Het huwelijk in ere

Dat is de titel van een boek van dr. W.G. de Vries, dat meer dan veertig jaar geleden uitgebracht is. Deze titel heeft hij ontleend aan Hebreeën 13:4, vermoed ik… 😉

Wij leven nu in een andere tijd, dus…

Ja, dus?

Vóór het huwelijk

Seks vóór het huwelijk is al bijna geen discussie-onderwerp meer binnen veel kerken. Is trouwen zo belangrijk dan?

Ja, dat denk ik wel! Op verschillende plaatsen geeft God aanwijzingen hierover. Bijvoorbeeld in Exodus 22:16-17, Deuteronomium 22:28-29, 1 Korintiërs 7:2, 8-9. Het komt mij voor dat helder is dat er éérst getrouwd wordt, en dan van de seks genoten. Dat laatste hoort er trouwens 🙂 wèl bij (zie bijvoorbeeld Hooglied, en 1 Korintiërs 7:3-6) al denken veel niet-christenen dat dat niet zo is…

Maar de overheid heeft toch een ‘lege huls’ gemaakt van het huwelijk? Persoonlijk neig ik ertoe die vraag met ‘ja’ te beantwoorden, maar daar gaat het niet om. 🙂

Het principe van een huwelijk is een afspraak om elkaar trouw te zijn – een verbond – tussen één man en één vrouw die geldig is zolang ze allebei leven, en die bij méér mensen bekend is – er moet duidelijk zijn dat die twee mensen bij elkaar horen. Zie Genesis 2:24, Matteüs 19:3-9, Marcus 10:2-12.

En zolang we de mogelijkheid hebben om deze afspraak bij de overheid te registreren, moeten we dat doen, denk ik. Zie o.a. Romeinen 13:1-2 en 1 Petrus 2:13-14 (met uiteraard de beperking van Handelingen 5:29).

Als je echt van iemand houdt zoek je niet alleen je eigen genoegens, en je kwetst ook je partner niet (zie 1 Korintiërs 13:5). En als je het nou allebei goedvindt? Dan blijft het gebod van God! Hij heeft de mens een ‘gebruiksaanwijzing’ gegeven, waar je niet zonder – soms blijvende – schade ‘creatief’ (wat een slecht woord in dit verband!) mee om kunt gaan.

Wil je meer lezen? Een website waarop nog meer over dit onderwerp staat is: Liefde kan wachten.

En misschien kun je de column ‘Vrij-blijvend’ van Adrian Verbree ergens vinden. Aanbevolen!

Een goed boek, dat ook biologische en psychologische aspecten meeneemt, vind ik ‘Verstrikt’, uitgegeven door Bijbel & Onderwijs. En er zijn er wel meer… Zoek maar eens!

Spijt

En wat als je spijt hebt? Er is een spreekwoord dat zegt dat gedane zaken geen keer nemen. Daar zit wat in; terugdraaien kun je het niet… en aangerichte schade krijg je meestal niet weg. Maar bij God is altijd vergeving, en je kunt altijd opnieuw beginnen. Daarmee gaat de schade niet weg, maar is wèl jouw/jullie relatie met God hersteld, en misschien ook wel die met elkaar.

Verleiding

Kun je voorkomen dat je in verleiding komt? Randy Alcorn geeft in zijn (beslist aanbevelenswaardige) boekje ‘De kracht van een rein leven’ een mooi voorbeeld van hoe het niet moet. Om iets duidelijk te maken aan iemand die bij hem langskwam om te vertellen dat hij vreemdgegaan was schoof hij een zwaar boek over zijn bureau naar de rand, en bad ondertussen tot God dat het boek niet zou vallen. Natuurlijk viel het boek wel! Is bidden dus waardeloos? Uiteraard niet! – een ander antwoord zou je op deze website ook niet verwachten, toch? 😉 Maar als je zèlf de verleiding opzoekt, bid je dan wel oprecht? Lees bijvoorbeeld eens Jakobus 1:2-8, en bedenk daarbij dat ’twijfel’ niet slaat op geloofstwijfel, maar op twijfel in je doen.

