Tagarchief: Saul

Bagatelliseren

Dat kun je zo omschrijven: ‘iets als minder belangrijk doen voorkomen dan het is’. Of kijk hier.

Als je een voorbeeld uit de Bijbel wilt, lees dan eens 1 Samuel 15. Saul doet net alsof hij ‘best wel’ gehoorzaam is geweest aan het bevel van God.

Maar Jézus doet toch niet zo moeilijk? Met Zijn komst is toch alles veranderd?

Waarom denk je dat? Heeft iemand je dat verteld? Heb je gecontroleerd of het waar is?

Kijk maar eens wat Jezus heeft gezegd in de Bergrede – Matteüs 5, 6 en 7. Hij bagatelliseert helemaal niks! Integendeel, Hij zet Gods regels nog een keer extra aan… Kijk maar eens naar hoofdstuk 5 de verzen 17 tot 20. Bedenk: Jezus is de Zoon van God, en die God is niet veranderd sinds 1 Samuel 15. Jezus zegt en doet wat Zijn Vader vindt dat Hij moet zeggen en doen.

Ja, maar Jezus is wel mijn vriend! Nou, dat is geweldig, dat is fijn! Maar weet je het zeker? Kijk hier maar eens of het klopt, wat je zegt. Want het zou echt heel erg jammer (zonde?!) zijn als je het mis hebt.

Bij het maken van excuses komt bagatelliseren ook weleens voor. De feiten kun je meestal niet ontkennen, maar wat doe je met de gevolgen van je daad of daden? Iemand heeft daaronder geleden, in meerdere of mindere mate. Heb je je geprobeerd voor te stellen wat je die ander hebt aangedaan? Of kleineer je de gevolgen en vind je dat-ie niet zo moeilijk moet doen? En, als je er met anderen over spreekt, hoe doe je dat dan?

Kijk maar naar het verhaal over Saul dat ik hierboven aangehaald heb. Geef je ruiterlijk toe dat je fout zat? Doe je er iets aan om de door de ander opgelopen schade zoveel mogelijk te herstellen? Of ga je de ander beschuldigen van het feit dat hij iets teruggedaan heeft?

Ik denk dat je bij het begin moet beginnen. Dus éérst je eigen fout(en) toegeven, en er royaal excuses voor aanbieden. Wellicht komt dan de ander je tegemoet. En als die dat niet doet, misschien moet je dan geduld hebben. Het zou best kunnen dat je die ander véél harder hebt geraakt dan je je voorgesteld had. Probeer dat te begrijpen.

En er is nog iets waarvan ik vind dat je het moet doen. Vaak wordt er stevig geroddeld over een conflict. Hoe ga je daarmee om?

Mensen willen niet inhoudelijk op iets ingaan, maar hebben wel een mening… en die wordt doorgaans niet gedeeld met de beide partijen. Want dàt zou nog niet zo’n gek idee zijn! In plaats van te roddelen zou je misschien wel kunnen bemiddelen. Veel meer dan minachting kan ik voor roddelaars niet opbrengen. Echte bemiddelaars daarentegen, dus geen bemoeials, dáár heb ik respect voor.

Als jij degene bent die het conflict (de ellende) hebt veroorzaakt, doe je dan ook dáár iets aan, aan dat geklets? Bevorder je de eer en goede naam van je naaste, die door jouw daden (of gebrek aan daden…) door het slijk gehaald is? Dat betekent wel dat je heel goed voor ogen moet hebben wat je verkeerd hebt gedaan. En met alleen de feiten ben je er dan niet; je moet je inleven in de situatie van die ander! En van daaruit ga je zaken rechtzetten. Bedenk wat roddel doet: zie Spreuken 26:22; en vraag je eens af hoe je dat wat in de schuilhoeken ligt weer weg krijgt…

Met de zaak krachtig rechtzetten win je respect in plaats van minachting.

Moet je dan uit zijn op respect? Niet voor jezelf! Maar wèl voor de zaak van Christus! Lees bijvoorbeeld eens wat Paulus over zichzelf schrijft in 1 Korintiërs 15:9. Ik denk dat zo’n ‘uitspraak’ het respect van zijn lezers voor hem, èn voor zijn Heer, alleen maar vergroot. Vraag je eens af waarom David, die toch naar onze mening van alles ‘uitgespookt’ heeft, een man was naar Gods hart. Is dat niet omdat hij, al duurde het soms ‘even’, altijd royaal zijn schuld beleed aan God?

