opgegeten – anders had ik natuurlijk niet geweten of ze lekker waren. De naam was iets met Schwarzwälder.

Bij Albert Heijn bleken ze ze afgelopen zaterdag niet te hebben.

Vanavond ben ik vanuit Bruchterveld een eind wezen fietsen, door (Oud) Bergentheim, Diffelen en Rheeze, en op ongeveer twee derde van de afstand ben ik de Spar in het Hazenbos (Heemse, Hardenberg) ingegaan om te kijken of men daar die koeken ook had. Dat was helaas niet het geval; zelfs een behulpzame medewerkster kon ze niet vinden. Toen heb ik bij Jumbo in Hardenberg gekeken; daar bleek men Schwarzwalderrondo’s te hebben, en volgens mij zijn dat dezelfde als die ik vorige week had – ik heb er nog geen een getest, dat komt bij leven en welzijn nog wel.

Maar wat is nu mijn punt? Bij de Spar in Ens kostten de koeken € 2,49, bij de Jumbo in Hardenberg waren ze 20 % duurder, namelijk € 2, 99. Hoezo 20 %? Waarom niet 16, 67%? Dat ligt eraan wat je als basis kiest. De prijs van de Spar, of de prijs van de Jumbo.

Maar misschien zijn het toch andere koeken; of dat het prijsverschil rechtvaardigt, weet ik (zoals min of meer gezegd) nog niet.

Met een verschillende basis krijg ik dus verschillende uitkomsten. Dat ligt nogal voor de hand, toch?

Maar wat als we het over dezelfde basis hebben; kunnen we dan tot een fundamenteel (sic!) andere visie komen? Jezus is de Hoeksteen, zie o.a. Psalm 118:22, Efeziërs 2:19-21. In het laatstgenoemde Bijbelgedeelte gaat het, behalve over de hoeksteen, ook over een fundament.

Wordt die hoeksteen, wordt dat fundament anders als je er vanuit een andere hoek tegenaan kijkt? Dat lijkt me niet. Hooguit zie je bepaalde zaken duidelijker die aan de kant waar jij kijkt beter zichtbaar zijn; maar jouw uitgangspunt doet niks toe of af aan de essentie van de hoeksteen, van het fundament.

De Bijbel is het Woord van God. Lees maar eens Johannes 1:1-18. Dat is een basale waarheid.

Vertelt de Bijbel je voor elke situatie wat je moet doen? Nee, er staat bijvoorbeeld niet in of het verstandig is morgen wel of niet naar de tandarts te gaan als je nu kiespijn hebt. En er staat niet in of je een gewone fiets of een elektrische fiets zou moeten kopen. Had dat erin moeten staan, dan? Als ik sommige mensen soms hoor (of zie) redeneren…

De tandarts? Lees 1 Korintiërs 3:10-23. Als het over de tandarts gaat, zou je in het bijzonder op de verzen 16 en 17 kunnen letten; zuinig zijn op je van God gekregen lichaam.

Als je letterlijk een oplossing voor jouw probleem zoekt in de Bijbel, zul je die zelden of nooit vinden. Maar ik denk dat jij ook wel weet dat de Bijbel daar niet voor bedoeld is. God vertelt erin dat Hij alle mensen wil verlossen, zie Johannes 3:16-18. Is de rest dan niet of minder belangrijk? Volgens Jezus is dat beslist niet het geval; lees bijvoorbeeld Lucas 16:14-18. Maar als je dat per se wilt, kun je de Bijbel laten buikspreken. Satan kon dat ook, zie Lucas 4:9-12 (en/of Matteüs 4:5-7). De duivel citeert hier Psalm 91:11-12. In deze situatie, bij de laatste Adam (1 Korintiërs 15:45), is hij wel zo snugger dat hij Gods woorden niet verdraait (zoals bij de vrouw van de eerste Adam, zie Genesis 3:1); maar ondanks dat hij de Bijbel letterlijk citeert, heeft hij ongelijk. Waarom? Omdat hij Psalm 91:11-12 zó uitlegt dat Jezus Zich wel expres in gevaar mag begeven. Natuurlijk kennen wij de Bijbel niet zo goed als Jezus, die Zelf het Woord is. Maar we kunnen ons er wel steeds meer in verdiepen, en vragen om de werking van de Heilige Geest, zodat een en ander ons steeds duidelijker wordt. Net zoals dat bijvoorbeeld gebeurde met de Emmaüsgangers (Lucas 24:13-35).

Er staat nog meer in 1 Korintiërs 3:10-23. Lees nog maar even verder ná vers 17. Het draait volgens mij om “U bent van Christus, en Christus is van God.”.

Zo ‘allemachtig’ belangrijk is jouw uitgangspunt dus niet.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Alwéér een ramp

Een cycloon die een half land verwoest…

Een aardbeving met als gevolg honderden doden…

Een tsunami die duizenden dakloos maakt…

Een dictator die miljoenen mensen vermoordt…

Waarom gebeurt dit?!

“Zo’n God – die hoef ik niet!”

Laten we eens kijken wat Jezus er zelf van zegt. Lees maar eens Lucas 13:1-5. Jezus waarschuwt mij ervoor te denken dat de mensen die dit soort dingen overkomt meer schuld hebben dan ik zelf. Verder valt mij op dat Jezus twee keer zegt “… als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen.”.

En: Jezus meent Zijn aanbod en Zijn dreigement serieus!

Lees ook 2 Petrus 3:9 (Het Boek), als je wilt weten waarom het zolang duurt.

Nog steeds “Ja, maar…”?

Dat gaat wel een keer over! En tegen de tijd dat het over gaat zul je waarschijnlijk graag willen dat je dat inzicht eerder had gehad…

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

Laatste wijziging: 1 september 2019.

^
Homepage

Pasen

Afgelopen zondag (21 april 2019) was het voor ons Pasen, a.s. zondag (morgen, 28 april 2019, dus) zal het dat voor de ‘orthodoxe’ christenen zijn (b.v. in Oekraïne, waar men elkaar op een bijzondere manier groet op de Paasmorgen, zie Христос воскрес! Воістину воскрес!). Deze hele week is het Pesach, het feest dat aan de basis ligt van ons Pasen.

Maar waarom vallen de data waarop Pasen gevierd wordt niet samen? Volgens Wikipedia zijn de data verschillend sinds het Eerste Concilie van Nicea (325).

De redenen waarom dit gebeurd is doen mij niet direct denken dat ‘naastenliefde’ daarbij zat… maar misschien wel een verkeerd idee van het liefhebben van God.

Triest.

Maar gelukkig is het elk jaar weer Pasen! In de evangeliën staat daarover het een en ander opgetekend: Matteüs 28, Marcus 16, Lucas 24, Johannes 20.

Zie evt. ook … meer dan vijfhonderd …

Er komt een tijd dat het elke dag Koningsdag is.

Laatste wijziging: 20 mei 2019.

Over Bijbel en geloof