Normaal gesproken is vluchten vaak laf. Maar bij verleidingen is het wijs en verstandig. Want als je dichtbij de verleiding blijft, moet je die steeds weerstaan. En dat is niet gemakkelijk… Stel je voor dat je dol bent op chocola. Als je het niet koopt, heb je thuis geen enkele moeite ervan af te blijven. Koop je het wèl, dan ligt het in je kast, en zie je het regelmatig. Heb je er al een stukje van opgegeten, dan wordt de ‘drempel’ om de rest op te eten een stuk lager… Zie over verleidingen Psalm 119:37, 1 Timoteüs 6:9-11, Genesis 39:6-10 (Jozef vluchtte pas toen het niet anders meer kon: hij moest zijn meester gehoorzamen en zijn werk doen).

Als afsluiting van dit onderdeel een (impliciet) advies van Jakobus: Zeg op tijd ‘NEE!’, zie Jakobus 1:14-15.

Na een huwelijk

Mag je hertrouwen als je gescheiden bent?

Hierboven heb ik al verwezen naar Matteüs 19:3-9. In Marcus 10:2-12, met name in de laatste drie verzen, staat het nog explicieter: hertrouwen als je man of vrouw nog leeft, is er niet bij (behalve in geval van overspel, Matteüs 19:9)… En zie ook Lucas 16:18. Meer aanwijzingen worden gegeven in 1 Korintiërs 7.

Harde woorden, niet bepaald pastoraal! Toch?

En de praktijk in de kerken is ook (heel) anders… Maar ik ga toch nog even verder, want “Er staat immers geschreven: ‘Wees heilig, want ik ben heilig.'” (1 Petrus 1:16).

Wat is goed? Wat God geboden heeft, is goed! Jezus zegt dat we Hem liefhebben als we doen wat Hij gebiedt (Johannes 14:21).

Wat is wijsheid? “Wijsheid begint met ontzag voor de HEER, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige.” (Spreuken 9:10).

We leven in een gebroken wereld. Wat moeten we aan met mensen die verkeerde keuzes hebben gemaakt en oprecht God zoeken? Zie ook het stukje over Spijt eerder in dit bericht.

“… het is beter te trouwen dan te branden van begeerte.” staat in 1 Korintiërs 7:9; “Omdat u harteloos en koppig bent…” staat in Matteüs19:8; en “Het is niet goed dat de mens alleen is…” staat in Genesis 2:18. Deze teksten worden, net als vroeger, vaak gebruikt om de praktijk goed te praten. Bedenk: … van het begin af is het zo niet geweest (Matteüs 19:8 en Marcus 10:11).

Ik kom terug op deze tekst uit Spreuken: “Wijsheid begint met ontzag voor de HEER, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige.” (Spreuken 9:10). En ik voeg er nog een vraag aan toe: wil jij God dienen, of is God er om jou te dienen?

Ik heb gemakkelijk praten: ik ben op het moment dat ik dit schrijf (6 januari 2016) weduwnaar, en ‘alleen’; en ik ben geen predikant of ouderling, dus mij wordt geen oordeel gevraagd over een concrete situatie. Dat zal ik dan ook niet geven. Ik heb naar beste weten hier de boodschap van de Bijbel doorgegeven, omdat ik de indruk heb dat die ‘in de praktijk’ ver weg is. Maar God houdt niet van ‘kadaverdiscipline’! Met alleen ‘de regels’ zijn we er niet. We kunnen en moeten altijd terug naar Gods belangrijkste regels: God liefhebben boven alles en onze medemens als onszelf (Matteüs 22:37-40). Daar zijn al Gods andere regels op gebaseerd, maar die wij kennen raken niet elke situatie… Kunnen wij in Zijn ‘geest’ handelen? Als we vragen om de werking van de Heilige Geest?

Predikanten en ouderlingen hebben een verantwoordelijke taak, van hen wordt rekenschap gevraagd (Hebreeën 13:17). En ze mogen gelovigen beslist niet van de goede weg afbrengen (Matteüs 18:6). Maar ze moeten wèl de kudde van God hoeden, zie 1 Petrus 5:1-11. (Dat geldt overigens ook al als het gaat om het voorkómen van problemen.) Een citaat uit dit gedeelte dat niet alleen voor ‘de oudsten’ geldt, maar voor ons allemaal: “U mag uw zorgen op hem afwentelen, want u ligt hem na aan het hart.”! (En met ‘hem’ is hier God bedoeld; dat is niet altijd helemaal helder omdat de persoonlijke voornaamwoorden in de Nieuwe Bijbelvertaling met kleine beginletter geschreven worden.)