En overmorgen vieren we het feest van de komst van de Zoon van die God, van onze Heer, als mens op deze aarde.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

24 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen; geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Jabes

Jabes was een stad in de streek Gilead, en hoorde voor zover ik het kan bekijken bij de stam Manasse.

Het gaat me in dit stukje dus niet om de persoon Jabes (zie 1 Kronieken 4:9-10), al is het stukje dat over hem bekend is wel heel interessant vanwege de verhoring van zijn gebed.

Er is ook nog een andere persoon Jabes, nl. de vader van Sallum. Sallum was koningsmoordenaar en aansluitend koning van het tienstammenrijk (zie 2 Koningen 15:10-15). Over deze Jabes is voor zover mij bekend verder niks ‘overgeleverd’. En over hem wil ik het ook niet hebben.

De eerste keer dat de stad Jabes in de Bijbel genoemd wordt, is in Richteren (Rechters) 21: het is de enige stad waarvan de inwoners niet zijn opgekomen naar de volksvergadering in Mispa. Overeenkomstig de eed van alle Israëlieten behalve de Benjaminieten worden de inwoners van Jabes gedood, behalve 400 meisjes, die aan de resterende mannen van de stam Benjamin worden gegeven; niemand van de overige stammen mocht namelijk vrijwillig z’n dochter aan iemand uit Benjamin geven – lees de aanleiding hiertoe in Richteren (Rechters) 19 en 20. Voor sommige zaken vraagt het volk de leiding van God, maar bepaalde dingen beslissen ze zelf, zie bijvoorbeeld Richteren 20:48. Vervolgens betreuren ze de gevolgen van hun daden: zie Richteren 21:1-7.

Later heeft Jabes kennelijk nieuwe bewoners gekregen, want in 1 Samuel 11:1-11 wordt de stad opnieuw genoemd; dit is de tweede keer in de Bijbel. Saul, die nog maar pas koning was geworden, was, als de boer die hij was voordat hij tot koning werd gezalfd, bezig op het land, toen hij hoorde wat koning Nachas van de Ammonieten met de inwoners van Jabes van plan was. Hij komt direct in actie. Wat niet genoemd wordt in dit Bijbelgedeelte, maar volgens mij wel meespeelt, is dat Saul uit de stam Benjamin is, en misschien wel van één van de 400 meisjes uit Jabes afstamt – zie het verhaal in Rechters 19-21, dat hierboven genoemd is. Er is in ieder geval een bijzondere band tussen de stad Jabes en de stam Benjamin.

Later, als Saul gedood is in zijn laatste strijd tegen de Filistijnen, komen de inwoners van Jabes om hem ‘de laatste eer’ te bewijzen. Dit is te lezen in 1 Samuel 31. Als David koning geworden is in Hebron, prijst hij de inwoners van Jabes voor deze menslievende daad, zie 2 Samuel 2:4b-7. Nadat David Sauls leven twee keer niet genomen had terwijl hij dat wel kon is dit opnieuw een bewijs dat hij Saul als de gezalfde van de HEER respecteerde. Hij prees degenen die iets goeds gedaan hadden voor Saul en zijn familie (en hij deed degenen die Saul slecht behandeld hadden (of daar ‘alleen maar’ over logen) kwaad, zie 2 Samuel 1:1-16). Of David toen al bevriend was met Nachas, koning van de Ammonieten, weet ik niet. (Voor die vriendschap, zie 2 Samuel 10:1-2.) Als hij dat toen al wèl was, zal de lof van David de inwoners van Jabes wellicht vreemd in de oren geklonken hebben, want Jabes was immers door Nachas bedreigd (1 Samuel 11:1-11, zie ook hierboven). Veel later laat David het gebeente van Saul en zijn zonen weghalen uit Jabes, zie 2 Samuel 21:1-14.

In 1 Kronieken 2:55 wordt Jabes nog een keer genoemd, maar ik weet niet of dat hetzelfde Jabes is; ik vermoed van niet – in de Herziene StatenVertaling wordt het zó geschreven: Jabez. Er lag ook een Jabes in het gebied van de stam Juda (zie Bijbelse plaatsen: Jabes in Gilead).

De laatste keer dat Jabes in Gilead genoemd wordt is in 1 Kronieken 10, maar dat is hetzelfde verhaal als in 1 Samuel 31.

Maar waarom staat dit in de Bijbel? Heb je enig idee?

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

6 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen; geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage