Tagarchief: doorstaan

Beproevingen doorstaan. Kan dat?

Dat is een domme vraag! Of niet? De Bijbel is daar toch glashelder over? Lees maar na in 1 Korintiërs 10:13.

Ik zal deze Bijbeltekst hier ook uitschrijven: “U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan.“.

Ik heb zelf wel eens de indruk dat het af en toe knap zwaar is. Niet alleen voor mezelf – ik ben sinds enige tijd weduwnaar -, maar ook voor anderen. Ik kan natuurlijk niet bij iedereen aan de buitenkant zien hoe het met hem of haar gaat, maar soms zijn er redelijk duidelijke signalen, in ieder geval voor mij… (denk ik).

En ik heb ook de indruk dat het (erg) lastig is om deze tekst te geloven, en nòg lastiger ernaar te handelen. Want wat is een uitweg die van God komt? Heb ik wel een levend geloof?

Laat ik er een voorbeeld uit de Bijbel bij gebruiken.

Ken je het verhaal van de geboorte van Ismaël? Ook al ken je het, het kan vast geen kwaad als je het nog een keer leest: Genesis 16. Abram en Sarai leggen hier Gods belofte (zie Genesis 15) ‘creatief’ uit. Op zich is de methode die ze kiezen niet ongebruikelijk in die tijd, maar het is níét zoals God Zijn belofte bedoelde; dit kun je (terug)vinden in Genesis 17:15-19.

Dus Ismaël valt tussen wal en schip? Nee, lees maar na: Genesis 17:20.

En wat kunnen we nú met dit voorbeeld? Er zijn volgens mij wel enkele gevolgtrekkingen te maken.

  1. God verwijt Abraham (zoals hij ondertussen heet) en Sara (die tijdens Gods nadere uitleg van Zijn belofte in Genesis 17:15-19 haar nieuwe naam krijgt) niet rechtstreeks iets. Nee, dat doet Hij niet… dus zó erg is het allemaal niet! Misschien wel niet… God zegt wèl heel nadrukkelijk dat Hij zijn verbond met Abrahams zoon Isaak zal voortzetten, zie Genesis 17:19.
  2. God vergeet Ismaël niet. Zie Genesis 17:20. Maar Ismaël wordt wel tot last van zijn verwanten: zie Genesis 16:10-12.

Nog een voorbeeld. David is tot koning gezalfd (1 Samuel 16:13), en krijgt tot twee keer toe de kans om koning Saul te doden, zie 1 Samuel 24:4-7 en 1 Samuel 26:7-12, en hij doet het niet. Nota bene, David is zèlf tot koning gezalfd, en respecteert de zalving van Saul tot koning, ook al heeft die het op zijn leven gemunt…

Tja, en dan komt uiteraard de vraag: wat kunnen we nú met dit voorbeeld? Ik denk, dat één van de leerpunten uit deze geschiedenis is dat je niet te gemakkelijk God ‘voor jouw karretje moet spannen’ (zie 1 Samuel 24:5 en 1 Samuel 26:8), oftewel zeggen dat God je zegent, omdat hij een bepaald iets op je weg brengt, en je dat dus wel moet ‘aannemen’ en/of doen. Uiteraard brengt God van alles op je weg, maar hoe je daarmee om moet gaan, kun je uit de Bijbel leren.

Vertrouw op de HEER met heel je hart,
steun niet op eigen inzicht.

(Spreuken 3:5)

Wat jij ermee doet, moet je natuurlijk zelf weten. Niet alleen hebben we in dit land vrijheid van meningsuiting, christenen mogen ook niemand dwingen om te geloven, of op hun manier te geloven. Als het goed is, willen ze dat ook helemaal niet, want God wil niemand dwingen in Hem te geloven. (Christenen hebben wèl het recht je uit de gemeente te zetten.)

Wat doe ik ermee? Ik hoop, het volgende.

God is trouw, en helpt mij beproevingen te doorstaan. Ik moet niet helemaal alléén een uitweg zoeken, zonder Hem. Sowieso heb ik natuurlijk de Bijbel, maar als ik merk dat ik beproefd word, moet ik bidden; als ik iets bedacht heb om een beproeving te doorstaan, moet ik daarmee naar God gaan. Als ik dat niet doe, zondig ik, en komen er gevolgen van mijn zonde. En die kunnen het leven nòg lastiger maken.

(Dit is allemaal wellicht wat ‘exemplarisch‘, maar ik denk dat dat het ‘heilshistorische‘ niet in de weg hoeft te staan. Voor de liefhebbers van dat laatste: voor nu, zie Galaten 4:21-31.)

Aan het eind nog een stuk of wat vragen.

Soms heb ik helemaal niet door dat iets een beproeving is! Zouden Abram en Sarai dat doorgehad hebben? Wat denk je?

Lees eens 2 Samuel 21:1-14. Het land lijdt drie jaar lang onder een hongersnood… Dit gedeelte heb ik tijdenlang niet begrepen. Waarom moeten die zeven mannen dood? Mijn vraag aan jou is: wat gaat er verkeerd in dit stuk? Gebruik 1 Korintiërs 10:13 om een antwoord te vinden.

Wat zou je voor jezelf een beproeving vinden? En denk je wel eens dat iets voor iemand anders een beproeving is?

En, verandert er iets als je weet dat verzoekingen van de duivel komen en beproevingen van God? Het verschil zit ‘m in het doel: God wil dat je er beter uit komt. Een voorbeeld: vergelijk 2 Samuel 24:1 met 1 Kronieken 21:1. Dezelfde gebeurtenis is een verzoeking en een beproeving. Het is jammer dat dat onderscheid langzamerhand uit onze taal verdwijnt, mede onder invloed van de Nieuwe BijbelVertaling.

Ik vind zelf 1 Korintiërs 10:13 gemakkelijker te geloven in de Herziene StatenVertaling dan in de Nieuwe BijbelVertaling. Lees ook nog maar eens Jacobus 1:12-18.

Reageren kan via e-mail; zet er s.v.p. de titel van dit stukje bij.

2 december 2017: verwijzingen naar Bijbelteksten vervangen: geen NBV maar HSV (reden).

Laatste wijziging: 1 september 2019.
^
Homepage