Er moet en mag naar pastorale oplossingen voor moeiten en feitelijke situaties gezocht worden. En ik wens en bid degenen die daarvoor door God zijn aangewezen daar Zijn zegen bij toe.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

29 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

De hemel verhaalt van Gods majesteit

Dat zijn de beginwoorden van Psalm 19.

Dit gedicht begint met het beschrijven van de woordeloze communicatie van het universum over zijn Schepper. Als je om je heen kijkt, moet je wel tot de conclusie komen dat iemand dit alles gemaakt heeft. En dan is het logisch dat je meer van die persoon wilt weten. Maar kom je vanzelf uit bij God als je Hem (nog) niet kent?

Ook daarover gaat het in dit stuk poëzie. De geboden van Jahwe – nu wordt deze naam van God, die vertelt wie Hij is, genoemd – worden volmaakt genoemd. Je kunt er Hem door (leren) kennen. Ze geven vreugde voor het hart en licht voor de ogen. Wie ze opvolgt, wordt rijk beloond.

Maar: wie kan al zijn fouten kennen? Gelukkig kun je aan God vragen je vrij te spreken van verborgen zonden (Paulus wist daar ook van, zie 1 Korintiërs 4:3-4). Dat moet je dóén! Dat is immers ook een gebod van God dat je moet opvolgen? En: wie Gods geboden opvolgt, wordt rijk beloond…

De laatste regels van de psalm gaan over hoogmoed, en het verzoek van de dichter aan God om die niet over hem te laten heersen. Hoogmoed is een van de lastigste dingen voor een mens om vanaf te komen – de eerste zonde had ermee te maken (Genesis 3:1-6).

Tenslotte vraagt de dichter God om zijn gedachten tot Gods ‘plezier’ te laten zijn. Hij vraagt dus niet alleen om het negatieve (o.a. de hoogmoed) weg te halen, maar ook om het positieve (zijn gedachten tot Gods genoegen te laten zijn) er te laten zijn!

Zo’n psalm kun je overigens ook zingen. Er zijn heel wat berijmingen van gemaakt. Een vrij jonge ‘berijming’ van deze psalm maakt deel uit van het project Psalmen voor Nu. Wellicht staat er een uitvoering van op Youtube…

(Nog even een opmerking over ‘om je heen kijken’: dat wil – denk ik – alleen goed als je niet afgeleid wordt. Fiets eens een keer naar school zonder doppen in je oren… Rijd eens een keer naar je werk zonder de radio aan…)

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

29 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatst gewijzigd: 1 september 2019.
^
Homepage

Nood leert bidden

Een mooi gezegde, maar gaat het echt zo?

In het verleden is het wel eens zo geweest dat er in tijden van nood meer mensen naar de kerk kwamen, en zo zal dit gezegde wel de wereld in gekomen zijn…

Maar bidden leer je van Jezus: Matteüs 6:9-13.

En ook al is de kerk tegen ‘sleur en bijgeloof’ (tegenwoordig ‘uit gewoonte en voor de vorm’, zie b.v. een doopsformulier), gewoonten en rituelen hoeven niet slecht te zijn. Het is, denk ik, bijvoorbeeld een goede gewoonte om dagelijks minstens een keer te bidden, als het kan op een vast moment. Nog mooier is als je je dag met God begint en eindigt.

Uit onderzoek is gebleken dat minstens 95 procent van wat je doet ‘automatisch’ gaat (zoek maar eens naar werk van Dr. Ben Tiggelaar). Het is dus belangrijk dat je ervoor zorgt dat je ‘automatisch’ wilt gaan bidden. Uiteraard hoeft dat gebed niet elke keer hetzelfde te zijn…

Maar het werkt dus kennelijk als je jezelf gedurende een bepaalde periode went aan een activiteit die je graag als gewoonte zou willen hebben.

Dus… wil je graag een regelmatig contact met God? Wil je een relatie met Hem?

Zorg dat bidden een gewoonte van je wordt!

Als je dan in nood zit, weet je tenminste hoe je moet bidden.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

29 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Geld maakt niet gelukkig, gelukkig maken ze geld!

Het tweede deel van deze uitspraak relativeert het eerste deel, haalt het eigenlijk zelfs onderuit. In feite staat er dan dat geld wèl gelukkig maakt…

Heb je dat wel eens uitgeprobeerd? Ik bedoel: heb je geld wel eens de kans gegeven je gelukkig te maken? En hoe beviel het? Of: hoe bevàlt het?

Er zijn veel christenen die geen enkele moeite hebben met het meedoen aan een loterij, vooral niet als een deel van de opbrengst van de loten naar een goed doel gaat. Of om ‘een keertje’ te gaan gokken in een casino.

Is daar iets mis mee, dan?

Ja, dat vind ik wel! En ik zal proberen uit te leggen waarom.

Lees eerst maar eens Efeziërs 4:28 en wat daar omheen staat. En Matteüs 4:1-11. En, niet te vergeten, Psalm 127:2.

Eén van je opdrachten hier op aarde is je eigen brood te verdienen, als God je die mogelijkheid heeft gegeven; en als je dan wat inkomsten over hebt, om daarvan iets weg te geven aan wie dat nodig heeft (b.v. aan mensen die niet zelf hun eigen brood kunnen verdienen).

Verder moet je jezelf eens eerlijk aankijken – ga daarbij gerust voor de spiegel staan! – en je afvragen waarom je nou ècht meedoet met zo’n loterij. Wat zou je met het geld doen als je wint? Je zou minstens een deel voor jezelf houden, denk ik. Hoe rijm je dat met je ‘smoesje’ dat je meedoet voor een goed doel?

Er is niks mis mee om van wat je over hebt iets weg te geven, zònder er iets (als een kans in een loterij) voor terug te krijgen.

Bovendien denk ik dat je door mee te doen aan een loterij God op de proef stelt. Heb je de teksten die ik hierboven genoemd heb gelezen? Zo niet, doe dat dan alsnog!

En lees dan ook Hebreeën 13:5. En vraag je af of je tevreden bent met wat je hebt. En of je wel op God vertrouwt voor je ‘dagelijks brood’.

En wat dacht je van de waarschuwing in 1 Timoteüs 6:9-10?

Kolossenzen 3:5 (Het Boek) is wel heel duidelijk: “Door altijd maar meer te willen hebben, aanbidt u een afgod.”.

We hebben het nu over geld gehad. Maar wat is geluk? In de Bergrede (lezen!) geeft Jezus een andere omschrijving van geluk dan ‘rijk zijn’.

Als je het bovenstaande – over geld en geluk – eens goed op je laat inwerken, kun je de volgende gedachtensprong wellicht begrijpen.

Ben jij er voor God, of is God er voor jou?

Ja, ik besef dat het tweede gedeelte van de vraag ook anders uitgelegd kan worden. God ís er voor jou, Hij heeft immers zijn Zoon naar de aarde laten gaan?

Maar zó bedoel ik het hier niet. Wat ik hier bedoel is: moet God (al) jouw wensen vervullen? Zou je daar gelukkig van worden?

In vrijwel elk boek over opvoeding staat dat je (je) kinderen niet alles moet geven waar ze om vragen – voor het geval je dat zelf nog niet begrepen had. Zo zorgt God ook voor ons: Hij geeft ons wat we nodig hebben. En als je eerlijk bent – kijk maar eens goed! – geeft Hij véél meer dan we nodig hebben.

Dan ga je toch eerder aan dankbaarheid denken dan aan ‘meer, meer meer’?

Welke geest beheerst jou? De Geest van God of de geest van Mammon (het geld)? Kies dan vandaag nog wie je dienen wilt (zie b.v. Jozua 24:15)!

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

29 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatst gewijzigd: 1 september 2019.
^
Homepage

Ze moeten me maar nemen zoals ik ben

Dat is een uitspraak die je ook vaak van christenen hoort. En er zit beslist een goede kant aan, denk ik. Want je hoeft jezelf niet te modelleren naar hoe een ander wil dat je bent…

Maar volgens mij zit er ook een foute kant aan deze uitspraak – anders had ik dit stukje niet geschreven. 😉

Hoezo dan? Je bent toch zoals God je gemaakt heeft? Voor een deel wel, ja… voor een deel ook niet! Ieder mens is zondig, zie 1 Johannes 1:10. En dat heeft God niet zo bedoeld.

Maar waarom is deze uitspraak dan zo ‘gevaarlijk’? Omdat-ie vaak gebruikt wordt om dingen goed te praten die niet goed zijn.

Ik herinner me bijvoorbeeld dat ik, toen ik nog bij een volleybalvereniging zat, nooit werd opgesteld in de eerste set van een wedstrijd. Toen ik de aanvoerder vroeg waarom, kreeg ik te horen dat me dat niets aanging. Toen ik iemand van het bestuur vroeg of dit zomaar kon, kreeg ik te horen dat de betreffende man zoveel voor de vereniging deed (en dat ze er dus niks van konden zeggen… – al zei hij dat niet met zoveel woorden). Ik heb mijn lidmaatschap opgezegd, en ben bij een recreatiegroep gaan volleyballen.

Wat in dit voorbeeld niet goed gegaan is, is dat het bestuur mijn aanvoerder de hand boven het hoofd hield, terwijl hij verkeerd bezig was.

In vriendengroepen en ook in kerkelijke gemeentes zie je dat soort dingen ook wel gebeuren. Iemand is ergens heel goed in, en/of doet heel veel goeds, en daarom mag er geen kritiek zijn op zijn of haar fouten. Daardoor gaan tenminste twee dingen verkeerd: (1) iemand is onnodig slachtoffer en (2) iemand is boven kritiek verheven. Dat dat eerste verkeerd is snapt iedereen die een beetje nadenkt, dus daar ga ik het verder niet over hebben. Maar dat tweede? Wat is daar mis mee? In een vriendengroep zet dit de vriendschap (op de duur) onder spanning, en in een kerkelijke gemeente laat je zo iemand ‘dóór zondigen’. En dat deugt absoluut niet, zie Ezechiël 3:17-21, en Ezechiël 33:1-20. Waarom niet? Omdat een zonde, waarvan je weigert je te bekeren, tot de eeuwige dood leidt. En als je ziet dat iemand – en al helemáál iemand die je lief is – dat doet, dan dóé je er toch iets aan?

Beter dat je openlijk terechtgewezen wordt
dan dat je uit liefde wordt gespaard.

(Spreuken 27:5)

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

29 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Maakt het voor een christen uit wie iets bedacht heeft?

Vind je dat een rare vraag? Lees dan eens Romeinen 14:13-23: “… alles wat niet uit geloof voortkomt is zondig.”

Twijfel je wel eens of je iets mag gebruiken dat door een fanatiek christenhater is bedacht?

Er zijn heel wat leuke en/of nuttige zaken bedacht door ongelovigen. Dat begint al in Genesis 4, het stukje over de zonen van Lamech: tenten, vee houden, muziekinstrumenten maken en bespelen, brons en ijzer smeden. Waar zouden we zijn zonder deze ontwikkelingen? Iedereen van ons maakt direct of indirect van deze ‘uitvindingen’ gebruik.

Ik denk dat het niet zo belangrijk is wie iets heeft bedacht. Ik denk dat het belangrijk is wat ik of jij ermee doe(t). Lees maar eens 1 Korintiërs 10:23-33. Daar staat o.a. dat ik niemand kwaad doe, als ik God maar voor mijn eten dank. En de verzen eromheen maken het voor mij duidelijk dat ik dit ook op andere zaken dan eten mag toepassen.

En lees ook eens Marcus 9:40 en de verzen ervoor en erna.

En wat denk je van 1 Timoteüs 4:4-5?

We mogen dus – denk ik – christelijke liederen die door iemand zijn geschreven die misschien helemaal niet (zó) christelijk is wèl gebruiken… Of vind je van niet?

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

29 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage

Wees gastvrij

Vanochtend vierden wij hier in Bruchterveld het Heilig Avondmaal. Onze predikant hield vooraf een korte preek, met als kern ‘wees gastvrij’ (gebaseerd op Romeinen 12:13b). Hij vermeldde ook Leviticus 19:33-34, waar het volk Israël erop gewezen wordt dat het goed voor vreemdelingen moet zorgen. En Maleachi 3:5, waar God o.a. zegt dat Hij zal getuigen tegen allen die vreemdelingen geen plaats gunnen.

En het is niet meer dan logisch dat als God voor vreemdelingen (vluchtelingen?!) zorgt, wij dat ook moeten doen. Lees maar Matteüs 7:12.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

29 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatst gewijzigd: 1 september 2019.
^
Homepage

Christenen… dat zijn toch die mensen die niks mogen?

Waar komt dat idee vandaan? Laten we eens proberen daar achter te komen.

Sommige mensen stellen zich God voor als iemand die je geen plezier gunt. Zijn geboden beperken je in je ontwikkeling, in het maken van plezier, …

Een voorbeeld. Je bent kleuter, en je wilt graag in de speeltuin spelen. Die speeltuin is helemaal afgestemd op jouw leeftijd en jouw mogelijkheden. Toch mag je er van je ouders niet in. Zonder goede reden.

Veel mensen denken dat God net zo is als deze ouders. Hij misgunt ons ons plezier.

Een ander voorbeeld. Je bent kleuter, en je hebt nog niet leren zwemmen. Je wilt graag de zee in, maar je ouders laten je niet verder gaan dan tot je knieën als ze je niet vast hebben. Je mag niet verder, tenzij je vader of moeder je vasthoudt.

Er zijn ook mensen die denken dat God op deze ouders lijkt – of deze ouders op God.

Nog een voorbeeld: in een dierentuin staan bij de verblijven van gevaarlijke dieren vaak waarschuwingsbordjes dat je niet over de omheining moet klimmen. Doe je dat toch, dan loop je een groot risico…

Laat ik je een ‘geheim’ verklappen: God houdt van mensen. Hij heeft ze zèlf gemaakt (geschapen), en toen het vrij kort na het begin al fout ging (zie Genesis 3:1-7), had Hij al een plan klaar… Dat plan wordt in het kort weergegeven in Johannes 3:16: “Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.”.

Als jij God beschuldigt van het jou niet gunnen van je plezier zou je, denk ik, beter kunnen overwegen om je Bijbel eens (wat beter) te gaan lezen.

Want hoe kun je God goed leren kennen? Inderdaad, door in de Bijbel te lezen, en God te vragen je dingen duidelijk te maken.

En dan zijn er vast wel dingen waarvan jij denkt “Waarom mag ik dat niet?” en waar jij het gevaar niet van ziet. Maar als God heeft gezegd dat je dat niet moet doen, wees dan maar verstandig, en luister. Want ouders mogen dan over het algemeen heel wat wijzer zijn dan peuters en kleuters, God is oneindig veel wijzer en verstandiger dan wij. Hij weet wat goed is voor mensen. Hij heeft ze immers zelf gemaakt?

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

29 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatst gewijzigd: 1 september 2019.
^
Homepage

Vrede met God – daar kun je wel/niet mee wachten

Doorhalen wat niet van toepassing is…

Ik hoor mensen wel eens zeggen dat ze nog niet aan belijdenis doen toe zijn. Als ik dan doorvraag, willen sommigen hun gedrag (nog) niet aanpassen aan wat zij denken dat God van een belijdend christen vraagt.

Dat vind ik een merkwaardige redenering. Als je Jezus liefhebt, doe je wat hij zegt: Johannes 14:15-24. Je gaat er in ieder geval niet bewust tegenin… toch?

Maar je kunt je toch op het laatste moment nog bekeren? Ja, dat kan! De ene misdadiger die naast Jezus aan het kruis hing deed dat (zie Lucas 23:39-43). Maar hij kreeg er de tijd voor! Dat is niet voor iedereen weggelegd. Sommige mensen komen plotseling om, op een onverwacht moment. Neem Gods oproep om in hem te geloven daarom serieus. Kies nu meteen nog wie je dienen wilt (vergelijk Jozua 24:15).

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

29 november 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatst gewijzigd: 1 september 2019.
^
Homepage

Over Bijbel en geloof